Ga naar hoofdinhoud

Duco: ‘Het roer moet om, wil je je plek in de keten blijven innemen’

Duco, Europese voortrekker in ventilatie-en zonweringsoplossingen, levert zijn klanten een gezond, comfortabel en energiezuinig binnenklimaat. Business excellence manager Michael Vanmaele legt uit hoe Duco circulair ondernemerschap omarmt. De aanpak richting 2030 omvat concrete acties binnen het Voka Charter Duurzaam Ondernemen en een stapsgewijze transitie naar toekomstbestendigheid.

Duco is een toonaangevende Europese producent van ventilatie- en zonweringsystemen die op een natuurlijke manier een gezond, comfortabel en energiezuinig binnenklimaat creëren. Op het visitekaartje van Michael Vanmaele staat dat hij business excellence manager is, maar hij is vooral bezig met interne communicatie en duurzaamheid binnen het bedrijf. Op de vraag wanneer het tot Duco doordrong dat de lineaire economie zijn langste tijd gehad heeft, zegt hij dat dat besef niet op één bepaald moment als een ‘eureka’ tot een bedrijf doordringt. Zo’n besef daalt langzaam in tot het moment aanbreekt dat wet- en regelgeving, maar ook maatschappelijke opvattingen en het geweten binnen de organisatie het onvermijdelijk maken dat je serieus gaat nadenken over circulair ondernemerschap en de maatregelen die nodig zijn om die weg te bewandelen.

“Langzaamaan ga je als bedrijf beseffen dat we als sector inderdaad te veel afval produceren, te veel fossiele brandstof verstoken, te veel bouwplaatsafval genereren en onze producten niet duurzaam en circulair genoeg produceren. Dan realiseer je je dat het zo niet langer kan doorgaan en dat het roer echt om moet, wil je als bedrijf je plek in de keten blijven innemen.”

Foto: Duco.

Wat zijn de belangrijkste doelen die Duco tussen nu en pakweg 2030 gaat realiseren als het op duurzaamheid aankomt?

“Wij hebben ervoor gekozen om niet onmiddellijk een zwaar gemarket programma rond duurzaamheid uit te rollen. Je kunt wel heel ‘groen’ doen en grote doelen benoemen die fancy klinken, zoals zero uitstoot tegen 2025, maar dat kunnen wij als schakel in de keten niet in ons eentje waarmaken. Daarom zijn we onder meer in het Voka Charter Duurzaam Ondernemen gestapt. Dat is een Vlaams programma. Een hulpinstrument om duurzaam ondernemen concreet vorm te geven, te structureren en te werken aan continue verbetering van de prestaties op sociaal en economisch vlak en op het gebied van milieu.”

“Door dit programma te ondertekenen, verplicht je je als bedrijf om een jaaractieplan te realiseren rond een aantal thema’s. De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties vormen hiervoor het universele kader. Vanaf april mogen we het label Charter Duurzaam Ondernemen voeren. Voor dit jaar hebben we verschillende acties gedefinieerd om Duco stap voor stap meer toekomstbestendig te maken. Denk daarbij aan acties rond ons eigen personeel, onze leveranciers, onze klanten en rond onze gebouwen, productieprocessen en productontwikkeling.”

‘Dan realiseer je je dat het roer echt om moet, wil je als bedrijf je plek in de keten blijven innemen’

Waar staat Duco op weg naar de circulaire bouweconomie in 2050?

“Dat zal ik je vertellen. We hebben twee business units. We hebben onze gevelproducten met ventilatieroosters en zonweringsoplossingen, en we hebben de mechanische ventilatie met onze ventilatie- en afvoerboxen. De nieuwe producten zijn ondertussen zo samengesteld dat aan het einde van de levensduur alle componenten losgeschroefd en gerecycled kunnen worden. Dat is een groot verschil met hoe we vroeger werkten. Toen zat de hele boel aan elkaar geplakt en dan kon je er aan het einde van de levensduur niks meer mee. Een ander voorbeeld is de Ducobox Reno. Wanneer een afvoerventilator aan vervanging toe is, kan je met dit compacte component overstappen naar een vraaggestuurd systeem dat de hele installatie weer up-todate maakt. Het enige wat de installateur hoeft te doen, is de oude ventilator vervangen. Voor de rest laat hij zoveel mogelijk van de oude installatie in het gebouw zitten.”

