De bewoners van een ecowijk lieten in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap hun woningen duurzaam en energieneutraal ontwerpen. Kort na de oplevering ontstonden klachten over de balansventilatie. Ruim 5 jaar later zijn de problemen eindelijk opgelost. Een van de gedupeerde bewoners legt uit wat er fout ging en hoe het is opgelost.
Sinds eind 2016 wonen 36 huishoudens zeer tevreden in duurzame woningen in een ecowijk. De woningen zijn in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) duurzaam ontworpen en liggen rond een fraaie gemeenschappelijke tuin. De meeste woningen hebben gekozen voor lage temperatuurverwarming (bodemwarmtepompen) gecombineerd met balansventilatie (meestal CO2 gestuurd) met daarbij voldoende zonnepanelen om energieneutraal te wonen. Vijf jaar na oplevering zijn de bewoners eindelijk in balans met het ventilatiesysteem.
Andere installaties
Er zijn wel wat problemen geweest met de zonnepanelen (die verder op jaarbasis ruim voldoende energie leveren voor de gebouwgebonden installaties), met de warmtepompen en de zoneregeling van de vloerverwarming – die in een aantal woningen is toegepast – en met de douchewater-warmte-terugwinning. Maar eigenlijk viel dat best mee en werden de problemen adequaat door hoofd- en onderaannemers onder garantie opgelost. Het monitoringssysteem van de verwarming bleek dankzij verkeerde nummering niet bij iedereen de juiste resultaten te geven. Sommige woningen hadden vanwege gedeeltelijke beschaduwing eigenlijk optimisers nodig voor hun zonnepanelen. Er zijn ook enkele inverters van de zonnesystemen kapot gegaan.
De zonnepanelen zorgen bij maximale productie in de wijk daarnaast voor spanningsproblemen in de laagspanningskabels van de netbeheerder maar ook dat is opgelost (spanningsverlaging in het onderstation en verder loopt nu een onderzoeksproject samen met de wijk naar een definitieve oplossing). Al met al best een goed resultaat voor de meeste componenten van een behoorlijk innovatief systeem.
Problemen balansventilatie
Helaas waren de problemen met de balansventilatie wat moeilijker op te lossen. Het feit dat de situatie inmiddels voor eenieder bevredigend is, geeft aan dat dit geen fundamenteel probleem van het gekozen concept is. Bovendien kan je stellen dat bij een keuze voor een lage temperatuur verwarmingssysteem, balansventilatie een zeer logische keuze is. Dit om de warmteverliezen te beperken en toch voor een goed geventileerde woning te zorgen. Dankzij de aannemer die zijn verantwoordelijkheid niet ontliep en de inzet van een bewonerscommissie, die eindeloos problemen verzameld heeft en met de professionele partners naar oplossingen heeft gezocht, is uiteindelijk de balans gevonden.
Onlogisch en onhandig
Omdat de wijk als CPO in een laat stadium het energieconcept veranderde, was het woningontwerp van de architect niet optimaal voor het gekozen technische installatieconcept. Echter, de installaties werden pas in een late fase aanbesteed, mede omdat er pas laat voor de uiteindelijke configuratie werd gekozen. De bewoners zijn daar dus zelf voor een deel debet aan. Anderzijds is het uiteindelijke ontwerp van de installaties gemaakt door de installateurs zelf. Kanaalwerk is soms onlogisch aangebracht en de ventilatie-units staan soms onhandig opgesteld. Helaas waren dit niet de belangrijkste problemen.
Hoge prestatie-eisen
Omdat de bewoners veel aandacht besteedden aan eventuele geluidsproblemen, is aan de adviseurs gevraagd om hoge prestatie-eisen te formuleren: ruime kanalen, meer ventielen en zwaardere ventilatie-units. Alles gericht op lage luchtsnelheden, ruime capaciteit en lage geluidsniveaus.
Maar het programma van eisen (dat overigens ook niet helemaal correct is geformuleerd; zie verderop) was iets anders dan de installatie en oplevering van het systeem. Het begon ermee dat bij de oplevering van de balansventilatie vragen over het systeem al gauw werden afgedaan met de tekst: ‘nou mevrouwtje, daar moet u maar niet naar kijken hoor’. Vreemd, want de regeling in de kamer is er toch voor de gebruiker? De oplevercontrole van de installaties door de installatie-adviseur leek echter te duiden op een goed resultaat.
Geluidsoverlast
Na korte tijd bleek dat de systemen veel geluidsoverlast veroorzaakten en kwamen er ook andere problemen bovendrijven: luchtjes en benauwde ruimtes. Dat was het begin van een zoektocht met nog veel meer problemen, oorzaken en vervolgens oplossingen.
