Manager duurzaamheid Ruben Raadschelders streeft ernaar de uitstoot van Dura Vermeer tot nul te reduceren. Daarvoor kijkt hij kritisch naar duurzaamheid en benadrukt hij het belang van eenvoud: iets zo duurzaam mogelijk doen op de gemakkelijkste manier. Zo past Dura Vermeer als primeur in de Benelux constructiestaal toe dat in de smeltovens geproduceerd wordt met waterstof, in plaats van met kolen.
Ruben Raadschelders (29) uit Aalsmeer is manager duurzaamheid bij Dura Vermeer Bouw Midden West. Praktische kennis over duurzaam bouwen doet hij op in het honderd jaar oude huis – een voormalige geitenstal – dat hij samen met zijn vriendin aan het opknappen is. Bij voorkeur met allerlei tweedehands bouwmaterialen. Gevraagd naar andere ervaring op dat vlak zegt hij niet beter te weten dan dat de bouw onderdeel van zijn leven is. Zijn opa, ooms en neven komen uit de (hout)bouw.
Bouwen is hem dus met de spreekwoordelijke paplepel ingegoten. Hij volgende een hbo-opleiding bouwkunde en verdiepte zich zeven jaar geleden voor zijn afstudeeropdracht in de circulaire bouweconomie, waarvoor hij een tool ontwikkelde om circulariteit te meten. Dura Vermeer is onderverdeeld in de divisies Infra, Techniek en Bouw & Vastgoed. Raadschelders is te werk gesteld bij een van de acht bouwbedrijven die onder de divisie Bouw & Vastgoed vallen. Zijn rol binnen het bedrijf is de duurzaamheid versnellen.
Wat boeit je aan duurzaam bouwen?
“We zijn eraan gewend geraakt om bouwen erg ingewikkeld te maken, terwijl je duurzaam bouwen juist zo eenvoudig mogelijk moet proberen te maken. Die noodzakelijke vereenvoudiging vind ik mateloos boeiend. Iets zo duurzaam mogelijk doen op de gemakkelijkste manier. Gaandeweg kwam ik erachter dat er ongelooflijk veel in te ontdekken valt. Je bent nooit uitgeleerd. Sterker nog, sinds ik als manager duurzaamheid bij Dura Vermeer aan het werk ben, leer ik elke dag weer nieuwe dingen. We ontdekken steeds meer waar de circulaire en dus duurzame bouweconomie nu echt om gaat.”
“Daarbij merk ik dat het goed is behoorlijk nuchter te zijn. Je weet pas echt of iets duurzaam is als je er kritisch naar kijkt en het goed kunt aantonen. Daar komt bij dat als de bouwsector niet oppast, we het Global Carbon Budget met betrekking tot de 1,5 graden opwarming binnen een paar jaar overschrijden. Ik vind het mooi om te proberen dat moment te voorkomen. Met die kritische maar nuchtere blik probeer ik de verschillende duurzaamheidsprocessen vorm te geven in onze vestiging.”
Dura Vermeer hanteert het begrip Net Zero. Waar gaat dat over?
“Goeie vraag. Het is onze ambitie om onze uitstoot tot nul te reduceren. Om dat te bereiken, hanteren we een methodiek volgens de EU Green Deal en straks een uniforme methode om onze uitstoot te rapporteren. De methodiek bestaat uit drie scopes. Scope 1 gaat over de directe uitstoot. Denk daarbij aan de CO2 die je uitstoot als je bijvoorbeeld met een benzineauto op pad gaat. Belangrijk is hierbij te bedenken dat dit gaat om slechts 1 procent van de uitstoot binnen de divisie Bouw & Vastgoed. Scope 2 gaat over de indirecte emissies, zoals de energie die Dura Vermeer inkoopt.”
“Om deze elektriciteit te verkrijgen, komt elders uitstoot vrij. Bij elkaar gaat dit over minder dan 1 procent. De overige 98 procent uitstoot valt in scope 3 en gaat over de keten als geheel. Die begint ruwweg bij de winning van grondstoffen en eindigt bij de sloop van een door ons gebouwd pand. Dat stuk tussen het winnen van grondstoffen en de sloop van een pand kan wel 90 jaar beslaan. Deze gehele tijd is onze scope 3. Het mag duidelijk zijn dat daar de meeste winst te behalen valt. Besluit je beton in een gebouw toe te passen, dan kun je veel CO2-reductie realiseren als je goed nadenkt over de samenstelling van dat bouwmateriaal.”