“We houden er rekening mee dat de nieuwe ventilatiecomponenten die we ontwikkelen niet steeds een afwijkende maat hebben. Het idee daarachter is dat als er een energiezuinigere motor op de markt komt, of er nieuwe softwarekaarten beschikbaar zijn, deze passen in een bestaande behuizing. Op die manier kunnen onze klanten altijd beschikken over een up-to-date installatie, terwijl ze niet steeds hoeven te hakken en breken. Dat klinkt misschien als klein bier, maar wat ons betreft is het een flinke stap vooruit als het gaat om denken over circulariteit en de bouwsector.”

Denken jullie al na over de mogelijkheid om gevel- en ventilatiecomponenten die vervangen moeten worden te refurbishen, zodat ze opnieuw toegepast kunnen worden?

“Zeker. De repareerbaarheid van onze gevel- en ventilatieproducten is sowieso al goed. Alle onderdelen zitten vastgeschroefd of vastgeklikt en er zijn heel wat spare parts beschikbaar. Je kunt ze dus repareren zonder ze te hoeven openbreken of beschadigen. Maar waar jij op doelt, is of het voor ons aantrekkelijk is onze producten terug te nemen, op te knappen en opnieuw in de markt te zetten. Dat is beslist een interessante gedachte. We zijn in gesprek met een paar Nederlandse partijen om erachter te komen of dat voor ons een begaanbare piste kan zijn. Gevel- en ventilatiecomponenten opnieuw in andere gebouwen toepassen zou perfect passen bij de circulaire bouweconomie waar we naar onderweg zijn. We gaan de mogelijkheden op dit vlak in elk geval serieus onderzoeken.”

Foto: Duco.

Waar let Duco verder zoal op als het om duurzame bedrijfsvoering gaat?

“Ik heb je verteld over het Charter Duurzaam Ondernemen. Maar er is meer en daar zijn we best trots op. Zo zitten we in een volledig nieuw gasloos kantoorgebouw. Er komt hier, zoals wij Belgen zeggen, geen druppel gas meer binnen. Gasloos is een term die jullie in Nederland al goed kennen, maar bij ons lopen we er ver mee voor de troepen uit. Verder hebben we in het gebouw veel van onze eigen ideeën en technieken geplaatst. Zo is de zuidelijke gevel voorzien van onze eigen gevellamellen en hebben we intensieve nacht- en dagventilatie. Allemaal moderne technieken die het gebouw, zowel tijdens warme zomers als tijdens koude winters, comfortabel houden voor onze medewerkers. Daarnaast hebben we ook flink geïnvesteerd in onze lakkerij.”

Was investeren in de lakkerij dan nodig?

“Beslist. De lakkerij is een nogal energie-intensieve en milieubelastende installatie. Om dat te verminderen, hebben we onder meer geïnvesteerd in volledige waterzuivering. Al het water dat in de lakkerij gebruikt wordt om te spoelen, gebruiken we opnieuw. We lozen geen afvalwater meer. Hiervoor kregen we van de Vlaamse overheid het statuut ‘nullozer’. We hebben een poederlakkerij. Dat poeder aanbrengen gaat met een spuitnevel. Al het poeder dat naast het werkstuk terechtkomt, zuigen we af en gaan we recupereren om de onzichtbare componenten van onze producten te lakken. Er is tegelijkertijd ook geïnvesteerd in warmterecuperatie van de ovens om de voorbehandelingsbaden en het spoelwater op temperatuur te brengen. Er wordt ook geïnvesteerd in nieuwe sturingen om vlotter op en af te kunnen schakelen en zo energie te besparen. Verder wordt sterk ingezet op recycling, met als extra leuk voorbeeld ons EPS-verpakkingsafval. Dat wordt door een toeleverancier opgehaald die het in zijn productie omvormt tot nieuwe halffabricaten.”

