Gisteravond (13 januari jl.) leek de Eerste Kamer op zijn strepen te gaan staan. De Kamer was van plan de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022 vooralsnog weg te stemmen. Het debat liep echter af met een sisser. Mogelijk zal de Eerste Kamer pas voor de zomer stemmen over de inwerkingtreding van de grootste wijzigingen in de bouwregelgeving ooit. De regelgeving zelf is overigens al jaren geleden aangenomen.
De motie van 1 december 2020
De Tweede Kamer heeft op 1 december 2020 een motie aangenomen dat de Omgevingswet op 1 januari 2022 in werking dient te treden. Aan minister Ollongren verzocht de Tweede Kamer om het (ontwerp) Koninklijk Besluit om die inwerkingtreding mogelijk te maken aan de beide Kamers te verzenden. Dat heeft minister Ollongren vervolgens gedaan; ook met het oog op de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen in maart.
Tweede Kamerverkiezingen
Het voorjaars- en verkiezingsreces loopt van 12 februari tot en met 22 maart 2021. Indien dus niet voor half februari in de Tweede Kamer over de inwerkingtreding is gestemd, dan zal er langere tijd onduidelijkheid blijven. Als niet voorafgaand aan de verkiezingen wordt gestemd, dan zal een nieuwe coalitie over de inwerkingtreding afspraken willen maken. Ongetwijfeld hebben de verkiezingen ertoe geleid dat de Tweede Kamer de vaart erin wil houden.
Zelfs als alle voorbereidingen bij de overheden zijn betroffen, zullen natuurlijk ook alle private bouwpartijen zich moeten kunnen voorbereiden. Dat is praktisch gezien niet mogelijk als de Kamers bijvoorbeeld pas in december met de inwerkingtreding instemmen. Anders dan bij gasloos bouwen of bij BENG gaat het hier immers om een algehele wijziging van de vergunningverlening. Die moet je lang van tevoren vastleggen.
BIT en VNG
De Eerste Kamer trekt zich niets ervan aan dat de praktijk ruim van tevoren duidelijkheid nodig heeft of de Omgevingswet (en daarmee ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) daadwerkelijk op 1 januari 2022 in werking treden. De Eerste Kamer wil zeer aandachtig de komende vraagbeantwoording van minister Ollongren bestuderen. De ‘wijze en vooral wat oudere’ dames en heren senatoren hebben natuurlijk veel meer verstand van ICT en organisatorische voorbereidingen dan het Bureau ICT-Toetsing (BIT) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook hebben de senatoren een hulplijn in de vorm van professor Munneke voor een staatsrechtelijke vraag over inwerkingtreding.
Hoewel het BIT kritisch is over de ICT, adviseert het BIT hoe dan ook de Omgevingswet op 1 januari 2022 in te voeren. Desnoods in het begin met een beperkt ICT-systeem. Veruit uitstel is volgens het BIT onwenselijk. Ook de VNG is duidelijk. De gemeenten zijn klaar voor inwerkingtreding op 1 januari 2022. Zij zijn al jaren bezig met de voorbereidingen en hebben hierin al honderden miljoenen euro’s gestoken. De Eerste Kamer weet het echter beter en wil tot een eigen oordeel komen…
Gisteravond
De Eerste Kamer vergadert normaal gesproken nooit op een woensdag. De reden voor het spoeddebat is een theoretische staatsrechtelijke vraag of de Eerste Kamer buiten vier weken na ontvangst van het inwerkingtredingsbesluit die inwerkingtreding nog kan tegenhouden. De Omgevingswet schrijft immers aan de regering voor dat deze eerst na vier weken na verzending aan de Kamers het inwerkingtredingsbesluit aan de Koning kan verzenden. Professor Munneke heeft de senatoren voorgehouden dat om 100% zekerheid te hebben en om iedere theoretisch risico uit te sluiten, de Eerste Kamer binnen die vier weken zou kunnen stemmen. Meerdere oppositiepartijen wilden gisteravond ieder theoretisch risico uitsluiten. Niet in de laatste plaats omdat een deel van die partijen (o.a. GroenLinks en SP) ook tegen de Omgevingswet zelf hebben gestemd.
Gisteravond heeft minister Ollongren met engelengeduld de senatoren verzekerd dat het inwerkingtredingsbesluit alleen aan de Koning wordt verzonden, nadat de Eerste Kamer ermee heeft ingestemd. Overigens kan de Omgevingswet ook nog steeds op 1 januari 2022 in werking treden als de Eerste Kamer gisteravond inwerkingtreding wel had tegengehouden. De minister mag immers na zes weken een nieuw (gelijkluidend) inwerkingtredingsbesluit aan de Kamers verzenden. Maar dan is de Tweede Kamer in verkiezingsreces…
Het liep af met een sisser. Alleen de SP, PVV, de Partij voor de Dieren en de Fractie-Otten wilden gisteravond een stemming over het inwerkingtredingsbesluit doordrukken en daarmee de inwerkingtreding (vooralsnog) tegenhouden. Zelfs twijfelaars als GroenLinks en de PvdA gaven de minister het voordeel van de twijfel. Duidelijk gevalletje van drama queens in de Eerste Kamer. Het is namelijk gebruikelijk dat ministers de reacties van de Kamers afwachten (ook buiten de vier weken) en in de tussentijd niet het inwerkingtredingsbesluit aan de Koning zenden.
Vervolg
Vermoedelijk zal de Tweede Kamer binnenkort instemmen met de inwerkingtreding op 1 januari 2022. De Eerste Kamer zal mogelijk pas voor de zomer duidelijkheid geven. Het is dus voor alle bouwbedrijven aan te raden om zich te blijven (of gaan) voorbereiden. De Eerste Kamer is gisteravond namelijk niet voor inwerkingtreding gaan liggen. Het is raadzaam dit jaar nog zoveel mogelijk vergunningaanvragen in te dienen onder het oude, vertrouwde vergunningenstelsel.
Tekst: advocaat mr. dr. ing. Peter de Haan
Het zou de schrijver sieren om niet zijn oordeel in de tekst te stoppen, maar gewoon onpartijdig verslag te leggen