Nu de nieuwbouw diep is weggezakt, verleggen aannemers en leveranciers hun core business steeds vaker in de richting van woningrenovaties. Een heikel punt daarbij is de doorgaans belabberde staat van de bestaande houten vloeren. Vloerfabrikanten springen daarop in. In dit artikel een overzicht van diverse producten.
(Openingsfoto links: VBI PS-renovatievloer)
Rentovloer:
Hij ligt nog net op de plank, maar is binnenkort leverbaar: de renovatie-totaalvloer (Rentovloer) van de Noord-Hollandse aannemer Mulder Obdam. In één zin is de Rentovloer een droog uitgevoerde beganegrondvloer, bestaande uit met staal gewapende kunststof liggers, PS-elementen, dampremmende folie en een toplaag van plaatmateriaal. Op enkele details na is de vloer inmiddels uitontwikkeld. Het bedrijf claimt gemiddeld één benodigde werkdag per dichtgelegde (woon)kamer, inclusief in- en uitruimwerk.
Voor zowel de bouwer als klant lijkt de Rentovloer louter voordeel op te leveren. Als belangrijk arbeidsbesparend pluspunt noemt de aannemer het kunnen handhaven van plint- en wandafwerking, aangezien de vloer strak onder de plint zal komen te liggen. Ook gunstig is dat de liggers in de bestaande balkinkassingen kunnen worden opgelegd. Het derde voordeel is de ongevoeligheid voor vocht, zelfs in het geval van blank staande kruipruimten. Ten slotte kent de vloer een zeer laag gewicht.
Vooral die laatste eigenschap maakt het vloersysteem bijzonder geschikt voor jaren ’50 en ‘60 (rij)woningen op lichte funderingen. In de praktijk werkt de methode even snel als simpel. Nadat timmerlieden eerst de oude balklaag hebben verwijderd, kunnen de kunststof liggers handmatig erin. Vervolgens worden de PS-elementen ertussen geschoven. Afsluitend vindt de afwerking met folie en plaatmateriaal plaats.
Zowel de liggers als PS-blokken zijn in diverse soorten en maten leverbaar. Er zijn hoge isolatiewaarden (Rc 3,5 to 6,0) te behalen, afhankelijk van de gekozen dikte van de vulelementen. Doorgaans bewerkelijke sparingen als kruipluiken worden eenvoudig, omdat er geen raveelstukken benodigd zijn. In plaats daarvan volstaat het handmatig inzagen van een gat.
Aanleiding voor de ontwikkeling was optimalisatie van De Inschuifwoning, het renovatieconcept waarvoor Mulder Obdam onlangs de publieksprijs de Voorsprong (initiatief stichting Energiesprong) kreeg uitgereikt. Het bedrijf acht de vloer evenwel voor elke renovatie toepasbaar en wil die in samenwerking met de vaste producenten zo snel mogelijk op de markt gaan brengen.
PS-renovatievloer:
Ook licht en handzaam is de VBI PS-renovatievloer, die sinds halverwege vorig jaar verkrijgbaar is. Het begane grond-vloersysteem van de gelijknamige fabrikant uit Huissen is opgebouwd uit IPE-vormige plaatstalen liggers, met als invulling PS-elementen. Na het neerleggen van krimpnetten, zorgt een 50 mm dikke spramex druklaag voor een constructief sterk geheel. Hieroverheen volgt een zandcement afwerklaag.
De gelijkenis met de aloude balken-broodjesvloeren is ontegenzeggelijk. Het grote verschil komt voort uit het gewicht van de liggers, die met hun 6,5 kg/m1 slechts een fractie wegen van de betonnen voorgangers. Een ander (kostenbesparend) pluspunt is de grotere hart-op-hartafstand van de liggers (90 i.p.v. 60 cm). Dat betekent beduidend minder uitlegwerk, opslagruimte en afval. Oplegging van de liggers is op diverse manieren mogelijk. Indien funderingen toegankelijk zijn, worden ze direct hierop geplaatst. Zo niet, dan monteert de aannemer voorafgaand verzinkte hoeklijnen.
De liggers zijn in vier verschillende lengten leverbaar, te weten 3000, 3600, 4200 en 5000 mm. Het pasmaken ervan gebeurt middels een lichte slijptol. De vulelementen kennen een standaardlengte van 1200 mm en zijn eenvoudig aan te helen en/of af te korten. Het assortiment omvat twee kwaliteiten, waarvan de witte uitvoering een Rc van 4,3 behaalt en die met een grijze kleur een waarde van 5,0.
De fabrikant bedacht de vloer, nadat ook hij de nieuwbouwopdrachten drastisch zag teruglopen. De eerste projecten die eind vorig jaar in Noord-Holland plaatsvonden, leverden voornamelijk lovende reacties op. Vooral de wat oudere werknemers noemden het systeem een zegen voor rug en ledematen.
Staalframe:
Een opvallend flexibel vloerconcept is de renovatievloer van staalframeproducent FeNB2 Staalframebouw uit Schagen. Het vloersysteem bestaat nu vijf jaar en kent een met glaswol geïsoleerd frame van verzinkte plaatstalen C- en U- profielen, afgewerkt met plaatmateriaal. Ofschoon de uiteindelijke vloerafwerking nog in het werk moet plaatsvinden, zijn de kant-en-klare elementen ook aan de bovenzijde reeds voorzien van een circa 8 mm dikke toplaag. Dit omwille van het transport.
