Een praktijktest moet de prestaties inzichtelijk maken van hybride warmtepompen. De test wordt uitgevoerd op het Energy Transition Center (EnTranCe) in door de Consumentenbond, Vereniging Eigen huis en vijf andere organisaties.
Het onderzoek moet voor consumenten begrijpelijke informatie opleveren over de prestaties van hybride warmtepompen, voor mensen die willen overstappen op deze nieuwe vorm van verwarmen. De resultaten worden komend najaar in de Consumentengids en het Eigen Huis Magazine gepubliceerd.
Testonderwerpen
De systemen worden onder meer getest op energiegebruik, prestatie (een goede, snelle en stabiele temperatuurregeling) en geluidsproductie. De Hanzehogeschool Groningen en TNO voeren het onderzoek uit in een speciale ‘testwoning’.
Aanschaf hybride warmtepompen
Uit een enquête van de Consumentenbond onder 10.000 consumenten blijkt dat een derde van de respondenten overweegt een hybride warmtepomp aan te schaffen. Een verrassend hoog percentage, aangezien het om een relatief onbekende en dure investering gaat. De hoge prijs is voor 36 procent van de ondervraagden dan ook reden om juist niet over te willen stappen op een warmtepompsysteem.
Een hybride verwarmingssysteem (ketel plus warmtepomp) kost tussen de 4000 en 7000 euro, inclusief installatiekosten en subsidie. Consumenten kunnen vervolgens wel tot 75 procent besparen op hun gasverbruik. Daar staat wel een toename van het stroomverbruik tegenover. De test moet uitwijzen hoeveel een consument per saldo bespaart.
De initiatiefnemers van het praktijkonderzoek zijn de Consumentenbond, Cogas, Enpuls, GasTerra, Gasunie, N-tra en Vereniging Eigen Huis.
@Andreas Firewolf
Leuk dat je het probleem bij architecten legt en dan met het idee komt om een hele wijk op/in een zwembad te bouwen. En dat dan ‘simpel’ noemen. Als dit ‘out of the box’ denken is, dan blijf ik liever in the box 🙂 Ik heb namelijk zomaar het vermoeden dat de gemiddelde woningeigenaar er niet op zit te wachten om ‘out of the box’ te betalen.
Er is niets mis met out of the box denken. Maar sommigen baseren hun mening/standpunt op een onderzoek waarbij uit is gegaan van een ideaal scenario. Op zich niets mis mee, maar men gaat dit vervolgens al gauw doortrekken naar verbouwingen etc. Dus je gaat waterleidingen tegen het buitenblad aanbouwen om deze vervolgens te isoleren en vervolgens een plaatmateriaal als afwerking te gebruiken? Dan krijg je dus een opbouw van Plaatmateriaal, isolatiemateriaal, Waterleidingen in de mortel, het oude buitenblad, luchtspouw, isolatiemateriaal en de binnenwand. Wat gebeurt er met de kozijnen? Verder volg ik de beredenering niet van het Gouda verhaal, dus je gaat een wijk op een betonnen bakconstructie met water zetten om hiermee de wijk te koelen en verwarmen. Wordt deze wijk dan enkele meters hoger dan de rest? Wordt deze gelijk met de rest? Wat gebeurt er als de bak om een of andere reden defect/lek raakt? Hoe wordt dit gewicht opgevangen? Ga zo maar door. Het is goed dat men out of the box denkt, maar alsjeblieft ga niet zitten verkondigen dat dit hartstikke simpel is want dat is het overduidelijk niet.
Nieuwbouw in laag gelegen gebieden kan men koppelen aan warmteopslag. Voorbeeld: Gouda.
Stel dat je bij Gouda een nieuwe wijk zou aanleggen. Hoe zorg je dat deze wijk droog blijft bij zeespiegelstijging ???
Heel simpel.
Begin met een betonnen zwembad zo groot als de wijk met een hoogte van enkele meters. Vul deze met water. Bouw op deze bak de wijk. Overtollige warmte in de zomer sla je op in deze bak met water. ’s Winters haal je de warmte er uit en hiermee verwarm je de gehele wijk.
Probleem zijn de architecten en dergelijke. De meeste kunnen niet ‘out-of-the-box’ denken.
Men houdt veel te veel vast aan oude methoden. Bestaande woningen kan men meestal beter van buiten verwarmen. Plaats waterleidingen tegen de buitenmuur en vul de ruimte ertussen op met mortel. Plaats isolatiemateriaal op de muren en werk het af met een dunne schil Bijvoorbeeld cementvezel plaat. Met een watertemperatuur van 18 graden ben je dan meestal klaar. Een vrijstaande woning kan deze warmte halen uit de bodem van de tuin. ’s Zomers kun je het huis koelen met dezelfde middelen.
ik hou m’n hart vast bij dit onderzoek. Het gehalte aan bedrijven die zich decennia lang de vijand getoond hebben van alles wat aardgas bedreigde is erg hoog en uit allerlei publicaties van deze bedrijven blijkt die ondertoon nog steeds aanwezig.
Inhoudelijk: de prestaties van warmtepompen zijn sterk afhankelijk van de soort woning, allerlei maatregelen bouwtechnisch en installatietechnisch die in de loop van de levensduur zijn genomen. Ook speelt vooral bij l/w-wp de locatie in Nl een significante rol (groot verschil in prestaties in bv Zeeland (vrijwel altijd zacht weer) tov zelfde woning in Groningen (veel koude)). En hoeveel wp kies je: 10% van de benodigde capaciteit, of 25% of 50% of … Met 25% kun je al meer dan de helft van de totale warmtevraag voor verwarming dekken.
Welke regelprincipes zijn gehanteerd? Verder: neem je productie van warm tapwater mee of niet? en hoe ga je om met zoiets als kwaliteit van de installatie: installateurs kunnen in het algemeen wel een werkende warmtepomp installeren, maar meestal gaat wel een groot deel van het energiebesparing verloren door een slechte (regel)technische inpassing leidend tot een onnodig lage COP.
Kortom: ik vrees voor de (waarde van de) uitkomst van dit onderzoek …
Het lijkt mij dat een praktijktest in de praktijk moet worden uitgevoerd, en niet in een speciale testwoning. Er zijn al voldoende hybride systemen geplaatst en een onderzoek naar de tevredenheid van de gebruikers zou al veel nuttige informatie opleveren.
Als de ervaringen in het najaar gepubliceerd worden, is er geen (strenge) winter geweest.
Hoe is daar mee om gegaan in deze test(s)?