Uit de gesloten gevel van museum De Bastei in Nijmegen steekt een volglazen erker die bijna 3,20 meter uitkraagt over twee verdiepingen. De ogenschijnlijk eenvoudige glazen doos blijkt bij nader inzien een onvervalst staaltje engineerkunst in glas waarbij de architecten Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel samen met ABT en Si-X alles uit de kast trokken om met een minimum aan detailleringen een maximaal uitzicht te realiseren.
Uitkragend torentje
De erker is geïnspireerd op het zogenoemde arkeltorentje. Dit was een klein uitkragend torentje aan de bovenzijde van de middeleeuwse toren dat bescherming bood aan de schildwacht en diende als observatiepunt over de Waalkade en de rivier. Dit inspireerde architecten Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel tot het ontwerpen van de volglazen erker. Zo kunnen bezoekers van De Bastei, net als de schildwachten van destijds, ook de omgeving bekijken, maar vol in het zicht, dat dan weer wel.
Knap staaltje glaskunst
Ontwerpuitgangspunt was om met beperkte financiële middelen een volkomen glazen erker te maken, zonder zichtbare constructiemiddelen. En dat is gelukt. Wie aan de Waalkade staat, kan zien dat de flink uit de kluiten gewassen glazen doos domweg uit het metselwerk steekt. Wat is daar nou bijzonder aan? Maar schijn bedriegt. Wat bij eerste aanblik eenvoudig lijkt, blijkt bij nader inzien een razend knap staaltje glaskunst.
Bouwtechnisch avontuur
Enfin, u voelt hem al aankomen: The devil is in the detail en hoe dit bouwtechnische verhaal verder in elkaar steekt, gaat mijn verstand als hoofdredacteur te boven. Lees hier vooral verder hoe ABT en Si-X hun bouwtechnische avontuur tot een goed einde brachten. Bewonderingswaardig is het allemaal wel. Het bewijst eens te meer dat praktisch niets onmogelijk is als betrokken partijen en opdrachtgever hebben die wel van een bouwtechnisch experimentje houdt. Dan kan er iets bijzonders tot stand gebracht worden. Het arkeltorentje is er het bewijs van.