Grootschalig bouwen op het water komt voor veel belanghebbenden nog onvoldoende vlot van de grond. Er zijn veel onzekerheden en er gaat veel inspanning verloren door het spreekwoordelijk uitvinden van het wiel. Daarom worden dit jaar afspraken vastgelegd in de nieuwe norm (NTA 8111) voor drijvend bouwen.
‘Woonark’ of ‘bouwwerk’
Met de handreiking van VROM voor drijvende woningen kan een opdrachtgever en/of een gemeente kiezen voor een ‘woonark’ of een ‘bouwwerk’. Aan het eerste kleven regels van de gemeente en is een ligplaatsvergunning nodig. Hier is sprake van roerend goed. Voor het bouwwerk geldt het landelijke Bouwbesluit, dit wordt gezien als de beste optie voor grootschalige stedenbouw op het water. Hier is sprake van onroerend goed. Het Bouwbesluit regelt echter niet alle aspecten voor drijvend bouwen, omdat bouwen op het land het uitgangspunt is.
Knelpunten
De handreiking legt een groot aantal knelpunten bloot, dat door private afspraken kan worden opgelost. Mede daarvoor wordt de NTA 8111 ontwikkeld. Ook moet de NTA anticiperen op milieu- en duurzaamheidsaspecten en innovaties verder stimuleren.
Begin dit jaar is er een knelpunt bijgekomen. Toen stelde de Hoge Raad in het kader van een WOZ-probleem dat alles wat drijft per definitie roerend goed is. Dit vraagt om een aanpassing van de regelgeving. Onderzocht wordt in hoeverre de NTA hier een rol in kan spelen.
Ontwikkeling NTA
Het eerste concept van de norm wordt 3 juni besproken. Eind 2010 wordt hij vastgesteld, met publicatie in maart 2011.