Het meest bijzonder aan het systeem is de keuzevrijheid. Op de gestandaardiseerde liggers na is namelijk de opbouw vrij inwisselbaar, te denken valt aan gipsplaten als plafonds of dampremmende beplating bestemd voor kruipruimten. Veelal zal de keuze voor het vloerbeschot vallen op spaanplaat of OSB, maar ook steenachtige afwerkingen als anhydriet en zandcement zijn mogelijk. In dat geval worden geprofileerde staalplaten gemonteerd, met achteraf eventueel de leidingen en/of vloerverwarming.
Voorafgaand aan de levering wordt de te renoveren woning ingemeten. Vervolgens ontwerpt het bedrijf een legplan, met vrij overspanbare elementen van 400 tot 600 millimeter breed, waarmee de grote vloervlakken worden ingevuld. Passtukken worden in het legplan meegenomen. Dit voorkomt tijdrovend afkortwerk.
Wel zijn er voor de montage voorafgemonteerde hoeklijnen nodig. De hierop liggende panelen blijven daarbij vrij van de constructieve bouwmuren, met als doel het voorkomen van geluidsoverdracht. Volgens het bedrijf zijn op die manier geluidsreducties tot 14 dB gemakkelijk haalbaar.
Met de renovatievloer mikt Staalframebouw op zowel grootschalige renovatieprojecten als enkele woningen, en dan voornamelijk rijtjeshuizen. Dat het systeem als een reële optie wordt gezien, blijkt wel uit de thans gevoerde onderhandelingen voor het vervangen van 450 beganegrondvloeren in het westen van het land. Het zou de grootste order betekenen sinds het bedrijf de vloer ontwikkelde.
PassePartout:
Een geval apart is de PassePartout verdiepingsvloer van de firma EchoStreek uit Lochem. In die zin afwijkend, omdat het systeem een sterke gelijkenis vertoont met breedplaatvloeren, die zoals bekend uitsluitend bij nieuwbouwprojecten worden toegepast. Wat de vloer evenwel geschikt maakt voor renovaties, is gelegen in de leverbare breedtematen van slechts 14 en 29 cm. Bij een dikte van 35 mm zijn de langste exemplaren (oplopend per 10 cm, tot maximaal 5,95 m) met een beetje kunst en vliegwerk nog net hanteerbaar.
De truc is dat de smalste elementen op een dun laagje egalisatiemortel in bestaande balkinkassingen kunnen worden opgelegd. Eventueel zullen die voorafgaand aan de plaatsing iets meer moeten worden uitgehakt. Vervolgens kunnen de bredere elementen ertussen, dus ‘hangend’ in de dagmaat van de bouwmuren. Na krimpnetten op de ingestorte tralieliggers kan het beton erop, met als uiteindelijk resultaat een minimaal 13 cm dikke verdiepingsvloer, afhankelijk van de te bereiken overspanning.
Vanzelfsprekend vraagt de vloer wel om voldoende onderstempeling. Een andere beperking is het relatief hoge gewicht, dat de methode in veel gevallen ongeschikt maakt voor woningen op lichte funderingen. Niettemin kent het systeem ook enkele voordelen. Zo is de geluidsoverdracht door het massieve beton minimaal, zeker in verhouding tot andere renovatievloeren. Ook kunnen leidingen en vloerverwarming gemakkelijk worden weggewerkt en zijn overspanningen haalbaar tot bijna zes meter. Bovendien kunnen de platen in moeilijk toegankelijke ruimten middels koppelwapening worden aangelengd.
OP-deck:
Eveneens met in het werk gestort beton, maar in een geïsoleerde uitvoering is de sinds 2006 verkrijgbare OP-deck vloer van de firma Reppel. Het is een gepatenteerd vloersysteem bestaande uit geprofileerde met PIR-schuim gevulde plaatstalen sandwichpanelen, gecontramalde PS-profielblokken, veld- en detailwapening en als gezegd een afwerking van nat beton. Onderscheidend aan het concept is de haalbaarheid van vrije overspanningen tot een afstand van tien meter. Dat maakt de vloer vooral geschikt voor optoppingen en uitbreidingen van utiliteitsgebouwen, al wordt het systeem zeker ook toegepast bij (hoogwaardige) woningrenovaties.
Oplegging van de panelen geschiedt op draagconstructies van onder meer staal, beton, metselwerk en hout. In het geval van woningrenovaties zullen de werkzaamheden doorgaans aanvangen met het aanbrengen van hoeklijnen. Na de panelen volgen de profielblokken, waarna de sleuven en vloervelden van wapening worden voorzien. Als laatste bewerking vindt de stort plaats.
Behalve het relatief lage gewicht (vanaf 170 kg/m2), de stempelvrije montage (tot 5,5 m) en hoge isolatiewaarden (Rc > 4) kent het systeem het voordeel, dat de onderzijde als zichtwerk wordt afgewerkt. Die is namelijk fabrieksmatig reeds voorzien van een witte coating, waardoor stukadoorswerkzaamheden vanzelfsprekend niet meer nodig zijn. Een nadeel echter is de forse dikte van de vloer (minimaal 250 mm), voortkomend uit het extra isolatiepakket. Ook de aanschafprijs van het systeem is – zeker voor sociale woningbouw – in verhouding hoog.
Naast de in diverse maten verkrijgbare elementen levert Reppel de constructieve berekeningen voor beton en wapening. Ook beschikt de firma over een ruim bestand aan specialistische applicatiebedrijven.
Tekst: Sjoerd Meuleman
Fotografie: Mulder Obdam,VBI, Fenb2 staalframebouw, Echostreek, Reppel