In Bouwwereld 03/2021 liet Nico Hendriks in de rubriek Gevels volgens Hendriks zijn licht schijnen over tien woningen in Odijk die voorzien zijn van gele gevelplaten. De platen beginnen los te laten en eraf te vallen. Hendriks meent dat het hier gaat om een bouwfysische miskleun. De beoogde spouwventilatie achter de beplating vindt volgens hem helemaal niet plaats. Dit artikel leverde een aantal (kritische) reacties op onder de lezers van Bouwwereld, vandaar dat Hendriks hieronder nog eens uitlegt waarom een geventileerde spouw in een geïsoleerde gevel geen zin heeft.
Transportmodel
“Laat ik beginnen met een vraag: waarom stroomt er water in een rivier? Antwoord: omdat er sprake is van een hoogteverschil. Als er geen hoogteverschil zou zijn tussen de bron van de rivier en de monding, dan zou het water niet stromen. Wij hebben hier te maken met een zogenoemd transportmodel. Er zijn verschillende transportmodellen waarvan de differentiaalmodellen vrijwel identiek zijn en eigenlijk alleen maar verschillen in de gebruikte termen. Wat de bouwfysica betreft, hebben we voornamelijk te maken met het transport van warmte (energie), lucht en vocht. Warmte verplaatst zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur, lucht verplaatst zich van een hoge luchtdruk naar een lage luchtdruk en vocht van een hoog vochtgehalte naar een laag vochtgehalte. Dit verschijnsel wordt in de fysica een potentiaal genoemd.”
Ongeïsoleerde spouwmuur
“Wat gebeurt er nu in een luchtspouw? Laat ik het dan gemakshalve maar hebben over een spouwmuur. De originele ongeïsoleerde spouwmuur is ontstaan in het begin van de 20ste eeuw. Het is een klassiek voorbeeld van een eenvoudige dichting, dat wil zeggen het buitenblad fungeert als waterkering en het binnenblad als winddichting. De lucht die via de onderste stootvoegen binnenkomt (onder winterse omstandigheden) wordt opgewarmd door het relatief warme binnenblad en stijgt daardoor op. Dit noemt men ook wel het schoorsteeneffect. Bovendien kan die opgewarmde lucht veel vocht opnemen van het buitenblad via de bovenste stootvoegen wordt dit vocht dan met de spouwlucht afgevoerd. Het buitenblad kan dus na een regenbui aan twee zijden drogen. Dat is de belangrijkste verklaring voor het succes van de beluchte spouwmuur in Noord West-Europa. Het is goed hier even bij stil te staan.”
Goedkoop bouwen
“Men kan zich namelijk afvragen: waarom is het eigenlijk nodig dat het gemetselde buitenblad ook aan de binnenzijde droogt? Bij een dichte steen en dichte mortel zoals gebruikt in landen als Duitsland en Frankrijk dringt het regenwater toch nauwelijks het buitenblad in? Dat is juist. Maar een dichte, dus weinig poreuze steen en een goed verdichte mortel zijn aanzienlijk duurder dan de bekende rode baksteen en gangbare mortel. De belangrijkste reden voor het grote succes van deze constructie was dan ook dat hij veel goedkoper was en toch goed functioneerde. Typisch Nederlands: goedkoop bouwen.
Er was dus weinig mis met die ongeïsoleerde spouwmuur: een goedkope, goed functionerende vochtwering. De belangrijkste bouwtechnische en bouwfysische voorwaarden waren: boven en onder ongeveer twee open stootvoegen per strekkende meter, een (vrijwel) luchtdichte binnenblad en een afsluiting met bladlood aan de onderzijde om het zakwater naar buiten af te voeren.”
Innovation by addition
“Maar toen kwam in 1973 de energiecrisis en moesten gevels en daken thermisch geïsoleerd worden. En hoe doe je dat bij een spouwmuur? Heel eenvoudig, door isolatie in de spouw te plaatsen. Collega prof Jos Lichtenberg noemde dit ‘innovation by addition’ want de nieuwe eis, het isoleren, werd toegevoegd aan de bestaande bouwtraditie. In een groot deel van Duitsland en in Frankrijk kent men de spouwconstructie niet en werd de isolatie respectievelijk aan de buiten- en de binnenzijde toegevoegd. Een feit blijft dat het plaatsen van de isolatie in de spouw verreweg de goedkoopste oplossing is.”
Geen schoorsteeneffect
“Nu kan men zich afvragen, is een luchtspouw in een geïsoleerde spouwmuur nu zinvol of niet? Het buitenblad is in feite nog helemaal hetzelfde als bij de oorspronkelijke ongeïsoleerde spouwmuur, dus met open stootvoegen boven en onder en in het algemeen de (goedkope) poreuze baksteen.”
“En wat is het verschil? Heel simpel, de lucht die via de onderste stootvoegen binnenkomt wordt (onder winterse omstandigheden) niet opgewarmd, want het warme binnenblad is nu geïsoleerd, dus ontstaat er geen schoorsteeneffect en wordt ook de vochtopnamecapaciteit van de lucht niet groter. De lucht komt vrijwel niet in beweging want er is geen potentiaal, en ook het buitenblad zal niet drogen. En zolang we de goedkope, dat wil zeggen poreuze baksteen blijven gebruiken, zal het buitenblad veel langer nat blijven, waardoor ook veel eerder en aanzienlijker zoutuitbloei optreedt.”
