Binnen projecten zie je vaak de term sausklaar stucwerk voorbij komen. Maar wat is dat nu precies en aan welke normen moet sausklaar stucwerk voldoen. Welke toleranties zijn er en is een goedkope stukadoor per definitie slechter?
In een tijd dat er een groot tekort is aan echte vaklieden, is het belangrijk om als aannemer of consument de juiste keuzes te maken. De normen die een vakman hanteert zijn daardoor van belang. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat elke stukadoor zo zijn eigen visie heeft op ‘sausklaar’ stucwerk. En dat is echt van belang voor de behandelingen die daarna komen. Zoals airless latexverf spuiten bijvoorbeeld.
De betekenis van sausklaar
Letterlijk betekent het woord klaar om te sausen of te wel ‘schilder gereed’. De wand is klaar om geschilderd te worden en dus glad, egaal en vrij van oneffenheden. En precies daar begint het. Wat zijn oneffenheden? Want bobbels in nieuw stucwerk, dat kan gewoon echt niet door de beugel.
Kijk je naar het officiële reglement vanuit het TBA (Technisch Bureau Afbouw) dan zijn er 6 kwaliteitsgroepen. De twee kwalitatief hoogste groepen, groep 0 en groep 1, gaan er met name over of het oppervlak van het stucwerk glad en egaal. Daarbij is de vlakheidstolerantie minder belangrijk omdat het verschil tussen de twee groepen, na afwerking, met het blote oog niet of echt nauwelijks zichtbaar is.
Verschil in normen
Groep 0 en 1 vallen in deze beoordeling beide onder de noemer ‘sausklaar’. Toch laten ze verschillende beoordelingscriteria zien. We besparen je de details even. Kort gezegd zou groep 1 geschikt zijn voor een mat afwerksysteem zoals Latex of muurverf. Maar kies je bij latex voor latex verfspuitwerk is dit eigenlijk niet voldoende en heb je een afwerking zoals in groep 0 nodig. Dit komt omdat er bij de matte afwerksystemen geen onderscheid wordt gemaakt tussen latex verf spuiten of ouderwets rollen terwijl een roller een grovere en minder nette structuur heeft dan het airless verfspuitwerk.
Dat maakt direct ook het verschil tussen het kiezen van de stukadoor. Kies je via werkspot een stukadoor besef dan dat deze stukadoor een andere norm kan hanteren dan een bedrijf dat zich ook gespecialiseerd heeft in het airless spuiten. Deze laatste groep zal dus een hoger level hanteren voor de wanden en plafonds stucen. Ook goed om te weten is dat de stukadoor altijd verantwoordelijk is voor het dunpleister– of stucwerk (de onderlaag). En dat pas vanaf het moment dat de schilder de afwerkingslaag gaat aanbrengen, deze de verantwoordelijkheid eigenlijk neemt.
Strijklicht op stucwerk
Een andere term die je regelmatig tegenkomt is strijklicht op stucwerk. Dit is licht dat parallel langs een wand of plafond strijkt (schijnt) en waardoor elke oneffenheid op een oppervlak zichtbaar worden. Volgens de beoordelingscriteria van het TBA is het beoordelen van het stucwerk met behulp van strijklicht niet geoorloofd is. Dat komt omdat er door deze manier van kijken altijd iets zichtbaar zal zijn in de vorm van een kleine oneffenheid. Daarom wordt er vanuit de schilders branche aangegeven dat wanden en/of plafonds moeten worden beoordeeld op 1 meter afstand met ‘normale’ verlichting.
