Voor het Jan Tinbergen College in Roosendaal koos Ton Vissers van architectenbureau 37B voor het metselwerk een bijzondere steen. Hij zocht namelijk een steen met een ruw oppervlak en een wat bonte kleur. Het ruwe oppervlak zorgt er namelijk voor dat lekwater niet in één rechte lijn naar beneden stroomt, maar dat het zich wat meer verdeelt over de gevel.
Vervuiling tekent zich daardoor minder snel af en vooral aan de snelweg is dat iets om rekening mee te houden. Voordeel van een ruwere steen is ook dat die enigszins bijdraagt aan een akoestisch aangenaam klimaat op met name de binnenpleinen. En esthetisch refereert een ruwe steen aan het asfalt van de snelweg.
Gevelbeeld
Het Jan Tinbergen College in Roosendaal staat pal langs de snelweg. Het ontwerp van architect Siebren Baars (destijds werkzaam bij Grunstra Architecten) is daarom ook afgeleid van de snelweg met zijn verzinkt stalen vangrails, rijbanen van asfalt en beton.
Voor de gevel koos architectenburo 37B een patroon uit met drie verschillende lagenmaten (M50, M60 en M90) met steenlengtes van 188 en 288 mm. Daarbij zijn drie verschillende steenkleuren toegepast, zodat er 18 verschillende bakstenen ontstaan. Architect Ton Vissers vertelt dat deze bewust niet in een helemaal wild verband zijn toegepast. ‘Dan zou het gevelbeeld veel te onrustig worden. En in de uitvoering was het ook niet te doen. Het was logistiek nu al een crime met 18 verschillende stenen, waarbij je niet wilt dat er te veel stenen van één kleur naast elkaar komen te liggen.’
Horizontale banen
De horizontale banen die nu in de gevel aanwezig zijn, vormen volgens Vissers ook een heel mooi beeld van de rijbanen op een snelweg. Dat horizontale wordt versterkt doordat gekozen is voor stootvoegloos doorgestreken metselwerk, waarbij een mortel op kleur is toegepast. Het horizontale beeld wordt ook rondom de diverse sparingen in de gevel volgehouden. Doordat de kozijnen strak op lagenmaat zijn ontworpen, konden rollagen en dergelijke achterwege blijven.
Draadframe
‘We wisten wat voor steen we wilden hebben en toen zijn we gaan praten met steenfabrikanten.’ Uiteindelijk kwam Vissers terecht bij de Belgische Wanlin fabriek van Wienerberger groep, die een strengperssteen produceert met een frame van ijzerdraad in plaats van met een aluminium mal. Door de klei door het draadframe te persen, gaat de klei trekken en stroopt de huid daarvan min of meer op. Dat geeft een bijzonder uiterlijk aan de steen.
Dit uiterlijk wilde Vissers ook op de hoeken vasthouden. Die zijn echter niet haaks. ‘Een vertanding wilden we niet. Slijpen geeft een heel ander aanzien. Ook vormstenen gaven door het productieproces een ander aanzicht op de kopse kant.’ Uiteindelijk is ervoor gekozen om de stenen in verstek te zagen, waarbij de scherpe hoeken er afgeslepen zijn. Hierdoor ontstaat een facetrand op de hoeken.
Glasgevel
Naast de gemetselde gevel is ook een bijzondere glasgevel toegepast. Het zigzagbeeld in de vliesgevel op het zuiden refereert eveneens aan de vorm van de rijbanen op de snelweg. Deze gevel is echter zon- en geluidbelast (64 dB(A)), terwijl er studielandschappen achter liggen. Zonwering wilde Vissers hier niet toepassen, niet aan de buiten- en niet aan de binnenzijde. Uiteindelijk is geluidwerend drielaags glas toegepast met een zontoetredingsfactor van slechts 0.27, terwijl het nog steeds goed transparant is, zij het wel met een groenige tint. Door daar glas in een kleur aan toe te voegen zijn de verticale banen gevormd. Verticaal liggen er dan nog banen van een derde soort, doordat er geëmailleerd glas is toegepast ter hoogte van de vloerranden.
Ontwerp: S. Baars architect bv, Hardegarijp, Architectenburo 37B, Heeze
Constructieadviseur : Goudstikker-de Vries, Sneek
Uitvoering: De Kok Bouwgroep, Bergen op Zoom
Metselbedrijf: Brabant Metselwerk, Sprang Capelle
Glasgevel: Thermal bv, RoosendaalSteenfabriek: Wanlin (B), Wienerberger
Bouwperiode: februari 2010-2011
Waar ligt het evenwicht van de architect?
Sommige architecten worden door de ontwikkelaar betaald, en die bepaald, en de architect heeft zich daar maar aan te passen aan diens wetten, en dat gaat eigenlijk wat te ver in veel gevallen, maar deze architect heeft dat duidelijk niet en dat gaat ook te ver maar dan de andere kant op, hij bepaald even of er geen zonwering buiten of binnen komt.
Buiten kan ik me nog iets van voor stellen, maar binnen, hij kon van mij de boom in, dat bepaald de gebruiker en niet hij, ondanks zijn speciale glas, tenzij dit in samenspraak is met de gebruiker, maar dat lees ik hier niet, nee hij wilde het niet staat er, en het is onze lieve heer toch niet?