Nieuwe onderwijsgebouwen zijn gemiddeld 25% energiezuiniger dan minimaal is vereist in het Bouwbesluit. Dit blijkt uit een analyse van de bouwaanvragen uit 2010. Een aantal scholen levert zelfs een energieprestatie die bijna twee keer beter is dan vereist. En bovendien is er ook extra aandacht voor een gezond binnenklimaat.
Deze ontwikkeling is volgens AgentschapNL zeer opmerkelijk, de energie-eisen voor gebouwen in het Bouwbesluit zijn namelijk per 1 januari 2010 aangescherpt. Bovendien is het in de bouw nu niet bepaald traditie om zoveel ambitieuzer te bouwen dan de norm, en zeker in niet in de scholenbouw.
Sterk in energie
Bijna alle scholen leveren een energieprestatie die flink beter is dan minimaal vereist volgens het Bouwbesluit. Een aantal scholen presteert bijna een factor 2 beter dan de nieuwste norm.
Veelvoorkomende maatregelen zijn een dikke isolatie van de gebouwschil, HR++ glas, en energie efficiënte verlichting. Opmerkelijk is dat driekwart van de scholen een warmtepomp gebruikt voor verwarming, vaak in combinatie met warmtekoude-opslag. Een kwart van de scholen krijgt pv-panelen, variërend van 16 tot 625 m2. De zonnepanelen leveren een bijdrage van 1 tot 30% aan de energievoorziening.
De geïndexeerde energieprestatie van de beoordeelde projecten. Een prestatie van 100 is conform de huidige minimum eis in het Bouwbesluit. Hoe hoger het indexgetal, hoe beter de energieprestatie.
Aandacht binnenmilieu
Naast energiebesparing tonen de plannen opvallend veel aandacht voor de kwaliteit van het binnenmilieu. Driekwart van de scholen beschikt over gebouwkoeling. Iets wat in nieuwbouwkantoren gebruikelijk is, maar in scholen tot voor kort nog een uitzondering. Evenzeer opmerkelijk is dat driekwart van de scholen beschikt over gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Ook op dit punt zijn scholen bezig met een inhaalslag.
Landelijke steekproef
Agentschap NL heeft een landelijke steekproef van bouwvergunningen uit 2010 voor 300 utiliteitsgebouwen laten uitvoeren. De categorie onderwijsgebouwen valt binnen de 9 gebouwcategorieën positief op. Bij de 300 utiliteitsgebouwen uit de steekproef komen 29 gebouwen voor met een onderwijsfunctie. Het zijn vooral basisscholen en voor een kleiner deel scholen voor het voortgezet onderwijs. Van 23 scholen is een bruikbare berekening van de energieprestatie beschikbaar. Dit is bijna één vijfde van het totale aantal bouwaanvragen voor scholen in 2010 en zodoende een representatieve steekproef.
De gebouwgrootte varieert van 1.000 tot 10.000 m2. Totaal gaat het om ruim 75.000 m2. Van dit oppervlak heeft de helft een onderwijsfunctie; de rest van het oppervlak heeft de functies sport, kantoor, bijeenkomst en gemeenschappelijk.
Frisse school
Sinds ruim vijf jaar vraagt Agentschap NL via het programma Frisse Scholen aandacht voor energiebesparing en de kwaliteit van het binnenmilieu van scholen. De steekproef toont aan dat in de nieuwbouwplannen een grote stap voorwaarts is gezet. Gelet op de beperkt beschikbare budgetten is dit een prestatie van formaat. De volgende stap zal zijn het goed uitvoeren van de maatregelen tijdens de bouw en daarna een goed gebruik en beheer. Zodat kinderen optimaal kunnen leren in een Frisse School.
Het onderzoek is uitgevoerd door Bureau Nieman in opdracht van Agentschap NL. Met dit onderzoek wil het ministerie van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de resultaten van het Lente Akkoord in kaart brengen.
Ik zie in de reactie van Ton.Boer, dat hij zich concentreert op die 150 watt armaturen, en vraagt zich dan af of men wel rekening houdt met energie zuinigheid, volgens mij kun je dat daar niet alleen uit af leiden.
Voor een schoolgebouw staat een E.P.C. van 1,3 wat nou ook niet echt heel hoog is, bedenk een woning moet nu 0,6 zijn.
en men doet het nu 25% beter als die 1,3. is heel mooi lijkt mij.
Dat kan men op allerlei manieren bereiken, als je de schil heel goed isoleert, hoge Rc waarden, en zeer goede isolerende beglazingen toepast, en de nodige stooktechnische energiezuinige apparaten, en voor mijn part nog wat zonnepanelen op het dak, dan kun je die 25% onder de E.P.C. norm halen, en dan ben je er, doordat je zo energiezuinig bezig bent geweest kun je aan de verlichting, omdat dit gewenst is wat meer uitgeven, misschien hadden het wel 250 watt armaturen mogen wezen, om nog die 25 % onder de E.P.C. te kunnen behalen, dat wijst uiteindelijk die E.P.C. berekening uit.
De rest zoals frisse scholen en waarschijnlijk nog meer van dit soort zaken zijn uiteindelijk niet meer als wat convenanten, en niet echt bepalend op die E.P.C. en 25% korting.
Geachte heer Boer,
Indien u het artikel goed leest wordt er gesproken over 25 % zuiniger dan vereist in het bouwbesluit. Dit wil nog niet zeggen dat de scholen daadwerkelijk energiezuinig zijn.
Het plaasten van 31 armaturen van 150 watt is ook geen maatstaf of iets energiezuinig is. Indien je de wattage nodig hebt voor een goede verlichting(het is per slot van rekening een school en geen woonhuis), dan kun je dat moeilijk schrappen omdat het niet energiezuinig is. Daarom wordt de zuinigheid ook per type gebouw bepaald.
Met vriendelijke groet
Niels van Eijk
Ik weet niet waar dit onderzoek heeft plaatsgevonden,maar er zijn voorbeelden te over waar dit niet het geval is. Als men al de gedachte heeft dat het neerhangen van trogarmaturen met een verbruik van 150 watt per armatuur energiezuinig is (31 stuks)dan weet ik het niet of men wel rekening houdt met de energiezuinigheid.