Waarom wordt het nagelnieuwe metselwerk in deze nieuwe woonwijk ontsiert door kalkuitbloei. En dit rijtje huizen is niet enig in zijn soort. Je ziet het overal om je heen: op zich mooi gemetselde gevels met dito metselstenen die ontsiert worden door witte vlekken. Geen gezicht! Is er een (echte) vakman die mij kan vertellen wat er hier is misgegaan en hoe het wel moet?
Kennis van bouwen is idd belangrijk. Steen vs (voeg)mortel goed onderzoeken. Tijdens uitvoering het verse metselwerk afdekken zodat het niet nat wordt. Het weer junnen we immers nog niet regelen. Te Nat metselwerk zal uitslag brengen. Dit gaat na verloop van tijd weer weg maar daar hebben we het geduld niet altijd voor
In één alinea twéé keer “ontsierT”….
De heer de Vries siteert Jellema en Jellama geeft kort en bondig aan hoe het ontstaan van uitslag op metselwerk of vervuiling op metselwerk ontstaat. De eerste alinea slaat letterlijk en figuurlijk de spijker op zijn kop.
Op de foto bij dit artikel is zeer waarschijnlijk sprake van oplosbare zouten, veelal sulfaten. In de huidig geldende Europese productnorm voor bakstenen NEN-EN 771-1 zijn eisen gesteld aan de baksteen om bepaalde vormen van zoutuittreding tegen te gaan, die het metselwerk schade zouden kunnen toebrengen.
Belangrijk in de uitvoering is de afstemming van de baksteen en de toe te passen metsel- en of voegmortel. Maar bovenal de weersomstandigheden. De metselaar kan ook bij minder goede weersomstandigheden schoon metselwerk afleveren mits de nodige aandacht is besteed aan het degelijk afdekken van ‘vers’ metselwerk.
Ligt niet alleen aan “de steen”. Ik heb een paar jaar geleden onze 80 jaar oude muur opnieuw laten voegen en op sommige plekken enorme uitbloei gehad, dat met pijn en moeite met zoutzuur weg te krijgen was.
Voor mij ook nooit meer voegen als het weer niet helemaal top is.
De Vries zegt “Oplosbare stoffen die aanwezig zijn in de steen of de mortel worden meegevoerd naar het geveloppervlak. Hier verdampt het water en kristalliseert de oplosbare stof als zout uit”
Daar zit hem hoofdzakelijk de kern van deze uitslag. Tot de jaren 1960/70 werden er in Nederlandse en Duitse Steenovens stenen gebakken met steenkool en/of hout. Dit proces leverde een sterke steen zonder de voornoemde toevoegingen. Nadien zijn we de stenen met aardgas gaan produceren. In dat aardgas zitten de voornoemde stoffen. Bij de volledige verbranding van aardgas [CH4] met zuurstof ontstaat CO2 en water: CH4 + 2 O2 -> CO2 + 2 H2O + 54800 kJ/kg warmte.
Weet je hoe dat komt die metselwerk kalkuitslag?
Dat komt omdat we de spouw vullen met isolatie en er met 20 mm spouventilatie te weining lucht stroomt door de spouw.
De spouw groter maken t.b.v. ventilatie en de open stootvoegen verdubbelen.
Hydrofoberen kan preventief [ter voorkoming van problemen] of correctief [ter opheffing van bestaande probematiek] worden toegepast. Het is echter zeker geen wondermiddel, er zijn ook de nodige risico’s aan verbonden. Daarom moeten, alvorens er tot hydrofoberen wordt overgegaan, eerst goed de optredende vochtproblemen worden geanalyseerd. Verder zijn er de nodige aandachtspunten:
1) de voeg mag niet lek zijn;
2) al het bouwvocht moet uit de constructie verdwenen zijn [dus niet rucksichlos nieuw metselwerk hydrofoberen!];
3) het hoge alkalide gehalte in een nieuwe gevel tast hydrofoberende middelen aan waardoor de gewenste waterdichtheid niet bereikt wordt als het product wordt toegepast op een nieuwe gevel -zie punt 2!;
3) t.p.v. de aansluiting met kozijnen, overgangen naar andere gevelvlakken, open stootvoegen etc. zal er vocht in de spouw komen waardoor er ophoping van vocht in de constructie plaatsvindt, met mogelijk vorstschade als gevolg.
Door klakkeloos en ondeskundig hydrofoberen is een onnavolgbaar spoor van vernieling getrokken in met name de restauratie- en renovatiewereld. Lees alleen maar eens de bevindingen van ons ministerie voor Cultureel Erfgoed. Alle hens aan dek op het gebied van de betreffende producten!!!
Hydrofoberen verhindert kalkuitbloei.
Inderdaad heel jammer dat op deze wijze bakstenen gevelmetselwerk wordt gerealiseerd en vaak ook nog wordt geaccepteerd bij de oplevering, omdat het nu eenmaal kan gebeuren. Inderdaad is het gebrek aan kennis een heel groot probleem, waarbij het ontbreken van kennis over metselwerk in alle opleidingen voor mij een doorn in het oog is. Dit laatste dan voornamelijk omdat je er in Nederland niet omheen kunt en iedereen er in de praktijk mee in aanraking komt. Het wordt tijd dat hier eens iets aan gedaan wordt, zodat je op het juiste niveau met elkaar over dit soort problemen kunt communiceren en uiteindelijk ook tot verbeteringen en oplossingen kunt komen.
