Ga naar hoofdinhoud

Filiforme corrosie terug van (bijna) weggeweest

Bij de ontwikkeling en toepassing van bouwmaterialen wordt steeds meer nadruk gelegd op minimalisatie van de milieubelasting. Met het accent op productie en recycling (b)lijken levensduur en onderhoud een ‘ondergeschoven kindje’. Filiforme corrosie grijpt haar kans.

Premium artikel

Het artikel dat je probeert te lezen is een  Premium  artikel
 Premium  artikelen zijn alleen toegankelijk voor premiumleden én abonnees van Bouwwereld.

Digitaal basis

Voor 7,95 per maand (excl. btw) sluit je al een  Premium abonnement af. Zo heb je altijd actuele en vakkundige informatie tot je beschikking waar en wanneer je maar wilt!

Bekijk de aanbieding 

18 reacties op “Filiforme corrosie terug van (bijna) weggeweest

  • Voor een definitieve oplossing ter voorkoming van filiforme corrosie:
    http://www.bionictechnology.nl/2/8/content/producten.html
    BioCoat 3.0 Metal Perma
    Ook de snijvlakken zijn dan goed beschermd.

  • Otto Kettlitz

    Hmmm vreemd. Er wordt me iets in de mond gelegd en dat wordt vervolgens weerlegd. Nergens staat immers in mijn artikel dat er geen grondig onderzoek is gedaan naar de achterliggende oorzaken van filiforme corrosie. De essentie is dat er op dit moment een toename te zien is van deze vorm van corrosie als gevolg van de gekozen voorbehandeling: nabij de kust standaard beitsen in combinatie met een aantal, als alternatief voor 6-waardig chromateren, ontwikkelde nieuwe voorbehandelingsmethoden. Deze ontwikkeling wilde ik met mijn bijdrage ter discussie stellen. Het afdekken van deze situatie middels het uitsluiten van filiforme corrosie in de garantievoorwaarden lijkt mij in dit kader een verkeerde insteek.

  • Klaas de Wit

    Onderstaande reactie wil ik u niet onthouden
    afkomstig uit het vakblad ‘Oppervlaktetechnieken’ van april 2015, blz.
    38.
    Als er lezer zijn die in het artikel wat in OT 1-2015 is verschenen belangstelling hebben, dan kan ik hiervan een pdf leveren.

    Reactie op de artikelen over filiforme corrosie.
    Prof.dr. J.H.W. de Wit, emeritus hoogleraar TU Delft
    Ir. H.L. van der Veen, voormalig directeur NCC en VOM
    Recent werd in dit blad (OT januari 2015) een reactie geplaatst op het artikel van Otto Kettlitz in BouwWereld. De beide artikelen gingen over filiforme corrosieproblemen. In beide artikelen werd naar de mening van de
    ondertekenaars te veel gesuggereerd dat de oorzaak en het mechanisme van deze vorm van corrosie, die vooral bij gecoat aluminium voorkomt, niet duidelijk en wetenschappelijk onderzocht zouden zijn, en dat is volstrekt onjuist. Ook 25 jaar geleden was er een plotselinge toename van het aantal schadegevallen ten gevolge van dit verschijnsel. Nadat de VOM, (één van de organisaties die in 2014 in de Vereniging lON is opgegaan), in opdracht van het Aluminiumcentrum praktijkproeven had uitgevoerd, hebben we in nauwe samenwerking met het Nederland Corrosie Centrum bij de TU Delft gericht onderzoek opgezet in nauw overleg met de industrie. Dit resulteerde in een vijftal proefschriften (zie referenties).
    waarmee we het mechanisme helder hebben gekregen en ook de kennis in handen kregen om filiforme corrosie te voorkomen. Èén onderzoek werd door STW gefinancierd, twee vanuit het IOP Oppervlaktetechnologie
    en twee vanuit het Europese programma BRITE-EURAM. Deze kennis is ook gepubliceerd en Vrij toegankelijk. Jammer dat het technisch geheugen zo kort van memorie is. Daarom hier heel kort de essentie. Filiforme corrosie
    komt vooral voor bij hoge zoutbelasting langs de kust. Het begint altijd bij een zwakke plek in de coating, meestal bij snijkanten van bijvoorbeeld raamprofielen. De groei van de filitorm is globaal in de richting van het
    wals- en extrusieproces van de aluminiumlegering. Lokale insluitsels
    kunnende richting beïnvloeden. De groei van de filiform wordt in stand gehouden door de aanvoer van zuurstof door de staart van filiform. Als de staart wordt afgedekt, stopt de groei. De gevoeligheid voor deze vorm van corrosie wordt voor een groot deel bepaald bij het walsen van de aluminium-legering. Daarbij worden koolstofrijke oxides in een enkele micrometer dikke oppervlaktelaag ingewalst. Indien deze oppervlaktelaag
    wordt verwijderd, bijvoorbeeld door beitsen, neemt de gevoeligheid voor filiforme corrosie sterk af. Omdat dit in de praktijk vaak niet mogelijk of te kostbaar is, moet de legering van een goede voorbehandeling worden
    voorzien waarna een goed hechtende organisch deklaag kan worden aangebracht. Eén en ander is vastgelegd in de huidige Qualicoat-eisen en de vernieuwde aanbevelingen van het Aluminiumcentrum.

