De rode draad in het leven van Rudi Peeters is nieuwsgierigheid. Hij ging puur uit interesse biologie studeren omdat hij het verschil tussen een eik en een beuk niet kende, maar er alles van wilde weten. De mindset ‘ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan’ is hem op het lijf geschreven: hij is niet bang voor een sprong in het diepe. Onder meer door die kwaliteit werd hij ceo bij Vandersanden, een baksteenfabrikant die onlangs een CO2-negatieve gevelsteen lanceerde.
Peeters specialiseerde zich tijdens zijn studie biologie onder meer in biostatistiek en kon dat vak, als vervangende dienstplicht, gedurende twintig maanden onderwijzen aan de universiteit. Dat was medio jaren ‘80, de computer was in opkomst. Gedurende die tijd studeerde hij ook informatica, alweer puur uit interesse. Daarnaast ging hij bij een bank aan de slag als ICT’er en na drie jaar kreeg hij een commerciële baan waar hij elektronisch bankieren promootte. Medio jaren negentig ging hij op studiebezoek in de VS om zich verder te verdiepen in computertechnologie. Hij kwam terug met het idee de technologie van internet te omarmen en lanceerde de eerste internetbank in Europa (CERA Bank, red.). Dat werd een daverend succes.
Desalniettemin voelde Peeters zich meer een commerciële man dan een ICT’er. Hij werd directeur marketing bij KBC Bank België. Een droomjob voor hem. Bij elkaar verdiende hij ruim een decennium de kost in verschillende bankfuncties. Toch kroop het bloed waar het niet gaan kon. Hij wilde iets totaal anders doen. Hij raakte betrokken bij een start-up die een systeem ontwikkelde dat vacatures en personen koppelde. Niet alleen op basis van kennis en ervaring, maar ook op basis van passie en interesse. Dat was helemaal zijn verhaal. Hij kocht aandelen in het bedrijf.
‘Ik geloof dat de wetenschap veel problemen kan oplossen, maar we hebben ook bedrijven nodig die durven te investeren in circulair produceren’
Een mooi gevarieerd cv, hoe werd je ceo bij Vandersanden?
“Op een dag raakte ik in gesprek met een aandeelhouder die op zoek was naar een ceo voor Vandersanden. Hij vond dat mijn interesses en waardepatronen goed bij dat bedrijf zouden passen. Na een gesprek ontdekte ik dat de duurzame en innovatieve ambities van het bedrijf me aanspraken. Er was direct een klik.”
Wat maakt jou een geschikte ceo?
“Ervaring die je niet leert in de schoolbank. Vaak zeg ik: successen vier je en van fouten leer je. En als ik al kennis heb opgedaan, is het dankzij de vele fouten die ik heb mogen maken en de lessen die ik eruit mocht leren. Wat me verder helpt de persoon te zijn die ik ben, is dat ik durf te springen. Ik ben niet vies van uitdagingen en word getriggerd door interesses. Dat maakt dat ik vrij breed ben in mijn spectrum van vaardigheden. Bij een energieverslindend bedrijf als Vandersanden liggen er bovendien meer dan genoeg vragen die op een antwoord wachten. Dat was een van de redenen dat ik zo geïnteresseerd was in het bedrijf. Toen ik kwam solliciteren, waren ze al bezig met het idee een CO2-negatieve steen op de markt te brengen. Daar wilde ik aan bijdragen. Als die steen zou lukken, kon ik zeggen dat ik mede een steen gelegd heb die de rivier anders doet stromen. Dat is belangrijk voor mij. Ik wil ook relevant zijn. Dat klinkt misschien wat wollig, maar achteraf wil ik tegen mijn kleinkinderen kunnen zeggen dat opa medeverantwoordelijk geweest voor een schonere baksteenproductie.”
Wanneer drong het besef tot je door dat Vandersanden een circulaire producent van bakstenen moest worden?
“Vanaf het moment dat ik er over begon te lezen. Wat mij direct aanstond bij het bedrijf was dat duurzaamheid echt wordt beleefd. Het feit dat het een familiebedrijf is, maakt dat ze redeneren in termen van generaties en niet in termen van korte termijnrendement zoals je dat ziet bij beursgenoteerde organisaties.”
