Op een hoogte van 20 meter vormen prefab betonnen liggers van Haitsma Beton mede de hoofdentree van de nieuwe OV-terminal in Breda. Er golden minimale toleranties tijdens de productie en montage.
De hoofdentree aan de zuidzijde vormt de toegang naar de brede ondergrondse passage met winkels, treinen en bussen, kantoren en het parkeerdek op het dak. Deze strekt zich op een hoogte van circa 20 meter over alle sporen uit. De constructie van de hoofdentree is een soort portaal met aan de ene zijde twee enorme wandschijven en aan de andere zijde een kern voor de ontsluiting van de diverse functies. Het dak van de entree is deels parkeerdek. Grote openingen bieden vanaf het parkeerdek een spectaculair uitzicht naar beneden.
Dakconstructie
De dakconstructie bestaat uit stalen vakwerkliggers, HTR-railliggers en HRP-randliggers van Haitsma Beton en kanaalplaatvloeren. In totaal zijn elf railliggers en zes randliggers geleverd met een lengte van ruim 21 meter en gewichten tussen 15 en 20,5 ton. Projectleider Jasper Doornbos van Haitsma Beton: ‘Bijzonder is vooral de minimale tolerantie, doordat de liggers deels zijn opgelegd in de stalen vakwerkliggers op een hoogte van 20 meter. Dat geldt ook voor de ingestorte draadeinden die een momentvaste verbinding aan één zijde mogelijk maken. Ook is er sprake van een minimale opbuigingstolerantie, omdat de druklaag bij te grote opbuiging plaatselijk te dun zou worden.’
De ‘spoorzone’ in Breda wordt in een tijdsbestek van twintig jaar omgevormd tot reis-, woon-, werk- en winkelgebied. Ondertussen is de noordzijde van het ultramoderne, hoogwaardige transportknooppunt en verblijfcomplex opgeleverd en is men gestart met de stadszijde, aan de zuidkant. Hier komen twee appartementenblokken, een fietsenkelder en een grote entree.
Bouwcombinatie
De OVT Breda wordt in opdracht van Prorail, in samenwerking met NS en Gemeente Breda, verzorgd door Bouwcombinatie OVT Breda v.o.f. (Ballast Nedam en Hurks) en is een ontwerp van architect Koen van Velsen.
Het nieuwe station telt zeven sporen, drie perrons en een nieuw busperron voor twintig bussen. Op het dak van het station kunnen ruim 720 auto’s parkeren. De noord- en zuidkant van het station worden met elkaar verbonden door een brede, ruime ondergrondse passage met winkels. In het station komen daarnaast woningen en kantoren.