![Ruben Raadschelders, Dura Vermeer.](https://www.bouwwereld.nl/wp-content/uploads/2024/06/01-2.jpg)
Kun je dat concreet maken?
“De bouw kun je verduurzamen door te focussen op energieneutraal bouwen en biobased materialen op te schalen, door beton en staal te verduurzamen. Daar komen heel concrete toepassingen van voorbij. Zo zijn op een van onze projecten de eerste dekvloeren gestort in geopolymeerbeton, een materiaal met een veel lagere carbon footprint dan regulier beton. Überhaupt passen we in onze projecten enkel nog duurzaam beton toe met een hoog percentage granulaat en waar nodig duurzamere bindmiddelen.”
“Of neem ons nieuwe kantoor, dat we in Amsterdam aan het bouwen zijn. Daar passen we als primeur in de Benelux constructiestaal toe dat in de smeltovens geproduceerd wordt met waterstof in plaats van met kolen. Daar realiseren we op staal een CO2-reductie van 95 procent. Met dit soort gave initiatieven uit de keten komt de circulaire bouweconomie stap voor stap dichterbij. Het is essentieel om de keten erbij te betrekken door gesprekken te voeren met leveranciers, ‘materiaaltafels’ te organiseren en projecten vanuit het Carbon Budget te benaderen.”
Waar zit de meeste weerstand in de keten als het gaat om de CO2-reductie die jullie vragen?
“De weerstand zit vooral in de technische hoek. Veel kan nog niet en opschaling van wat wél kan, kost geld. Neem beton; er zijn al flinke stappen gezet om te verduurzamen. Je kunt nu al andere cementsoorten en bindmiddelen toepassen en met veel meer granulaat gaan werken. Overigens zijn de verschillende betonproducenten daar al volop mee bezig. De ambitie is om op te schalen naar 100 procent granulaat zodat er geen nieuw grind meer nodig is. Ook wordt er onderzoek gedaan naar alternatieven voor het bindmiddel cement. Maar het kost tijd voordat dát allemaal is opgeschaald en al die fabrieken daarop ingeregeld zijn. Zover is het nog niet.”
“Een andere belangrijke factor die meespeelt in CO2-reductie is de energietransitie. Die staat eigenlijk aan de basis van verduurzaming. Want het feit dat staal nog steeds een hoge impact heeft, is te wijden aan de enorme hoeveelheid energie die voor de productie nodig is. We hebben nu één project waarbij CO2-arm staal is toegepast, maar op grote schaal staal produceren kan nog steeds niet op een groene manier, althans nu nog niet. Dus toepassing van dat materiaal heeft voorlopig nog een negatieve impact.”
Is het denkbaar, dat wie in 2050 nog niet energieneutraal kan produceren, uit jullie keten valt?
“Dat is zeker denkbaar. We hebben een keiharde doelstelling om naar nul uitstoot in 2050 te gaan en over zes jaar willen we op een reductie van 50 procent zitten. Dat is ongeacht de omzet die we halen of het aantal vierkante meters dat we bouwen. We hebben het over een absolute reductie. Daar moeten we onze partners wel in meekrijgen, want anders gaan we die doelstelling nooit halen en worden we daar door aankomende wetgeving op afgerekend.”
Dura Vermeer realiseert per 2050 minimaal 90 procent CO2-reductie en compenseert de rest. Wat bedoelen jullie precies met dat compenseren?
“We gaan ervan uit dat we niet alles kunnen reduceren, terwijl dat nadrukkelijk wel de bedoeling is. Maar als het niet lukt, compenseren we de rest. Een manier om dat te doen, is door te kiezen voor CO2-opslag in gebouwen door biobased materialen zoals hout toe te passen. Dat vinden wij een betere methode om CO2-uitstoot mee te compenseren dan door bomen te planten. Daar heb ik eens een paar rekensommetjes op losgelaten en dan ontdek je al snel dat bomen planten niet werkt. Als je één jaar aan (bouw)activiteiten in Noord-Holland en Utrecht wilt compenseren, heb je het over zo’n 120.000 bomen die 30 jaar moeten blijven staan. Dat is ongeveer elk jaar een Amsterdamse Bos erbij. Dat gaan we dus nooit redden en werkt averechts.”