Heb je een voorbeeld van dat langetermijndenken?
“Er komen op de daken van alle fabrieken zonnepanelen. Ook als de ROI daarvan op dit moment nog niet interessant is en de subsidies misschien niet toereikend zijn. De redenering is dat dergelijke investeringen gedaan moeten worden. Ik ben er heilig van overtuigd dat bedrijven die hard en consistent inzetten op duurzaamheid de winnaars zullen zijn in de toekomst. Altijd! Gelukkig heeft Vandersanden er de financiële draagkracht voor. Met 270 miljoen euro omzet, negen fabrieken en 850 mensen in dienst is het allang geen klein bedrijf meer. Er is geld om te innoveren en te experimenteren als het gaat om duurzaam en circulair ondernemen.”
Onlangs lanceerde Vandersanden de Pirrouet, de allereerste CO2-negatieve gevelsteen. Gaan jullie daar een aparte fabriek voor bouwen?
“Jazeker. Die fabriek in Lanklaar en is momenteel in aanbouw. Begin volgend jaar gaan we de eerste stenen produceren. Het is een pilotfabriek. In de eerste fase rollen er 20 miljoen gevelstenen per jaar van de band en we kunnen opschalen tot 40 miljoen stenen per jaar. We gaan de eerste paar maanden gebruiken om het productieproces te finetunen om zo een fatsoenlijk commercieel product te kunnen lanceren. Eind Q1 2024 volgt de officiële marktintroductie.”
Een nieuwe fabriek bouwen lijkt me een kostbare aangelegenheid.
“Dat is zeker waar. Het gaat om een investering van 30 miljoen euro en dat midden in een gas- en bouwcrisis. Maar het gebeurt wel omdat we denken op de lange termijn en ervan overtuigd zijn dat een CO2-negatieve gevelsteen kan bijdragen aan de circulaire bouweconomie die in 2050 een feit moet zijn.”
Wat maakt de Pirrouet zo bijzonder?
“Dat er geen rivierklei in zit. 80 procent van de grondstof is een reststroom van de staalindustrie, de zogenoemde staalslakken. De overige 20 procent is zand uit gewone winning. We onderzoeken nog of we ook hiervoor een reststroom kunnen gebruiken. In die staalslakken zit carbinox. Dat is een kalkhoudende stof die als eigenschap heeft CO2 op te nemen en dan via een natuurlijk proces uithardt tot kalksteen. Het Belgische bedrijf Orbix, gespecialiseerd in materialen voor de bouw- en staalsector, heeft het carbonatatieproces weten te industrialiseren. Wij gebruiken dit proces om gevelstenen te maken.”
Wat kan je verder vertellen over het productieproces?
“Het mengsel van carbinox en zand geven we een bepaald vochtgehalte en we persen het in de vorm van een gevelsteen. Ook voegen we er een kleur aan toe waarmee we de look and feel van een traditionele baksteen bereiken. Vervolgens worden de stenen gedurende dertig uur in een klimaatkamer geplaatst waarin CO2 wordt gepompt. In die tijd neemt het materiaal CO2 op – het eerder genoemde carbonatatieproces – en wordt de steen zo hard als een traditionele baksteen. Een groot voordeel van dit productieproces is dat de steen buitengewoon vormvast is. Een gewone in een oven gebakken kleisteen heeft altijd een kleine maatafwijking. Die vormvastheid maakt het product ook interessant voor industriële spelers die woningbouw met robots willen gaan aanpakken. Daarnaast maakt de vormvastheid de steen ook geschikt voor droogstapelsystemen. Ook die mogelijkheid gaan we verder uitwerken en testen.”
‘Ik ben niet vies van uitdagingen en word getriggerd door interesses’
Kan de Pirrouet de vergelijking met een traditionele baksteen doorstaan?
