Het Amsterdamse woningbouwcomplex De Koningsvrouwen van Landlust is opgeleverd in 1938 en wordt nu compleet gerenoveerd. Een bouwkundige noviteit was destijds de toepassing van stalen portalen die doorlopen in de steens gevels, alsmede ingemetselde stalen balken boven de forse gevelkozijnen.
Vanwege de monumentale status van het complex wordt de renovatie uitgevoerd met een volledige doos-in-doosconstructie. Die wordt volledig dampdicht ingepakt en ook nog eens rondom geventileerd om volledig zeker te zijn dat er geen vochtschade ontstaat aan het staal en de houten balklagen. De inbouw van een doos-in-doos constructie betekende wel dat het warmteaccumulerend vermogen van de woningen fors afnam. De woningen hebben echter een behoorlijk glasoppervlak en een situering op de zon, waardoor de noodzaak tot koeling in de zomerperiode ontstond. Daarom is gekozen voor verwarming en koeling middels warmtepompen met koude- en warmteopslag in de bodem.
Als afgiftesysteem is gekozen voor klimaatplafonds van Comfortplafond. Dit zijn 15 mm dikke gipsplaten waarin watervoerende leidingen zijn aangebracht.
Het Comfortplafond is bij de Koningsvrouwen geïntegreerd in een totaalaanpak, waarin ook geluidisolatie en vooral brandveiligheid een rol speelden. Met houten balklagen en plafonds van stucwerk op riet was daar het nodige aan te verbeteren. Opdrachtgever Eigen Haard zette bij de renovatie hoog in op energiezuinigheid en comfort.
Meer over de renovatie van de Koningsvrouwen van Landlust is te lezen in Bouwwereld 3 van 18 maart 2011.