De scheuren in keldervloer en –muren van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi), die eind mei werden geconstateerd, worden veroorzaakt door een te hoge waterdruk onder het museumgebouw.
De zogenaamde ‘trekpalen’ onder het gebouw functioneren als gevolg daarvan niet meer. De ingebouwde veiligheidsmarge, waarmee met de bouw van het NAi rekening is gehouden, bleek bij deze uitzonderlijk hoge waterdruk niet voldoende te zijn. Hoe de hoge waterdruk precies is ontstaan, is nog niet bekend. Nader onderzoek moet dat uitwijzen.
Trekpalen
De kelder van het NAi ligt 3,5 meter onder het grondwaterpeil. Dit veroorzaakt een hoge opwaartse druk, die normaal gesproken wordt gecompenseerd door de trekpalen onder het gebouw. Een trekpaal werkt tegenovergesteld aan de meer bekende ballastpaal, die belast wordt met druk. De trekpalen onder het NAi trekken de vloer van het gebouw als het ware naar beneden. Deze constructie bleek anderhalve maand geleden zijn functie verloren te hebben, waardoor de keldervloer opbolde.
260 duizend kilo ballast geplaatst
Om verdere scheurvorming tegen te gaan, is direct na constatering van het probleem 260 duizend kilo ballast geplaatst. Voor een structurele oplossing van de opbollende keldervloer komen verschillende technieken in aanmerking. De meest voor de handliggende oplossing lijkt vooralsnog een groot aantal palen door de vloer en keldervloer te draaien, die gaan dienen als ankers. Deze constructie kan een nog veel hogere waterdruk aan dan waarvan nu sprake is. Het NAi moest door deze scheurvorming de eerder geplande verbouwing uitstellen. Nu bekend is wat de scheurvorming veroorzaakt en een oplossing voorhanden is, wil het NAi zo snel mogelijk starten met de verbouwing. Oplevering van het nieuwe NAi vindt nu plaats in het voorjaar van 2011.
- Neem een (proef)abonnement op het vakblad Bouwwereld