Er werd contact gezocht met de aannemer en via hem met de installateur. Al vrij snel raakte de installateur zo gefrustreerd door de grote aantallen telefoontjes, dat zij de klagers begon te beschuldigen van het verkeerd behandelen van de installaties: de regelkastjes zouden ongeoorloofd van de muur zijn gehaald, de ventielen verdraaid etc. Het leek ook bijna onwaarschijnlijk dat er zoveel grote problemen waren.
Gefaseerde aanpak
Het duurde niet lang voordat individueel contact tussen bewoners en de onderaannemer over opleverpunten onmogelijk was. De installateur reageerde gewoon niet meer. Via een werkgroep werd geïnventariseerd wat de problemen waren, zodat er gecoördineerd naar een oplossing kon worden toegewerkt. Het leek voor alle betrokken partijen dusdanig complex te worden dat samenwerking broodnodig was, maar in tegenstelling tot de rest van het project hadden we niet in bouwteamverband samengewerkt. De bewoners maakten een uitgewerkt voorstel met een gefaseerde aanpak: eerst in een tweetal woningen het geluid en de debieten meten en en de instellingen analyseren, daarna de oplossingen uitwerken en toepassen in de rest van de wijk. De installateur weigerde echter zijn contract na te komen, onder voortdurende beschuldigingen van oneigenlijk gedrag door de bewoners.
Onafhankelijke adviseur
De bewoners begonnen zich ondertussen af te vragen of hun bezwaren ten aanzien van het geluid en de luchtkwaliteit misschien overdreven waren en of een balansventilatiesysteem wellicht helemaal niet de beloofde prestaties zou kunnen leveren. Via de hoofdaannemer en een aanspraak op de Woningborg garantieregeling werden er door een andere onafhankelijke adviseur metingen verricht in een drietal testwoningen. Dit leidde tot verbijsterende resultaten. Het geluid werd in één van de drie woningen gekarakteriseerd als een opstijgend vliegtuig en de CO2-niveaus lagen vaak veel te hoog voor een gezonde leefsituatie.
Nadere analyse in de hele wijk duidde erop dat:
- In één woning aan- en afzuiging waren verwisseld. Geen wonder dat deze mensen klaagden over etensluchtjes en toiletgeuren in de woning.
- Bij diverse woningen de slaap- en woonzones waren verwisseld. De klep stuurde verse lucht naar de slaapkamer als er in de woonzone veel mensen waren en omgekeerd, met als resultaat hoge CO2 concentraties (> 2500ppm) en benauwde omstandigheden.
- Aansluitingen van de dakdoorvoeren waren verwisseld. Lucht werd daardoor aangezogen vlak naast de uitblaasopening van de buren. Ook dit zorgde voor klachten over etensluchtjes in de woning.
- De vochtsensoren schakelden de ventilatie-unit voortdurend aan en uit, soms gedurende de hele nacht, op maximaal vermogen met enorm geluidsoverlast als gevolg.
En dit zijn alleen de grotere issues. Een ander probleem is dat de CO2-sensoren, die moeten zorgen voor een zuinige en adequate regeling per zone, als ondergrens zijn ingesteld op 400ppm. Maar omdat het CO2 gehalte inmiddels in de buitenlucht boven de 400 ppm kan uitkomen, kan de regeling in die situatie kiezen tussen het ventileren van het hele huis of alleen die zone waar mensen verblijven. Altijd wordt alles geventileerd om het niveau onder de 400ppm te krijgen en dat betekent een hoger warmteverlies en een hoger elektriciteitsgebruik voor de ventilatie. Helaas wordt dit, ook door de nieuwe installateur, niet echt als een probleem ervaren. ‘De installatie heeft voldoende capaciteit om je hele huis te ventileren en de warmteterugwinning is zo efficiënt dat het eigenlijk niet uitmaakt dat het hele huis wordt geventileerd in plaats van één van beide zones.’ Dat voelt toch gek.
Ventilatieventielen
Verder zijn de ventielen bij de installatie kennelijk uit de doos gehaald en een beetje opengedraaid en gemonteerd. Als dan bij het inregelen voldoende debiet werd gehaald, vonden de installatiemedewerkers het goed. Dat betekende wel dat de ventielen allemaal behoorlijk dicht zaten en dat alleen dankzij een flinke druk vanuit de ventilatie-unit voldoende lucht kon worden verspreid. In veel woningen draaide de ventilatie-unit op flink hoger vermogen dan nodig met als gevolg veel ventilatiegeluid, snelle slijtage en te veel energieverbruik.
