Ga naar hoofdinhoud

Isolatie schuur niet goed genoeg voor drumstudio


Een aannemer verbouwt een tuinschuur tot een geluidsstudio voor het verzorgen van drumlessen. Na oplevering weigert de opdrachtgever echter de restant van de aanneemsom à 5.193 euro te betalen. De geluidsisolatie is volgens hem ver beneden de maat. Een onderzoek op locatie moet zijn gelijk aantonen.

De opdrachtgever stelt dat de geluidsstudio na de verbouwing door de aannemer absoluut niet geschikt was voor het verzorgen van drumoefeningen en drumlessen. Daarom heeft hij de betaling van het restant van de bouwsom à 5.193 euro opgeschort. Toen de bouwer vervolgens ook nog weigerde om de geluidsstudio aan te passen en te verbeteren, is de klant helemaal niet meer tot betaling overgegaan.

Aanpassingen door derden
Hij zag zich genoodzaakt om meerdere aanpassingen en verbeteringen aan de ruimte door een derde te laten verrichten, voordat hij deze in gebruik kon nemen als drumstudio. Het gaat dan om: het bekleden van de wanden en het plafond met extra isolatiemateriaal, verzwaring en kierdichting van beide toegangsdeuren en het ongedaan maken van de ventilatievoorziening, inclusief het afdichten van de ventilatieopening. De aannemer stelt op zijn beurt dat hij zich wel degelijk aan de aannemingsovereenkomst heeft gehouden, en eist het bedrag vermeerderd met rente op.

De opdrachtgever heeft op verzoek van de arbiter, met gesloten deuren in de geluidsstudio, een korte tijd op de drums gespeeld. Tijdens deze drumsessie is zowel buiten als binnen het geluidsniveau waargenomen. Ondanks de door een derde uitgevoerde substantiële aanpassingen en verbeteringen na de werkzaamheden van de aannemer, is het geluidsniveau hoog. Zo hoog, dat de arbiter vaststelt dat het geluidsniveau vóór het aanbrengen van deze aanpassingen en verbeteringen onaanvaardbaar moet zijn geweest.

Tekort geschoten
Volgens de arbiter mocht de opdrachtgever redelijkerwijs verwachten dat de aannemer een geluidsstudio zou realiseren voor het onderwijzen en oefenen op een drumstel. De vakman was immers door hem op de hoogte gesteld dat de geluidsstudio als drumstudio zou worden gebruikt en dat deze hiervoor geschikt moest worden gemaakt om geluidsoverlast te voorkomen. Hoewel hijzelf anders beweert, is de aannemer is dus wel degelijk toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.

De opdrachtgever is bereid om ten aanzien van het opgeschorte restant van de aanneemsom alsnog een bedrag van 3.200 euro te voldoen. Daartoe wordt hij ook veroordeeld. De overige 1.993 euro wil hij verrekenen met het gevorderde bedrag. Gezien de aard en de omvang van de aanpassingen en verbeteringen een niet-bovenmatig bedrag, vindt de arbiter. Beide partijen betalen elk de helft van de arbitragekosten à 2.250 euro.

Geschilnummer 29.848

Blijf voorop in de bouw met de Bouwwereld nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste (product)nieuws, trends en ontwikkelingen over bouwtechniek in je mailbox. Sluit je aan bij 16.000 bouwprofessionals en mis niets!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.