Het eerste gebouw, een bijzondere opdracht of een speciale techniek. Deze rubriek belicht projecten en ambities van jonge architecten. Ditmaal het kunstpaviljoen van Studio Ossidiana.
Hoe vernuftig het nieuwe kunstpaviljoen M in Almere eigenlijk is, blijkt pas vanuit de kabelbaan die erlangs loopt. Dan opeens zie je pas hoe fraai de drie ronde vormen van dit tijdelijke paviljoen op elkaar aansluiten. Dan pas worden ook de overeenkomsten met Broken Circle/Spiral Hill in Emmen zichtbaar, het wereldberoemde landschapskunstwerk van Robert Smithson waarbij een spiraalvormige landtong in een kunstmatige meertje is gelegd. Of de gelijkenis met Observatorium, die immense sculptuur van ronde aardwallen en uitgravingen in het nabijgelegen Lelystad – alsof een enorme steeninslag het vlakke polderlandschap doet golven. Het zijn weloverwogen referenties, zegt architect Alessandra Covini, die met haar levenspartner Giovanni Bellotti Studio Ossidiana runt. “Wij hebben dit tijdelijke paviljoen zo ontworpen dat het landschapskunst kan worden.”
![kunstpaviljoen](https://www.bouwwereld.nl/wp-content/uploads/2022/07/4Photo-by-Riccardo-de-Vecchi_Courtesy-Studio-Ossidiana11-scaled-e1658127881525-960x640.jpg)
“Het is een publiek gebouw dat mensen moet verbinden. Tegelijkertijd moeten bezoekers contact met het landschap maken. Dat spel van verbinding en autonomie hebben wij met cirkels verbeeld.“
Het eerste gerealiseerde gebouw van Studio Ossidiana is een pilot voor het uiteindelijke Museum M dat op deze of een andere locatie in Almere moet worden gerealiseerd. Dit nieuwe museum toont ‘immersieve kunst’, een hippe term voor ruimtelijke installaties die een zintuigelijke ervaring bieden. Met deze invalshoek wil het museumbestuur aansluiten bij de landschapskunst waar de Flevopolder om bekend staat. Ter illustratie: op de twee openingsexposities zijn onder meer grote sculpturen te zien waar je als bezoeker om- en doorheen kunt lopen en halfrond scherm met bedwelmende digitale beelden met een soundscape. Covini: “Het kunstpaviljoen moet minimaal vijf jaar op deze plek kunnen staan. Daarna kan het geheel of gedeeltelijk worden verplaatst. Het ronde podium bestaat uit geschakelde betonelementen en kan relatief eenvoudig worden gedemonteerd en verplaatst. De pier bestaat uit omgekeerde u-profielen van beton en kan ook worden verplaatst.”
Zintuigelijke architectuur
Het paviljoen bestaat uit drie cirkels. “Het is een publiek gebouw dat mensen moet verbinden. Tegelijkertijd moeten bezoekers contact met het landschap maken. Dat spel van verbinding en autonomie hebben wij met cirkels verbeeld”, aldus Bellotti. De grootste cirkel is een ronde pier, die slechts één hoekpunt van een kade raakt. Aan de overkant van die ronde pier ligt een rond betonnen platform met daarop een opvallende constructie van semi-transparant polycarbonaat. Waar pier en kunstpaviljoen elkaar raken ligt een klein rond platform gevangen in het binnenwater van de ronde pier. “Het is een experimentele museumzaal voor kunstpresentaties in de buitenlucht.”
Net als de kunst die in dit tijdelijke museum is te zien moet ook de architectuur een zintuigelijke ervaring bieden. “Door de semitransparante gevel ervaar je als bezoeker niet alleen het ritme van de dag. Het binnenvallende daglicht is ’s ochtends anders dan in de middag of bij de schemering. In de avond licht museum op als een lantaarn, waarbij de vier vensters helder oplichten.” Daarnaast verandert de ervaring van de architectuur ook met de seizoenen. “Op een zonnige zomerdag is het licht fel en geel. In de winter is het licht juist koel, bijna groen soms.” Bovendien is het museum als een kompas op de noord-zuid as geplaatst. “De ramen op het noordoosten en noordwesten zijn geplaatst op de zonsopgang en zonsondergang van 21 juni. De zuidelijke twee ramen vangen juist het eerste en laatste zonlicht op de winterse zonnewende op 21 december.”
Om de ervaring van de kunst niet te verstoren wordt de lichtinval gereguleerd met grote doeken. Hierin zijn geometrische inkepingen gemaakt, zodat de harde geometrie van rechte lijnen en ronde vormen speels wordt doorbroken. Het semi-transparante polycarbonaat maakt niet alleen een bijzonder lichtspel mogelijk, het materiaal roept ook sterkte associaties op met musea, zegt Covini. “Zo is het een terugkerend element in gerenommeerde kunstinstellingen als de Kunsthal in Rotterdam, Fondazione Prada in Milaan en The Garage in Moskou, alle drie ontwerpen van OMA.” En niet onbelangrijk: “Het is een goedkoop en relatief licht materiaal dat makkelijk is toe te passen.”
Favoriet historisch gebouw? De villa van Hadrianus in Tivoli en het
Topkapi Paleis in Istanboel.