Ventilatoren vervangen
Inmiddels zijn ca. acht ventilatoren in de wijk binnen de eerste vijf jaar vervangen. Dankzij een coulanceregeling voor een paar woningen waren de kosten voor die bewoners gelukkig laag, maar eigenlijk is het onacceptabel dat dankzij verkeerde aansluitingen, regelingen en ventielinstellingen de units zo zwaar belast werden dat de ventilatoren ruim vóór het einde van de technische levensduur op deze schaal kapot gingen.
In diverse woningen zijn ruimtes die geventileerd moeten worden, ten behoeve van de geluidsisolatie vrijwel luchtdicht gemaakt, met als gevolg dat er geen optimale ventilatie kan plaatsvinden. Ergens anders is een slaapkamer die voorzien is van een geluidsisolerende deur, voorzien van een spleet onder de deur om toch te kunnen ventileren. Weg geluidisolatie…
Opnieuw inregelen balansventilatie
In alle woningen is de balansventilatie, in opdracht van de hoofdaannemer, opnieuw ingeregeld en zijn de aanlegfouten, waar redelijkerwijs mogelijk, opgelost. Voor de inregeling zijn de prestatie-eisen opnieuw bekeken. De energie-adviseur van de wijk, die wel tot het einde heeft meegewerkt aan de oplossing, had in het programma van eisen namelijk geen rekening gehouden met de zogenaamde 70% berekening: als de debieten, die volgens de normberekeningen voor woon- en slaapzone nodig zijn, worden opgeteld, hoeft de installatie maar op 70% van die ‘maximale’ capaciteit te worden ontworpen. Deze resulterende overdimensionering (want bij ons is dus 100% beschikbaar) heeft uiteindelijk bijgedragen aan de oplossing, omdat her en der wat ruimte was om meer debiet toe te passen en de units niet op maximaal debiet te laten draaien. En dat beperkte weer het geluidsoverlast. Inmiddels werkt de balansventilatie naar tevredenheid van de meeste bewoners: weinig geluid en een gezonde luchtkwaliteit (< 1200 ppm CO2 in de verblijfsruimten).
Aan- en afvoerkanalen
Wat resteert zijn een aantal aan- en afvoerkanalen door het dak die te dicht bij elkaar en bij die van de buren zijn aangebracht. En hoewel dit volgens de normen (net) goed is aangelegd is er toch duidelijk ‘overspraak’ van de systemen. Regelmatig worden etensluchtjes ervaren. Omdat een oplossing tot grote constructieve aanpassingen zou leiden, zijn dit soort problemen maar geaccepteerd. In tijden van corona is dit eigenlijk een onwenselijke situatie. Je mag verwachten dat de lucht die je naar binnen haalt echt schoon is.
Aannemer nam verantwoordelijkheid
Het is best pijnlijk om te constateren dat de hoofdaannemer de grootste financiële schade heeft geleden omdat het de enige contractpartij was die haar verantwoordelijkheid volledig heeft genomen, ook al ging dat logischerwijs niet altijd van harte. Na een aantal pogingen om eerst een redelijke oplossing te vinden en daarna de onderaannemer te confronteren met juridische consequenties, heeft de aannemer uiteindelijk afgezien van het claimen van de schade bij de belangrijkste veroorzaker van de problemen: de installateur. Met zo’n houding en onbereidheid om te leren over nieuwe verwarmings- ventilatieconcepten, is deze installateur niet geschikt om de energietransitie van woningen zorgvuldig uit te voeren.
Lees ook:
Dag Daan Kroezen,
Het stuk is door mij, bewoner, geschreven. Het is inderdaad een mengeling van feiten en belevenissen, in dit verband volgens mij juist zeer relevant omdat de technische problemen eigenlijk ondergeschikt waren aan de ervaringen met de diverse betrokken partijen.
Een goede analyse begint met een duidelijke bronvermelding: hier de vraag: wie heeft dit geschreven, de redactie of een bewoner?
Het verhaal is weel heel gedetailleerd beschreven, met tussendoor alvast ‘gekleurde’ meningen, soms te smeuiig en onsamenhangend. Dit doet afbreuk aan de feiten, die wel degelijk serieuze problemen laten zien.
Interessant artikel waarin maar weer eens duidelijk wordt dat in de hedendaagse woningbouw installatie en bouwkunde hand in hand integraal ontworpen dienen te worden én het juist aansluiten en inregelen van installaties uiterst belangrijk is voor het resultaat.
De enig dissonant in bovenstaand verhaal is mijns inziens de zinsnede “gezonde luchtkwaliteit (< 1200 ppm CO2 in de verblijfsruimten)."
de genoemde 1200 ppm is de absolute ondergrens genoemd in het bouwbesluit. Oftewel: slechter mag absoluut niet.
Wil je een prettige (en gezonde) leefomgeving dan dien je toch echt te streven naar maximaal 650ppm CO2 in de verblijfsruimten.