    REFERENTIES
    H.J.W. Lenderink: Filiform corrosion of coated aluminium alloys. TU Delft 1995.
    M.B. Spoelstra. Filiform corrosion of anodized aluminium alloys. TU Delft 1999
    J.M.C. Mol: Filiform corrosion of aluminium alloys.
    The effect of microstructural variations in the substrate. TU Delft 2000
    M.H.M. Huisert: Elecirochemical characlerisation of filiform corrosion
    on aluminiun rolled products TU Delft 2001
    Premendra: Investigation of surface layer on rolled recycled AA5050 in relation to Filiform Corrosion, TU Delft 2007

  • Filiforme corrosie kan 100% worden voorkomen indien op een nieuw aluminium oppervlak onze BioCoat Metal Perma Flex wordt aangebracht (onzichtbare laag). Geeft tevens glansbehoud. Werkzame duur 20 jaar >

  • Klaas de Wit

    Mijnheer Kettlitz ik denk wel te weten op welke onderzoeken uit de internationale literatuur u doelt.
    Ik zal u in de loop van de week een database
    emailen over corrosie van aluminium/magnesium.
    Dan zult u meteen begrijpen waarom ik hier daarvan geen kond kan maken.
    Verder mijn dank voor de moeite en tijd die
    u hebt genomen om te reageren op alle reacties.
    Ben jammer genoeg nog niet (helemaal) overtuigd van de door u geponeerde stelling.

  • Otto Kettlitz

    Geachte heer De Wit. Dank u voor het artikel. Dat heb ik in goede orde van u ontvangen. Allereerst wil ik een misverstand uit de wereld helpen. De 250 schades betreffen allerlei materialen en dus niet alleen aluminium, en binnen dit materiaal, niet alleen filiforme corrosie. Waar wij het over hebben zijn ca. 10 schadegevallen gedurende de laatste 1,5 jaar.
    Verder is het zo dat wij inderdaad over andere literatuur beschikken. O.a. van concurrenten van de betreffende leverancier die zeker niet stroken met de inhoud van het door u aangehaalde artikel. Maar waar wij met name onze stellingname op baseren, naast dus onze eigen bevindingen, is een aantal internationale onderzoeken door gerenommeerde deskundigen op het gebied van corrosie van aluminium. Het ontbreekt me nu aan tijd deze hier allemaal te noemen. Een deel hiervan is overigens al of niet gratis va Internet te downloaden.

  • Klaas de Wit

    Kennelijk beschikken wij over verschillende literatuur informatie, zo te zien heb ik alleen artikelen die zeer positieve meldingen geven over chroomvrije producten, zowel van de 1e als 2e generatie.
    Helaas is deze rubriek niet groot genoeg om al mijn literatuur te vermelden. Niettemin wil ik u verwijzen naar een recent artikel in het periodiek Aluminium (29)’14 nr. 7 ISSN 0920-5608, p. 14-15, met de titel ‘Chroomvrije voorbehandeling op aluminium in kaart gebracht.’
    Het is mogelijk een gekleurd artikel omdat het afkomstig is van een leverancier van chroomvrije producten.
    Ook is het mij bekend dat de laboratoriumtesten waarover het artikel gewag maakt in de praktijk anders kunnen uitvallen.
    Ondanks de door u aangemerkte 250 schadegevallen waarvan hier maar moet worden aangenomen dat deze een gevolg zijn van het gebruik van chroomvrije alternatieven is, behoeft dit nog niet altijd zo te zijn.
    Ongetwijfeld zullen er in de chroomvrije producten de nodige kwaliteitsverschillen zitten, zo geven ceriumverbindingen net als chroom een polyvalent karakter. Dit betekent dat ook ceriumverbindingen een soort van kathodische bescherming biedt door beginnende corrosie als het ware in de kiem te smoren.
    Mocht u niet beschikken over het genoemde artikel dan stuur ik u hiervan een PDF.

  • Otto Kettlitz

    Lars, daar gaat het artikel nu juist over. Er wordt nergens ontkend dat chroom6 niet giftig is. Er wordt wel gesteld dat de meeste nieuw ontwikkelde alternatieven voor belastende omstandigheden geen gelijkwaardige alternatieven zijn. Dat is nu juist wat ik wil zeggen. En dus juist niet die eenzijdige fixatie op de giftigheid van het product zelf. Als je met chroom6 geen filiforme corrosie behoeft te verwijderen en bij andere voorbehandelingen wel met alle milieubelastingen van dien bij het onderhoud dan ligt deze keuze naar mijn mening niet zo zwart/wit. En dus niet je beslissing alleen ophangen aan REACH maar ook aan de praktijk in de bouw zoals wij die ervaren en zien en die volgens mij een genuanceerde beoordeling van de alternatieven voor chroom6 rechtvaardigt, maar bijvoorbeeld ook bij de discussie over hard- en zachthoud etc. De discussie voeren vanuit de giftigheid/belasting van het eenmalig in te zetten product is naar mijn mening eenzijdig en onjuist. Beter 1x een giftig/belastend product (en daar goed mee omgaan) dan bijv. 5x een minder belastend product. Wij kennen gevels die met de milieuvriendelijkste (volgens tabellen) bouwmaterialen zijn gebouwd en binnen 10 jaar gesloopt worden. Hoeze milieuvriendelijk?

  • En toch blijven er mensen die chrome-6 niet milieu vriendelijk vinden, zoals bij Reach. REACH is een Europese verordening over de productie van en handel in chemische stoffen. Het beschrijft waar bedrijven en overheden zich aan moeten houden. Reach staat voor: Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen. Als alles goed gaat mag chrome-6 vanaf 2016/2017 niet meer gebruikt worden tenzij er echt geen alternatief is voor die specifieke toepassing. Iemand die zich inzet voor gezonde gebouwen zou op de rand van 2014 toch bezig moeten zijn met die alternatieven en vooruit kijken?

  • Otto Kettlitz

    Even een stukje toelichting. Het chroom6 is geen laagje op het aluminium zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij chroomhoudende verf. Het chroom reageert als het ware met het aluminium en zij vormen zo tezamen de conversielaag. Ik zou daarom niet weten waarom je deze laag in het kader van reguliere onderhoudswerkzaamheden zou willen schuren of stralen tenzij er sprake is van corrosie. En dit is nu juist waar het over gaat op basis van (o.a.) een correcte voorbehandeling: het voorkomen van corrosie. Dus als je dit goed doet (samen met een aantal andere invloedsfactoren) dan zal van het stralen of schuren van de conversielaag nooit sprake zijn.

  • Hoi Otto,
    Ik heb nog geen onderzoek kunnen vinden dat een veilige waarde geeft voor het stof dat vrijkomt bij het schuren of stralen van oppervlakten die behandeld zijn met chrome-6, wel zie ik onderzoeken die stellen dat er geen veilige waarde is. De norm voor werken met dat stof ligt in de VS bijvoorbeeld al weer 10 x lager dan bij ons. Moet je dan met Breeam en C2C in je achterhoofd, niet iets voorzichtiger zijn met chrome-6 te adviseren en het duurzaam te noemen?

  • Otto Kettlitz

    Nieman-Kettlitz baseert haar mening op twee bronnen. Inderdaad eigen ervaringen. En daarnaast de vele publicaties en ondrzoeken op dit gebied, die ook op het Internet terug te vinden zijn. Wat er in dit kader tegen ‘eigenbevindingen’ is, is ons niet geheel duidelijk. Ter overweging: Nieman-Kettlitz voert per jaar zo’n 250 gevelschade-onderzoeken uit. Overigens is er ook voldoende wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat (op pre-anodiseren na) geen van de chromaatvrije voorbehandelingen een bescherming oplevert gelijk aan die van chroom6. En dat ook in relatie met het optreden van filiforme corrosie. Het is wel juist dat de wijze van voorbehandeling hierbij niet de enige invloedsfactor is. Dit verder toelichten is echter een onderwerp op zich.