Favoriet hedendaags gebouw? Het vogelverblijf in de London Zoo, ontworpen door Lord Snowdon en Cedric Price.
Favoriet Nederlands gebouw? Het Groothandelsgebouw in Rotterdam naar ontwerp van Hugh Maaskant.
Favoriete architect? John Hejduk en Cedric Price.
Favoriete hedendaagse architect? Ensamble Studio vanwege de wijze waarop compositie, materiaalgebruik en onderzoek met elkaar worden verbonden.
Favoriete Nederlandse architect? Aldo van Eyck.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen werken? Meer nog dan in een bepaald land, willen wij werken aan bouwen op het water.
Wat zou je nooit ontwerpen? Hoogbouw.
Wat is je droomopdracht? Het ontwerp van een park met daarin diverse experimentele paviljoens en folly’s voor mensen en andere levende wezens.
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? Duiventorens.
Meest waardevolle advies ooit? Besteed tijd aan het vinden van je eigen positie, methode en taal, en daag je eigen vakgebied uit.
Prix de Rome
Het ontwerp kwam tot stand in een besloten competitie waarvoor vijf jonge bureaus waren uitgenodigd. Studio Ossidiana was uitgenodigd op basis van de onderscheiding met de Prix de Rome, belangrijkste Nederlandse prijs voor jonge architecten, in 2018 voor Amsterdam Allegories, een fictief landschap van drijvende eilanden die door Amsterdam kunnen worden versleept en zo voor de hele stad toegankelijk zijn. “Elementen van dat ontwerp hebben we gebruikt voor Museum M”, geeft Covini toe. Ook dit kunstpaviljoen lijkt als een eiland in het water te drijven. Bovendien moet het paviljoen kunnen worden verplaatst.”
Water speelt ook een cruciale rol in het ontwerp. “Dit paviljoen staat tenslotte op een voormalige zeebodem.” Een subtiele referentie daaraan zijn de schelpen die in het roze beton zijn meegegoten. Het glanzende parelmoer in de oesterschelpen en de het diepe zwart van de waddenmossels vormen een fraai contrast. “Beton is enorm milieubelastend. Daarom behandelen wij dat juist als een hoogwaardig materiaal”, aldus Bellotti. Het dak van het paviljoen is geheel bedekt met schelpen. “Dat werkt fantastisch als geleidelijke waterafvoer en foerageer- en broedplek voor vogels.”
De historische aanwezigheid van de zee, referenties aan museale en landschappelijke kunst, en een subtiel spel met natuurlijk daglicht zijn conceptuele lagen die het ontwerp samenhang geven. Zelfs de schelpen zijn op basis van hun oogststijd zo over het beton verdeeld dat ze samenhangen met de plaatsing van de vensters op de zonnewendes. “Een krachtig conceptueel uitgangspunt helpt ons om focus te behouden bij het ontwerp. Daardoor krijgt een gebouw weer een heldere samenhang, ook al krijg je als bezoeker niet alle lagen mee.” Covini: “Zo blijft er als bezoekers iets te ontdekken. Architectuur is niet alleen een constructie van materialen maar ook van verhalen.”
Floriade
Naast de conceptuele verdieping deed Studio Ossidiana uitgebreid materiaalonderzoek. Daarbij werd gebruik gemaakt van “krankzinnig veel externe experts”, aldus Covini. “Hoe weet je hoeveel licht polycarbonaat door laat? Hoeveel kracht kan dat materiaal hebben? Daarvoor is de expertise van de fabrikant onmisbaar. Daarom hebben we die geselecteerd op basis van eerdere ervaring met architectonische projecten.” De grote winterstormen werden in elk geval met glans doorstaan door de fragiele constructie van kunststof. “Door de ronde vorm werd de wind er omheen geblazen.”
Dit jaar ligt Museum M in het hart van het Floriadeterrein. “Dat maakte vooral het bouwproces niet makkelijk. Er waren voortdurend nieuwe gesprekspartners en een slepende onzekerheid”, zegt Bellotti. Ook was de tijdsdruk enorm. Het eerste schetsontwerp was in september 2020. Nadat de winnaar in november van dat jaar was bekend gemaakt, werkte Studio Ossidiana zes maanden aan een definitief ontwerp. De uiteindelijk bouw duurde vervolgens negen maanden. “Door slim materiaalgebruik en de snelle oplevertijd zijn wij van de eerste schets tot en met de oplevering binnen het budget van 2,5 miljoen euro gebleven.” Al moesten er ook compromissen worden gesloten. “Liever hadden we geen reling om de pier gehad, zodat je als bezoeker meer contact staat met het water. Maar dat was vanuit veiligheidsoverwegingen een no-go. Het realiseren van architectuur is ook luisteren en vertrouwen op anderen.”
Projectgegevens
Locatie: Floriadeterrein, Almere
Architect: Studio Ossidiana
Partnerarchitect: Goldsmith Company
Technisch advies: BDG Architecten, TDS Engineering, Ingenieursbureau Boorsma
Aannemer: Olde Rikkert
Toeleveranciers: Tomaello, Fiction Factory
Oppervlakte interieur: expozalen 245 m2, opslag 42 m2
Oppervlakte perceel: 1000 m2
Inhoud paviljoen: 1350 m3
Oplevering: april 2022
Foto’s: Riccardo de Vecchi
Lees ook: