Ga naar hoofdinhoud

Dynamische deceptie

Aan het Kennemer Plein in Haarlem staat al 20 jaar het Dynamisch Kantoor, van Rudy Uytenhaak. Hier begon het Nieuwe Werken, een experiment van de Rijksgebouwendienst. Het zou een toonbeeld zijn van dynamiek en duurzaamheid. Maar dat is het niet.

Premium artikel

Het artikel dat je probeert te lezen is een  Premium  artikel
 Premium  artikelen zijn alleen toegankelijk voor premiumleden én abonnees van Bouwwereld.

Digitaal basis

Voor 7,95 per maand (excl. btw) sluit je al een  Premium abonnement af. Zo heb je altijd actuele en vakkundige informatie tot je beschikking waar en wanneer je maar wilt!

Bekijk de aanbieding 

2 reacties op “Dynamische deceptie

  • Leon

    @Philip Nijman
    Interessante reactie. Achteraf is het inderdaad altijd makkelijk oordelen en als je nu innovatief wilt zijn dan heb je het over 10 jaar sowieso fout gedaan. Daar komt nog eens bij dat als je een gebouw als duurzaam aan wilt merken, daar altijd wel een reden voor te bedenken is. Net zoals dat voor het tegenovergestelde geldt. Want wat is duurzaam he? Energieneutraal? Onderhoudsarm? Hernieuwbaar materiaal? Gebouwd voor de eeuwigheid? Linksom of rechtsom gaan er zaken haaks op elkaar staan. Duurzaam bouwen bestaat wat dat betreft niet, het enige duurzame gebouw is het gebouw dat nooit gemaakt is. Al is daar ook wel weer wat tegenin te brengen…

  • Philip Nijman

    Ik vindt het zo jammer dat voortschrijdend inzicht vaak tot zulke negatieve artikelen moet lijden.
    Om het kantoor even in het perspectief van de tijd te zetten. Toen het gebouwd werd was er mobiele telefonie, maar nog geen GSM. de PTT had net haar Kermit-netwerk afgeschaft en binnen kantoren was DECT de norm. Laptops, als ze er al waren, gingen nog in mB’s en het eerste dynamische kantoor was net gebouw door Delta Lloyd. De eerste gids over duurzaam bouwen was net uitgegeven door, ik meen, het RIVM en bevatte voorbeelden waar met minimaal water de toiletten werden doorgespoeld, dit in een opvangbak kwam die kantelde als hij vol was na een aantal spoelbeurten. We hebben het hier over de tijd dat T5-buizen van Philips nieuw waren.

    Met het inzicht van toen is het katoor in Haarlem gebouwd. PV-cellen hadden een rendement van 5% dus om op energie te besparen is gekozen voor om het keukenwater (voor) te verwarmen met collectoren. Geen dichte plafonds maar een baffle-plafond zodat de warme lucht de betonvloeren kon opwarmen en dit ’s nachts weggekoeld zou worden. Nu is er een hele techniek rond kernopwarming. Dit waren de eerste rudimentaire stappen.
    De gevel is met veel bezonnings tabellen en tekeningen, CAD stond nog in de kinderschoenen, ontworpen. Er is met de huurder gesproken over zonwering en die zou worden aangebracht als het nodig was.
    Heel innovatief voor die tijd: een grijs water circuit waar de toiletten werden gespoeld met regenwater. Hiervoor is een apart leidingnet van kunststof buis aangelegd zodat er geen verwarring kon ontstaan tussen grijs- en schoon water. De vloeren kregen de het eerste in utilliteitsbouw toegepaste bamboeparket licht qua kleur en zou het zonlicht tot ver in het gebouw kaatsen. Hierdoor hoefde verlichting niet aan. De systeemwanden zijn gemaakt van blank staal en zware keramische elementen. Het eerste voor hergebruik, het tweede om warmte en geluid te vangen. Kieren werden gedicht met kurkkit.
    De gevel bestaat uit prefabelementen, opgebouwd uit: een laagje beton met daarin gebroken bierflesjes (hergebruik), een constructieve buitenschil, PS-isolatie en een constructieve binnenschil. Voor die tijd waren deze sandwichelementen nog niet ingeburgerd. In de gevel WRC-kozijnen, onbehandeld, met individueel te schuiven glas. Hierdoor kon geventileerd worden en het geluid toch enigzins buiten blijven. De gevel is ook redelijk makkelijk te vervangen. Een kraan en een stevige steeksleutel zijn voldoende.
    Het dak is gedekt met EPDM-folie. Een type dakbedekking dat 20 jaar geleden sporadisch werd toegepast maar een lange levensduur kent en hergebruikt kan worden.
    Op allerlei manieren is geprobeerd, met de techniek van toen om een zo duurzaam mogelijk en energie zuinig gebouw neer te zetten dat redelijk simpel omgebouwd kan worden, van een andere gevel voorzien en door de grote overspanningen en meerdere trappenhuizen (onderdeel van van het doorluchten van het gebouw)vrij indeelbaar is.
    Nemeog, later NS-Vastgoed, en de RGD zijn het experiment aangegaan en we kunnen ze hier allen maar voor toejuichen. Door dit soort gebouwen is de techniek verbeterd en zijn de inzichten verfijnd.

    Het bovenstaande stuk ademt een sfeer van een gebouw dat dom bedacht is en door domme mensen is neergezet. Helaas voor Hendriks was dat 22 jaar gelden, toen het gebouw is ontworpen, niet zo. Ik zal het gebouw wel door een te roze bril bekijken omdat ik de opzichter was bij zowel het casco als de inrichting.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.