  • Klaas de Wit

    Laat ik te beginnen met zeggen, dat ik het met de auteur eens ben dat de alternatieve minder milieu/arbo belastende oppervlaktebehandelingen niet altijd goede vervangers hoeven te zijn. Of dat ook geldt voor de problematiek van filiforme corrosie (FFC), mag ik betwijfelen. Daarom kan ik meegaan met wat reageerder Stremmelaar zegt.
    Ook toen men er vanuit ging dat een Cr6 conversielaag waarborgen kon geven voor een goede hechting voor een verfsysteem en corrosiebestrijding kwamen er verschijnselen van FFC voor. Of dat meer of minder is met heden ten dage wordt niet vermeld in het artikel.
    Het heeft er alle schijn van dat het meer gebaseerd is op eigenbevindingen dan op wetenschappelijke.
    Omdat FFC bij alle ter beschikking staande oppervlakte(voor)behandelingen kan voorkomen, denk ik dat de hoofdoorzaak – met buitenbeschouwing gelaten van de bekende behandelingen ter voorkoming en vochtige en agressieve atmosferische condities – gezocht moet worden in de materiaalkeuze van de halffabrikaten, walscondities en extrusieprocessen .
    Het zal mij niet verbazen dat Al-legeringen uit Oostblok-landen, Azië en andere goedkope landen (gereclyseerde) samenstellingen er op na houden met een groot aantal kathodische intermetallische verbindingen in de legering en een dunne oppervlakkige laag van ongeveer 1 µm bezitten die FFC bevorderen.

    Door het COT is er rapport LBO1-1059 van december 2001, wat inhoudelijk bestaat uit literatuurstudie uitgevoerd naar de FFC op aluminium in de bouw. Mogelijk bestaat er van gedateerde versie een update.
    Electrochemical characterisation of filiform corrosion on rolled products. M.H.M. Huisert; promotoren: L. Katgerman, J.H.W. de Wit, TU Delft, 30 okt. 2001

  • Vereniging ION zal het aspect van de aluminium legering, evenals de invloed van verontreinigingen in het aluminium, meenemen in haar reactie.

  • TheoR

    Ooit heeft Alcoa in haar gloriedagen serieus onderzoek gedaan naar de invloed van de aluminiumlegering op de filiforme corrosie. Men kwam toen met aantoonbare verbanden. Ik mis dat aspect in deze interessante discussie. Wie kan/durft daar iets over (te) melden?

  • Het artikel suggereert dat er geen zeswaardig Chroom vrije systemen zijn die filiforme corrosie (voldoende) kunnen voorkomen. Ofschoon het gebruik van zeswaardig Chroom in de praktijk procesmatig eenvoudiger is, zijn er wel degelijk zeswaardig Chroomvrije systemen die bij de juiste toepassing van de procesparameters, bij gebruikmaking van de juiste grondstoffen en bij de juiste (voor)behandelingen tot kwalitatief goede resultaten leiden. Hierbij zijn zelfs kwaliteitsniveau’s volgens bijvoorbeeld Qualicoat haalbaar. De Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (ION) zal een onderbouwing van deze stelling plaatsen in de volgende editie van Bouwwereld.

  • Otto

    Hallo Lars, nee dat nieuws is mij niet ontgaan. Maar de chroom-6 belasting als voorbehandeling levert bij een verantwoorde toepassing een vele malen lagere belasting op dan in de situatie die in het nieuws is geweest. Bovendien promoot ik geen chroom-6 maar wijs op de voordelen die deze voorbehandeling biedt t.o.v. een aantal alternatieven. Pre-anodisatie noem ik verder ook als een goede oplossing onder belastende omstandigheden. Tenslotte is het artikel ook bedoeld om het begrip ‘duurzaamheid’ in een breder kader te plaatsen. Nu lijkt er dikwijls sprake te zijn van een nogal eenzijdige fixatie op ‘herwinbaarheid’, ‘recyclebaarheid’, ‘energie-inhoud’, ‘milieubelastend’ e.d. en vergeet men dat een materiaal dat wat deze criteria zeer goed scoort, maar niet lang mee gaat of veel onderhoud vraagt, in weze totaal niet duurzaam is. Wij zien hiervan reeds de eerste resultaten bij gebouwen die volgens de deze duurzaamheidscriteria zijn gebouwd. Niet zelden moeten de gevels van deze gebouwen binnen 10 jaar worden vervangen. Hoezo duurzaam? Dus dat is de tweede achtergrond van dit betoog. Ogenschijnlijk meer milieuvriendelijke vervangers blijken dat niet altijd te zijn als men de levensduur en onderhoudsbehoefte het gewicht geeft dat het toekomt.

  • Hoi Otto,
    Wel gewaagd hoor, om in deze tijd het gebruik van chrome-6 nog te promoten. Heb je in het nieuws even gemist dat dit goedje niet alleen gewoon giftig is, maar ook kanker verwekt en mutaties veroorzaakt? De kans dat je het snel moet schuren is kleiner als het goed is aangebracht, maar doe je het toch, dan is het chrome-6 stof niet gezond. Lees ook eens: http://www.volkskrant.nl/wetenschap/wat-is-chroom-6-en-hoe-gevaarlijk-is-het~a3722490/
    Mij lijkt een milieuvriendelijker alternatief toch het overwegen waard, ook als het iets minder lang mee gaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.