Verder is natuurlijk het inkopen van het gevelmetselwerk ook een groot probleem. Ook daar is een gebrek aan kennis, waarbij dit zowel aan de zijde van de aannemer het geval is, als ook bij het metselbedrijf. We kunnen het dan ook over prijzen e.d. hebben, maar het begint wederom met de kennis van metselwerk. Je moet weten waar je het over hebt als je iets inkoopt en daarmee ook wat de gevolgen kunnen zijn als je in het inkooptraject bepaalde keuzes maakt. Om uiteindelijk een goed stukje werk te kunnen maken, moet je ook de tijd en middelen krijgen om dat te doen. Er zullen overigens altijd partijen in de markt blijven acteren die andere bedoelingen hebben dan het realiseren van een mooi bouwwerk.
Misschien Jellema van toepassing verklaren in het Bouwbesluit? Dat heeft volgens meer met bouwen te maken dan enkel minimale prestatie-eisen. Die laatste zijn niet zo nodig wanneer wanneer men zijn gezond (bouw-)verstand gebruikt. Overigens levert het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten een fantastische verzameling adviezen voor metselwerk. GRATIS!!! Zelfs met een smartphone op het steiger te raadplegen. Iedereen heeft toch zo’n ding?!
Of volgens Jellema:
”Muuruitslag ontstaat, doordat metselwerk tijdens de uitvoering of tijdens een regenbui water opneemt. Er ontstaat een waterverplaatsing in de muur. Oplosbare stoffen die aanwezig zijn in de steen of de mortel worden meegevoerd naar het geveloppervlak. Hier verdampt het water en kristalliseert de oplosbare stof als zout uit. Het zout wordt meestal weer afgespoeld door regen of verdwijnt door wind en vorst. De zoutuitslag, in de vorm van een wit laagje op het metselwerk, is vooral zichtbaar na vochtige perioden en bij jong metselwerk tijdens het eerste voorjaar. Kalkuitwassing (uitloging) op metselwerk is geen uitslag maar een soort vervuiling. Deze vervuiling treedt op, doordat kalkhydraat in verse mortel door overvloedige regen oplost en vervolgens uitspoelt over de gevel. Onder invloed van de lucht verhardt de kalkhydraat en is vervolgens als een matte sluier op de gevel aanwezig. Muuruitslag heeft verschillende oorzaken:
1 de steen kan oplosbare stoffen bevatten. Als regel geldt, dat hoe harder de steen gebakken is, des te minder kans is er op uitslag. Bij een hard gebakken steen zijn de zouten namelijk keramisch gebonden. NEN 2489 Metselbaksteen (oktober 1976) stelt grenzen aan de hoeveelheid oplosbare stoffen in de steen: het sulfaatgehalte en het Lipinskigetal;
2 de mortel: de oplosbare stoffen komen hoofd- zakelijk in de mortel voor. Zowel zand, cement, kalk als water kunnen oplosbare stoffen bevat- ten. Het gebruik van plastificeerders en andere hulpmiddelen vergroot de mogelijkheid van het toetreden van water, met uitslag tot gevolg;
3 de uitvoeringsomstandigheden: als noodzakelijke beschermingsmaatregelen tijdens de bouw achterwege blijven, kan er bij regen veel water in de muur trekken. Het bindingsproces van de mortel kan hierdoor verstoord raken, waardoor er veel oplosbare stoffen in de mortel achterblijven;
4 het milieu: regenwater bevat sulfaten en nitraten. Deze leveren een bijdrage aan muuruitslag.
5 de detaillering: een goede detaillering moet er zorg voor dragen dat regenwater niet tot een overmatige waterbelasting op de gevel kan zorgen.
Om uitslag te voorkomen kunnen de volgende preventieve maatregelen worden genomen:
• het winddroog vermetselen van baksteen. Onder winddroog wordt verstaan dat de steen van buiten droog is en van binnen nat;
• niet metselen of voegen onder 5 °C. Lage temperaturen hebben namelijk een negatieve invloed op de binding van de specie;
• vers (gevoegd) metselwerk afschermen tegen inwatering tijdens een regenbui. De spouw kan hiertoe met een kunststofprofiel worden afgedekt;
• bij hevige regenval tijdens de uitvoering stoppen en het metselwerk afdekken als in voor- gaande punt omschreven;
• het plaatsen van het steigerdeel bij de gevel onder een hoek van 45°, zodat opspattend water de muur niet kan bereiken. Het steigerdeel bij de gevel kan ook worden omgeklapt;
• hemelwaterafvoeren, waterslagen, afdekkingen e.d. zo spoedig mogelijk plaatsen;
• geen oude metselspecie gebruiken;
• vers (gevoegd) metselwerk beschermen tegen uitdroging door het bijvoorbeeld af te dekken of vochtig te houden. Uitdroging kan optreden bij zon, maar ook bij bewolkt weer als de luchtvochtigheid laag is en/of er veel wind is;
• zorgen dat de opslag en verwerking van bak- steen op de juiste manier geschieden.”
”Op bakstenen in gemetselde gevels kan een, visueel hinderlijke, witte uitslag voorkomen. Hoe ontstaat deze uitslag? Bij nieuwbouw geldt dat in eerste instantie droging aan het oppervlak plaats vindt. Indien zich in de muur oplosbare zouten bevinden dan worden die door het water meegevoerd naar de oppervlakte en na verdamping van het water aldaar afgezet. Er is weliswaar altijd enig oplosbaar materiaal aanwezig, maar de voor oppervlakkige verdamping vereiste verzadiging doet zich praktisch alleen voor direct na de bouw. Latere regen trekt namelijk van buitenaf in de muur en zal dan de oplosbare materialen verder naar binnen spoelen. Daardoor blijft de kans op blijvende uitslag dan beperkt. Na nieuwbouw kan men daarom het beste enige tijd afwachten, omdat de kalkuitslag meestal vanzelf verdwijnt.”