Dus bomen planten is geen optie?
“Voor Dura Vermeer niet. Daar komt bij dat als je bomen planten toestaat als manier om CO2-uitstoot te reduceren, je bedrijven min of meer stimuleert niets aan hun uitstoot te doen, omdat ze dat met bomen kunnen compenseren. Een ander bezwaar is dat die bomen de uitstoot pas na 30 jaar gecompenseerd hebben, terwijl je die uitstoot al hebt gemaakt. En over 30 jaar zijn we allang over die 1,5 graden opwarming heen, terwijl we dat juist nu moeten zien te voorkomen.”
Hoe staan jullie tegenover de toepassing van biobased bouwmaterialen?
“Het toepassen van biobased isolatie-, gevel- en afwerkingsmaterialen is een onderdeel van onze strategie en noodzakelijk. Een andere doelstelling is het stimuleren van houtbouw. Om dat te realiseren hebben we voor grondgebonden woningen een duurzame variant ontwikkeld in hout.”
‘We kunnen grote stappen zetten met energieneutraliteit, houtbouw en reducties in beton en staal’
Gaan biobased bouwmaterialen echt zoden aan de dijk zetten als het om CO2-reductie gaat?
“Ja en nee. Het is evident dat isolatiemateriaal uit vlas of hennep een veel lagere carbon footprint heeft dan isolatiemateriaal uit glas of steen. Maar als je naar de totale uitstoot in scope 3 kijkt, dan komt ruim de helft voor rekening van het energieverbruik. Beton neemt van de materiaalgebonden emissies zo’n 40 procent voor zijn rekening.”
“Beton kan steeds vaker vervangen worden door hout. Dan komen pv-panelen, staal en glas, gevolgd door cementgebonden producten. De overige bouwmaterialen zoals isolatie en gevels kunnen steeds vaker vervangen worden door biobased materialen als vlas en bamboe. Biobased materialen slaan CO2 op en zijn noodzakelijk om Net Zero te behalen. Daarnaast zorgen deze materialen voor een gezondere leefomgeving. Maar de focus ligt op energieneutraliteit, houtbouw en reducties in beton en staal. Daarmee kunnen we echt grote stappen zetten.”
![](https://www.bouwwereld.nl/wp-content/uploads/2024/06/Ruben-7.jpg)
Kun je stellen dat je als bedrijf duurzaamheid hoog in het vaandel moet voeren om talent aan te trekken dat nodig is om de transitie naar een circulaire bouweconomie te maken?
“Ik weet het wel zeker en dat merk ik aan de aanwas en de mentaliteit van stagiairs, afstudeerders en young professionals die bij Dura Vermeer rondlopen. Je merkt dat ze echt gedreven zijn om mee te denken over het verduurzamen van de bouwsector. Ze willen graag bij ons hun stage doen, omdat we vol inzetten op duurzaamheid. Dat is geen praatje waarmee we ons populair willen maken. Het is wat telt voor de jongere generatie. Voor jong talent liggen bij ons volop kansen om onderzoek te doen naar diverse thema’s binnen duurzaamheid. En ik merk dat het werkt. Toen ik hier begon, was ik een van de vijf trainees. Nu hebben we bij onze vestiging bijna 20 trainees en nog een hele groep met stagiairs.”
Inzetten op duurzaamheid gaat wat Dura Vermeer betreft dus ook over het soort personeel dat je wilt aantrekken?
“Beslist. Dura Vermeer heeft, net als elk ander bouwbedrijf, te maken met krapte op de arbeidsmarkt. En dan kun je wel heel ambitieuze doelstellingen formuleren over hoe groen je wilt zijn in 2050; als je niet het talent aan je bedrijf weet te binden om daar invulling aan te geven, blijven het loze doelstellingen. Als je het aandurft jong talent de ruimte te geven om met baanbrekende ideeën te komen die misschien een beetje schuren, ben je echt met vernieuwen bezig. We zullen de komende decennia nog gigantische stappen moeten zetten en dat gaat beslist niet lukken zonder talent. De aanwezigheid daarvan in de organisatie is misschien wel de beste garantie voor succes in de toekomst. Veel effectiever althans dan 1.000 bomen per dag planten om groen te doen. Daar trekken we geen talent mee aan en daarmee redden we de aarde ook niet.”