Willen we met z’n allen succesvol participeren in een circulaire economie dan zal bij de bouwsector de knop nu echt om moeten. Niet straks of over een tijdje, maar nu. Want we kunnen morgen beginnen met circulair ontwerpen en bouwen.
En er is haast geboden. De hoeveelheid kooldioxide (CO2) in de atmosfeer is vorig jaar gestegen naar een nieuw record meldde de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) onlangs. Er is dus nog geen sprake van een ommekeer in deze stijgende trend.
Op de lange termijn zal de uitstoot zorgen voor klimaatverandering, zeespiegelstijging, verzuring van de oceanen en vaker extreem weer. Het is dus onvermijdelijk dat we een lijst gaan maken met bouwmaterialen die circulair bouwen in de weg staan. Die moeten we überhaupt niet meer toepassen.
Producentenverantwoordelijkheid
Elke producent zal zijn verantwoordelijkheid moet nemen en gaan nadenken over hoe hij kan aanhaken bij de circulaire economie. In de praktijk heet dat producentenverantwoordelijkheid en dat is meer dan een mooi scrabblewoord. Verantwoordelijkheid nemen, kan door stil te staan bij de vraag welke materialen je als fabrikant in je producten stopt. Zijn die qua circulaire eigenschappen niet aan de maat dan verwerk je ze niet. Ingewikkelder is het niet. Nadenken over een tweede of derde termijn voor de geproduceerde bouwmaterialen hoort er ook bij. Ook dat moet hij organiseren. Architecten kunnen producenten van bouwmaterialen daarbij helpen. Ze kunnen al ontwerpend meedenken over de vraag hoe bouwproducten zo toe te passen dat ze eenvoudig herbruikbaar zijn.
Razend snel
En bouwen kan circulair. Er zijn meer dan voldoende circulaire bouwmaterialen voor handen om huizen van te maken. Waar alternatieve ontbreken, gaan de ontwikkelingen razend snel. Wie op de afgelopen Dutch Design Week zijn ogen goed de kost gaf, kon zien hoe jong ontwerptalent hard bezig is nieuwe bouwmaterialen te ontwikkelen en fundamenteel na te denken over circulaire productiemethoden. Het is dus een kwestie van kansen zien en benutten en ophouden met wachten.
Peter de Winter