“Het lijkt simpel: geperst in een mal en uitgehard in een klimaatkamer. Maar het is meer dan dat. Het is een nieuw product waarvoor nog geen normen bestaan. Dat wierp direct de vraag op welke normen je dan gaat hanteren. We hebben ons daarom gericht op de strenge Europese normen die gelden voor keramische bakstenen. De Pirrouet steen heeft dezelfde druksterkte en vorstbestendigheid als kleistenen. Daarnaast wilden we dat de Pirrouet dezelfde kleur, nerven en textuur als een keramische gevelsteen zou hebben. We zijn gestart met negen kleuren en verschillende oppervlaktes en we blijven het assortiment verder uitbreiden. Daarnaast mocht de Pirrouet beslist niet duurder zijn dan een gewone gevelsteen. Dat was cruciaal. Mensen hebben namelijk hun mond wel vol van duurzaamheid en circulariteit, maar als het meer kost haakt men toch vaak af. Maar het belangrijkste criterium was dat de steen CO2-negatief moest zijn en niet neutraal. Wij wilden een steen die meer CO2 opneemt dan in het hele proces aan CO2 wordt gebruikt. In elke Pirrouet gevelsteen is 70 liter CO2 voor eeuwig opgenomen.”
Zet dat zoden aan de dijk als het om CO2-reductie in de bouwsector gaat?
“Ja, sowieso. Want wat is de definitie van CO2-uitstoot in de bouwsector? In mijn ogen gaat dat over alle activiteiten. Van het productieproces tot transport tot het plaatsen en eventueel recyclen en hergebruik van bouwmateriaal. We zitten in het productieproces en met deze nieuwe steen realiseren we CO2-reductie. Door ook nog in te zetten op droogstapelsystemen dragen we nog sterker ons steentje bij aan het circulair maken van de bouweconomie. Het is ook een warme oproep aan iedereen in de bouwsector om daar werk van te maken. Zoals gezegd ben ik opgeleid als wetenschapper en ik geloof dat de wetenschap veel problemen kan oplossen, maar we hebben ook bedrijven nodig die durven te investeren in circulair produceren.”
De Pirrouet kan zonder aardgas. Maakt dat de steen niet juist goedkoper?
“Vooralsnog vraagt het een forse investering. Er zit een langdurig R&D-proces achter en de fabriek zelf kost 30 miljoen euro die afgeschreven moet worden. Je zult dat bedrag in je kostprijs moeten meenemen. De grondstof carbinox moeten we kopen. Weliswaar is het een reststroom, maar het is ook een commercieel product. Daarnaast betalen we een licentie voor het carbonisatieproces aan Orbix. Bovendien is de zuivere CO2 die nodig is voor de productie niet gratis. Wel hebben wel de ambitie om op termijn onze eigen CO2 af te vangen en voor de productie te gebruiken, maar dat proces hebben we nog niet in de vingers. Ik verwacht dat de productie op termijn wel voordeliger gaat uitpakken. CO2 gaat duur worden voor bedrijven om kwijt te raken. Ze gaan misschien wel blij worden als ze het aan ons kunnen leveren. Daarnaast gaan we de komende jaren opschalen. De pilotfabriek in Lanklaar kunnen we opschalen tot 40 miljoen stenen per jaar, maar dat is niets vergeleken met de 120 miljoen bakstenen die we op onze locatie in Spouwen per jaar produceren. Zodra we de Pirrouet in dergelijke aantallen kunnen maken, kunnen we dat schaalvoordeel in de prijs doorberekenen.”
Is het denkbaar dat Vandersanden op termijn stopt met keramische bakstenen?
“Ik denk het niet. De baksteen zal altijd een toekomst hebben. Bakstenen worden gemaakt van klei, een natuurlijke grondstof die volop beschikbaar is. Het enige nadeel is het bakproces. Maar als groene waterstofgas ooit beschikbaar komt, verdwijnt dat nadeel. Daar komt bij dat de baksteen een prachtig bouwmateriaal is dat al sinds de Romeinse tijd in onze contreien toegepast wordt in gebouwen.”
Ben je ‘groen voor de poen’ of idealist als het gaat om CO2-reductie en het optuigen van een circulaire bouweconomie?
“Idealisme kan de trigger zijn, maar het moet ook rendabel wezen. Ik geloof alleen maar in iets als er win-winrelaties ontstaan. Een win voor het bedrijf, een win voor de klant en een win voor de natuur en de maatschappij. Als er maar één wint, gaat het niet werken. Waar het om gaat, is in symbiose met elkaar samenleven. Dat is eigen aan ecosystemen. Daar weet ik als bioloog alles van.”
Foto’s: Martin Wengelaar