Als de leisteen geveltegels van een kantoorgebouw naar beneden vallen en een voetganger op een haar na missen, besluit de opdrachtgever tot actie over te gaan. Hij laat de beplating verwijderen en vervangen door middel van mechanische bevestiging. Om vervolgens de herstelkosten op de aannemer te verhalen.
Het bestek voorzag in de bouw van een kantoorgebouw waarvan de eerste bouwlaag zich circa 6 meter boven het maaiveld bevindt. Deze bouwlaag steunt op een betonnen constructie, bestaande uit vier trapsgewijs toelopende betonnen pilaren. Eén op elke hoek van het gebouw. Het publiek kan onder het pand door lopen/fietsen. De hele constructie is afgewerkt met gevelbekleding.
Hardsteen geveltegels, blijkt uit het bestek, die met ankers worden vastgehaakt. Uiteindelijk wordt gekozen voor leisteen geveltegels, vol in de specie. Als enkele geveltegels naar beneden vallen, besluit de opdrachtgever de gevelplating helemaal te laten verwijderen en te vervangen door middel van mechanische bevestiging. Hij schakelt daarvoor een andere aannemer in. Vervolgens probeert hij de kosten van herstel à 340.789,99 euro te verhalen op de aannemer van het eerste uur.
Uit rapporten en de omstandigheid dat meerdere malen geveltegels naar beneden zijn gevallen, concludeert de arbiter dat de oorspronkelijk toegepaste methode van bevestiging niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Het in de specie zetten van leisteen geveltegels op waterdicht beton is zelfs risicovol. Van enige droging van binnenkomend vocht via een geventileerde spouw is immers geen sprake. Dit vocht kan ’s winters bevriezen, waardoor de tegels van de gevels worden gedrukt. De arbiter stelt vast dat de tegels op veel plaatsen niet vol en zat in de specie zijn aangebracht. De schade komt dan ook door de gebrekkige uitvoering en de verkeerde bevestigingsmethode. Het mechanisch verankeren van de leisteen geveltegels – met een luchtspouw achter het natuursteen – volstaat wel.
Onaanvaardbaar
De schade heeft zich het eerst voorgedaan aan de zuidwest gevel. Dat is volgens de arbiter het gevolg van het feit dat die gevel de grootste regen- en thermische belasting heeft. Ook de andere zijden van het gebouw hebben hiermee te maken, zij het in mindere mate. Op termijn zullen hier geveltegels loslaten en naar beneden vallen. Onaanvaardbaar, omdat de gevels zich boven een gebied bevinden dat toegankelijk is voor fietsers en voetgangers.
De opdrachtgever heeft daarom terecht besloten de gehele leisteen gevelbeplating te laten verwijderen en te vervangen door middel van mechanische bevestiging. De aannemer moet deze kosten vergoeden en betaalt 17.698,17 euro aan arbitragekosten.
Geschilnummer 30.104
