Vanaf 1 januari 2024 treden de Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in werking. Daarin is opgenomen dat de constructieve veiligheid van grote publieke gebouwen periodiek gecontroleerd moet worden. Die verplichte controle gaat vanaf 1 juli 2024 gelden. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties ontwikkelde NEN daarvoor de NTA 8790 ‘Periodieke beoordeling betrouwbaarheid van constructieve veiligheid van bestaande bouwwerken’.
Aanleiding van de wettelijke verplichting is de instorting van het dak van het AZ stadion op 10 augustus 2019 en het daaropvolgende onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). De OvV beval aan om gebouweigenaren van grote publieke gebouwen voortaan te verplichten periodiek onderzoek uit te voeren naar de constructieve veiligheid. Die verplichting komt er vanaf 1 juli 2024, een half jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving, de vervanger van het Bouwbesluit 2012.
Om de gebouwen goed te kunnen beoordelen, ontwikkelde NEN, onder leiding van een Regiegroep, samen met een werkgroep van deskundigen de Nederlands Technische Afspraak (NTA) 8790. De NTA is opgenomen in het Bbl als beoordelingsinstrument en is in principe een gedetailleerde uitwerking van Bijlage 1 van de NEN 8700 ‘Toetsing van constructieve veiligheid bestaande bouw en verbouw’.
De wettelijke verplichting geldt voor publieke gebouwen uit gevolgklasse 3, specifiek voor gebouwen waar meer dan 5.000 mensen in kunnen, of gebouwen met ruimten waar meer dan 500 mensen in kunnen. “Bij dat laatste kun je denken aan een bioscoop. Als die bijvoorbeeld een zaal heeft waar 500 mensen in kunnen, dan valt zo’n gebouw ook onder die verplichting”, vertelt Ron van der Aa consultant bij NEN en projectleider tijdens de ontwikkeling van de NTA. Maar, zo benadrukt Van der Aa, de norm is in principe toepasbaar op alle gebouwen. “We hebben de NTA zo ingericht dat deze los van gevolgklasse 3 toepasbaar is. Dus ook gebouwen die buiten de wettelijke plicht vallen, kunnen ermee beoordeeld worden.”
Rechtvaardig vertrouwen in de constructie
Met de NTA 8790 kunnen onafhankelijke beoordelaars onderzoeken of er al dan niet sprake is van een ‘rechtvaardig vertrouwen in de constructie’, zoals het omschreven staat in het Bbl. Daarvoor vindt er zowel een visuele inspectie als een dossieronderzoek plaats. Van der Aa: “Als bijvoorbeeld blijkt dat er op basis van de visuele inspectie twijfels zijn aan een constructie dan kan de eigenaar direct ingrijpen of nader onderzoek laten doen. Maar het kan ook zijn dat er bijvoorbeeld een verbouwing is uitgevoerd, zonder dat daarvan iets op papier staat. In dat geval kan het advies gegeven worden om bijvoorbeeld zo’n verbouwing helemaal constructief in kaart te brengen.”
Het onderzoeksrapport moet worden ingeleverd bij het bevoegd gezag (Bouw & Woningtoezicht), maar de eindverantwoordelijke voor het al dan niet ingrijpen is de gebouweigenaar zelf. De frequentie van de inspectie is eenmaal per 10 jaar, maar mocht daar aanleiding toe zijn dan kan die termijn verkort worden, bijvoorbeeld op advies van de onafhankelijke beoordelaar.
De NTA is niet van toepassing op civieltechnische kunstwerken, silo’s, masten en kranen. Gebouwen die voor 1 januari 1950 gebouwd zijn, vallen ook buiten de verplichting. “Het basis uitgangspunt is geweest dat deze gebouwen in de praktijk bewezen hebben dat de constructie betrouwbaar is”, aldus van der Aa. Voor gebouwen die na 1950 zijn opgeleverd en vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, geldt dat zij voor 1 juli 2025 een eerste controle moeten hebben uitgevoerd en vastgelegd in een rapport. Gebouwen die na de inwerkingtreding opgeleverd worden, moeten binnen drie jaar na oplevering een onderzoek uit laten voeren.
Monitoring ervaringen
Het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zal in overleg met bevoegd gezag de ervaringen met de beoordelingen inspecties monitoren. Zo nodig wordt de NTA bijgesteld of aangepast. “We hebben uiteraard met alle betrokkenen zo goed mogelijk invulling proberen te geven aan de NTA. Maar zoals met elke norm kun je altijd tot de constatering komen dat er het een en ander aangescherpt moet worden”, besluit Van der Aa.