De Eerste Kamer ziet niets in invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024. De uitwerking vertoont nog teveel juridische en technische mankementen om nu al tot verantwoorde invoering over te gaan, vindt een meerderheid van de senatoren. Minister Hugo de Jonge ziet niets in uitstel.
Een meerderheid van de Eerste Kamer steunde dinsdagavond een motie van senator Saskia Kluit (GroenLinks-PvdA), waarin gesteld wordt dat overheden nog niet klaar zijn voor invoering en waarin de minister wordt opgeroepen om deze zorgen van de kamer zo snel mogelijk met de gemeenten en de provincies te bespreken.
Een sterk signaal, dat niet zomaar genegeerd kan worden, vindt Saskia Kluit. “Dit is een ongekende stap. Het is exceptioneel dat de Eerste Kamer met een motie terugkomt op een eerder besluit.” Dat besluit viel in maart, toen de Eerste Kamer instemde met invoering per 1 januari 2024. Kluit: “Maar de Eerste Kamer stemde in maart alleen in door toezeggingen die minister De Jonge had gedaan over oplossingen. Maar die zijn niet ingelost.”
Zo hebben de meeste gemeenten nog geen milieueffectrapportage (mer) voor hun omgevingsvisie, lukt het nog niet om de websites van de omgevingswet aan de toegankelijkheidseisen te laten voldoen en kunnen voornemens voor ruimtelijke plannen nog niet in het Digitaal Stelsel Omgevingswet worden gepubliceerd, waardoor vroege burgerparticipatie niet mogelijk is. “Al deze zaken waren voorwaardelijk voor de steun van de Kamer”, zegt Kluit.
De Jonge: geen uitstel Omgevingswet
Minister Hugo de Jonge heeft herhaaldelijk gezegd dat hij de invoering van de Omgevingswet niet nog eens wil uitstellen. Ook in het debat afgelopen dinsdag was dat zijn standpunt. “In alle eerlijkheid: deze motie is onwerkbaar”, zo stelde hij, waarna hij de motie dan ook ontraadde.
Het staat De Jonge vrij om de motie naast zich neer te leggen, maar volgens Kluit zou dat onverstandig zijn. “Ik zou dat cynisch vinden en het zou het vertrouwen in de bestuurlijke verhoudingen schaden. Het is niet niks dat de Eerste Kamer dit nu tegen de minister zegt. Ik hoop dat ook de decentrale overheden – die rond de invoering van de Omgevingswet op basis van gelijkwaardigheid opereren met het Rijk – nog eens oprecht gaan kijken of het wel verstandig is om 1 januari 2024 aan te houden.”
De vraag is of dit daadwerkelijk gaat gebeuren. In de Eerste Kamer zijn partijen die betwijfelen of dit wel de rol is die de Eerste Kamer hoort te pakken. In tegenstelling tot de voorstanders die menen dat de invoeringsdatum via een normaal Koninklijk Besluit zonder parlementaire betrokkenheid kan worden aangepast, zegt minister De Jonge dat een wettelijk besluit staatsrechtelijk niet zomaar ongedaan gemaakt kan worden. De Vereniging Nederlandse Gemeenten sluit zich daarbij aan.
Eventueel uitstel is onverantwoord, aldus een woordvoerder. “Alle aandacht en tijd moet nu op de invoering gericht zijn. We hebben daarbij ook gesteld dat nu, twee maanden voor inwerkingtreding, weer terugkomen op een genomen besluit onbezonnen is, omdat steeds andere signalen vanuit de landelijke politiek een negatief effect hebben op gemeenten, omdat ze twijfel zaaien over hun inzet.” De koepel voor provincies, het Interprovinciaal Overleg Provincies (IPO), staat minder stellig in de wedstrijd. Een woordvoerder laat weten te wachten met een reactie tot na het overleg met het Rijk, waarbij meespeelt in hoeverre eerdere zorgen van het IPO kunnen worden weggenomen.
Bundeling van wetten, regels en voorschriften
De Omgevingswet bundelt 26 wetten en tal van regels en voorschriften over onze fysieke leefomgeving in één wet. De wet werd al een aantal keer uitgesteld, maar in maart besloot een meerderheid in het Parlement om in te stemmen met 1 januari 2024 als inwerkingstredingsdatum voor de Omgevingswet. Het idee: een stroomlijning van procedures en regels die met ruimtelijke ordening en milieu te maken hebben. Het Omgevingsloket moet dit mogelijk maken.
De Eerste Kamer riep Hugo de Jonge ook al op het matje op 24 oktober. Toen gaf de minister, afgezien van een toezegging voor betere monitoring van de Omgevingswet, geen duimbreed toe en weigerde hij tegemoet te komen aan de wensen van een groot deel van de Eerste Kamer. Wat hij nu gaat doen met de motie is dus onzeker. De Eerste Kamer heeft gevraagd uiterlijk binnen twee weken te rapporteren over het gesprek met de gemeenten en de provincies.