Dampremmende laag en goede kwaliteit gevel
“De beste oplossing om die zoutuitbloei en mogelijk zelfs vorstschade te voorkomen, is in feite heel eenvoudig, hetgeen ik ook al vele jaren propageer: een dampremmende laag tussen het binnenblad en de isolatie. Uit de bouwfysische berekening blijkt telkens dat er dan ook nergens inwendige condensatie meer optreedt. Deze maatregel moet dan wel gecombineerd worden met de kwaliteit van de stenen en de mortel van het buitenblad, die moeten aan stringente eisen voldoen. De porositeit van de stenen moet laag zijn en de mortel moet een hoge voeghardheid bezitten. Dat is niet zo goedkoop, maar wel veel duurzamer!”
Damp-open vochtkerende laag
“Ook achter de gele gevelplaten van de woningen in Odijk hoort een dampremmende folie tussen het binnenblad en de isolatie – aan de warme zijde dus. Maar de principedetails van de desbetreffende gevelbekleding geven dit niet aan. Die geven een damp-open vochtkerende laag aan de koude kant aan. Verkeerder kan het niet. Als men gezorgd had voor een dampremmende laag aan de binnenzijde van de isolatie was er niets gebeurd. Maar ja, men was waarschijnlijk niet zo op de hoogte van de bouwfysische wetten en is daarom uitgegaan van de werking van de spouwventilatie, terwijl die in een geïsoleerde gevel in feite dus zinloos is. ”
Luchtdrukverschil
“Natuurlijke ventilatiesystemen kunnen wel degelijk werken, maar zijn voor het functioneren afhankelijk van een potentiaal. Als er geen luchtdrukverschil is, vindt er geen ventilatie plaats. Waar ik graag op wil wijzen, is een standaardwerk op het gebied van de bouwfysica, geschreven door professor emeritus Hugo Hens: ‘Bouwfysica: warmte-en massatransport, 19-09-2013.’ Hier kun je ook prachtig de verschillende differentiaalmodellen zien die als tweelingen op elkaar lijken. Dit standaardwerk is overigens nog steeds te koop.”
Tekst: Professor Nico Hendriks, MSc, CE, Expert Engineer Kiwa BDA
Is spouwventilatie in een geïsoleerde gevel zinloos?
- Ja (51%)
- Nee (49%)
![Laden ... Laden ...](https://www.bouwwereld.nl/wp-content/plugins/wp-polls/images/loading.gif)
Lees ook:
Verhaal klinkt interessant maar wat hier vergeten wordt is allereerst opwarming door de zon. Daardoor ontstaat er wel degelijk een luchtstroom in de spouw van beneden naar boven. Dit is eenvoudig aan te tonen met het toevoeren van rook in de open stootvoegen aan de onderzijde. Die trekt gelijk naar boven om daar te ontsnappen. Er is dan nog wel zeker sprake van droging. Dit weet ik uit eigen praktijkervaring bij vocht/lekkage onderzoeken.
Ten tweede, de aanname dat er geen schoorsteeneffect meer is door isolatie vind ik bevreemdend. In het geval van een perfecte isolatie (lambdawaarde 0,0) zou dit zo kunnen zijn maar die is er niet. Isolatie is nog steeds alleen maar remmend te koop. Zij laat nog steeds warmte door. Dezelfde bouwfysica aanhalend, alles stroomt van hoog naar laag, dus van binnen naar buiten. Er blijft dus nog steeds een warmtestroom, dus opwarming, dus trek.
Ik vind het een onsamenhangend verhaal. Eerst wordt er iets verteld over spouwmuren zoals die vroeger werden toegepast die later voorzien werden van een isolatiedeken. Hierbij zijn de binnen- en spouwbladen van bakstenen.
Later gaat het in één keer over een dampremmende folie tussen binnenblad en de isolatie. Dit is volgens bedoeld bij een hsb-wand.
Het artikel over de woningen in Odijk heb ik ook gelezen. Vond het een summier artikel waarbij niet duidelijk wat de oorzaak was dat de geveldelen eraf kwamen. De paar foto’s die erbij stonden geef zeker geen duidelijkheid. Ook was niks omschreven hoe de opbouw van deze gevel was.
De vraag is, wat is er mis met een luchtspouw. Er wordt hier in het artikel geschreven over ventilatie van de spouw. In mijn opleiding is mij altijd verteld dat het om een zwakke ventilatie gaat. Als je een gemetselde spouwblad hebt dan is het zo wie zo handig dat de metselaar wat ruimte heeft voor zijn vingers om zo de stenen vol en zat te kunnen aanbrengen.
Ik vraag me af of vroeger de lucht in de spouw zodanig werd opgewarmd dat een schoorsteeneffect werd gecreëerd. De spouw was in de winter net zo koud als de buitenlucht waardoor de warmte volgens mij geen had om dit effect te bereiken.
Ik ben van mening dat een spouw wat zwak geventileerd wordt altijd beter is dan geen ventilatie.
Helemaal met Maarten eens.
Voor de metselaar is 3 cm. spouw wel gewenst.
Voor de dampdichtheid tussen binnenblad en isolatie kiezen wij er ook nog voor om de naden van de isolatieplaten aan de binnenzijde een klein kitnaadje te geven.
Ger Fransen.
Wat een pracht van een uitleg , in de loop van 1970 was al duidelijk dat zomaar volspuiten ( toen met Glaswol ) tot nu toe natte gevels oplevert .
“Ons bent Sunnig .” Toch ?
Interessante analyse,
Nog een praktische reden om wél een spouw te maken, is dat de metselaar zijn vingers anders niet goed kwijt kan als hij de stenen legt!
Overigens zal er door drukverschillen die ontstaan door wind en hoogte in veel gevallen wel degelijk een (beperkte) luchtstroming ontstaan in de spouw waardoor wel damptransport kan plaatsvinden.
Uiteraard zou inwendige condensatie een probleem kunnen worden, afhankelijk van de dampremmende kwaliteit van binnenblad, isolatie en waterkerende dampopen folie; blijft een aandachtspunt als je aan de koude kant iets van folie toevoegt.