‘We zijn een bedrijf, wij moeten waarde creëren, maar we moeten wel de goede dingen doen met die waarde’

Hoe zit het met jullie energieverbruik?

“Op kantoor en in de productiehallen zijn we overgeschakeld op ledverlichting in combinatie met daglicht- en lichtintensiteitssturing. Dat scheelt enorm in energieverbruik. Een ander voordeel van intensiteitssturing is dat je nooit te veel of te weinig licht op je werkplek hebt. Dat is wel zo prettig. Uiteraard maken we ook gebruik van zonne-energie en ook dat loont. We genereren hier op zonnige dagen op piekmomenten tot 1.650 kilowatt aan zonne-energie. Daar kunnen we een groot deel van onze energiebehoefte mee afdekken. Verder hebben we al volop ingezet op de elektrificatie van ons wagenpark én de voorziening van 50 laadpunten op onze bedrijventerreinen.”

“Bovendien hebben we ons compressorpark omgebouwd naar frequentiegestuurde machines. We hebben compressorlucht nodig in ons productieproces, maar de benodigde luchtdruk werd niet efficiënt opgewekt. Een klassieke compressor staat de hele dag zwaar onder druk. Frequentiegestuurde toestellen regelen precies de hoeveelheid druk die nodig is op dat moment.”

“Daarnaast starten we een algemeen energieproject op, waarbij op heel wat plaatsen extra subtellers geplaatst worden (zowel op gas als op elektriciteit en water) om het verbruik in de verschillende productiezones nauwkeurig te kunnen opvolgen en aanpakken. Ook dat levert een grote energiebesparing op.”

Zijn er ook nog andere maatregelen getroffen dan enkel op het gebied van energieverbruik?

“Op kantoor zijn er maatregelen genomen om de milieulast van het bedrijf te drukken. Zo was er vroeger drinkwater in petflessen beschikbaar. In de nieuwbouw is een drinkplan gelanceerd door overal fonteintjes te plaatsen. Op jaarbasis scheelt dat al gauw 13.000 petflessen. Verder zijn we gestart met een fietsleaseplan en hebben we in de productiehallen geïnvesteerd in hydraulische montagetafels en nieuwe montagestoelen die in hoogte verstelbaar zijn. Dat scheelt niet in energie, maar komt het welzijn van onze medewerkers ten goede. En ook dergelijke zaken vallen voor ons onder duurzaamheid.”

Is Duco groen voor de poen of ligt er idealisme aan ten grondslag?

“Duurzaamheid gaat voor ons over de vijf P’s: Planet, People, Partnerships, Peace en Profit. Daar zit een zeker idealisme in – inherent aan onze corebusiness van oplossingen voor dat gezonde, comfortabele en duurzame binnenklimaat. Maar het moet zeker ook gaan over Profit. Daar moet je niet flauw over doen. We zijn een bedrijf, wij moeten waarde creëren, maar we moeten wel de goede dingen doen met die waarde. We willen centen kunnen verdienen om niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst relevant te kunnen zijn in de bouwsector. Als we geen geld verdienen, hebben we ook niet de middelen om te helpen in de transitie van de lineaire naar de circulaire bouweconomie. Dus ja, we zijn deels groen voor de poen, maar dan wel met oprechte zorg voor de wereld waar we deel van uitmaken. Wij noemen het liever ‘groen door te doen’.”

Blijf voorop in de bouw met de Bouwwereld nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste (product)nieuws, trends en ontwikkelingen over bouwtechniek in je mailbox. Sluit je aan bij 16.000 bouwprofessionals en mis niets!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.