Ga naar hoofdinhoud

Wanneer zijn breedplaatvloeren een risico?

Gebouweigenaren van gebouwen die na 1999 zijn uitgevoerd met breedplaatvloeren kunnen door gemeentes worden verplicht om te controleren of deze vloeren veilig zijn. Maar wanneer vormen breedplaatvloeren een risico? Het ‘Informatiedocument beoordeling veiligheid breedplaatvloeren bestaande bouw’ geeft hier middels een stappenplan meer duidelijkheid over.

Volgens het stappenplan zijn er drie onderdelen waar een vloerconstructie op moet worden getoetst om te bepalen of er sprake is van een risicovloer:

  1. Wel/geen positief moment (doorbuiging) uit primaire krachtsafdracht bij vloernaden;
  2. Wel/geen toepassing van niet-opgeruwd zelfverdichtend beton;
  3. Grotere/kleinere schuifspanning dan 0,4 N/mm2 in het aansluitvlak tussen de breedplaat en de druklaag.

Positief moment

In beginsel is er sprake van een mogelijk risico wanneer er een positief moment (doorbuiging) door primaire krachtsafdracht bij vloernaden optreedt. In dergelijke gevallen moet er op zijn minst nader onderzoek worden uitgevoerd door een constructeur, maar zijn er geen directe maatregelen nodig.

Vloeren waarbij de afzonderlijke breedplaten aan beide uiteinden direct dragen op dragende wanden of betonnen liggers vormen geen risico, want hier kan er geen positief moment ontstaan door de primaire krachtsafdracht. Deze verloopt namelijk via de dragende wanden of liggers. In alle andere gevallen, bijvoorbeeld wanneer de breedplaten afdragen op kolommen, moet na worden gegaan of er een positief moment ontstaat en hoe groot het is.

Er wordt overigens geen onderscheid gemaakt tussen vloerdelen met of zonder gewichtsbesparende elementen. Dit betekent dat het risico niet alleen bij BubbleDeck-vloeren (toegepast in Eindhoven) aanwezig is, maar bij alle typen breedplaatvloeren.

Zelfverdichtend beton

Het risico wordt groter als de breedplaat bestaat uit niet-opgeruwd zelfverdichtend beton. Uit onderzoek van de TU/e is namelijk gebleken dat de schuifspanning bij deze typen vloeren lager is dan bij breedplaatvloeren van normaal grindbeton. Het advies is hier om de belasting op de vloeren niet verder te laten toenemen en nader onderzoek uit te voeren. De toename van belasting kan worden voorkomen door bijvoorbeeld gebouwen tijdelijk te sluiten.

Schuifspanning

Pas als ook blijkt dat de schuifspanning in het aansluitvlak tussen de breedplaat en de druklaag groter is dan 0,4 N/mm2, is er sprake van een urgent risico en moeten er direct (tijdelijke) maatregelen worden getroffen. Definitieve herstelmaatregelen zijn op dit moment nog in ontwikkeling, maar een mogelijke oplossing zou de toepassing van lijmankers kunnen zijn ter plaatse van het kritische deel. De ankers worden dan verankerd in de druklaag en de breedplaat om zo de beperkte schuifspanning te compenseren.

Nader onderzoek

Het informatiedocument geeft geen methode waarmee definitief vast kan worden gesteld of een vloer veilig is wanneer blijkt dat er geen directe maatregelen nodig zijn. Daarvoor zal er eerst experimenteel onderzoek gedaan moeten worden naar de verschillende configuraties en de afschuifsterkte tussen de breedplaat en de daarop gestorte betonnen druklaag. Dit onderzoek zal op korte termijn worden uitgevoerd, en de resultaten ervan zullen aan het document worden toegevoegd. De onderzoeksmethode in geval van een urgent risico is wel gegeven.

Het informatiedocument is hier te vinden.

Blijf voorop in de bouw met de Bouwwereld nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste (product)nieuws, trends en ontwikkelingen over bouwtechniek in je mailbox. Sluit je aan bij 16.000 bouwprofessionals en mis niets!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.