Duidelijke richtlijnen moeten een spaghetti van leidingen in breedplaatvloeren voorkomen. Door een toename van installaties in gebouwen wordt het in de betonvloer drukker, waardoor zwakke plekken kunnen ontstaan. En soms steken buizen zelfs boven het beton uit.
Leidingen
Riolering, ventilatiekanalen voor balansventilatie, waterleidingen en een opeenhoping van elektraleidingen, nodig om via domotica vanuit de meterkast elk lichtpunt en iedere wandcontactdoos te kunnen schakelen. Kortom, zie daar de worsteling op een breedplaatvloer. “De grens aan de mogelijkheden wordt langzamerhand bereikt. Er zijn meer leidingen dan er beschikbare ruimte is”, stelt Eef Smits van brancheorganisatie Uneto-VNI. Door de dikke leidingbundels kan er nog maar een minimale laag beton worden gestort. Vooral in woningen met een vrij indeelbare ruimte worden op het laatste moment complete ruimtes overhoopgehaald. Een lange versleping van horizontale riolering is het gevolg. De aannemer heeft geen zin om er nog meer beton op te gooien. “We komen tot de idiote situatie dat het afschot zodanig is dat de leiding niet in de betonvloer, maar in de afwerkvloer komt te liggen. Die steekt gewoon boven het gestorte beton uit.”
Irritatie bij installateurs
Het probleem doet zich volgens Smits steeds vaker voor. “Je ziet vaak dat de standleiding in de nek van de trap wordt geplaatst en de badkamer aan de andere kant van de beuk. Dan heb je vijf meter te verslepen. Als de bewoners besluiten om de badkamer te spiegelen, komt daar nog eens twee meter bij De trend van vrij indeelbare ruimtes en de tijdsdruk op de bouw veroorzaken niet alleen irritatie bij installateurs, maar ook bij de fabrikanten van breedplaatvloeren. De van oorsprong bouwkundige Smits ging daarom namens Uneto-VNI met de fabrikanten van breedplaatvloeren (AbFab) om tafel zitten, waar tevens echte praktijkmensen aanschoven. Het heeft geleid tot de onlangs verschenen publicatie ‘leidingen in breedplaatvloeren’.
Voldoende beton
Wie de richtlijnen opvolgt is van één ding verzekerd: Voldoende beton boven en ook tussen de leidingen. Boven de leidingen moet altijd minimaal 60 mm beton worden gestort. Nog een paar voorschriften uit de publicatie: Leidingen en bundels dikker dan 50 x 50 mm moeten eerst worden beoordeeld door de constructeur. En een bundelbreedte van 250 mm is sowieso niet toegestaan. Smits heeft foto’s van een enorme bundel aan elektrabuizen, ter hoogte van de meterkast. “Dat mag gewoon niet. Het was een spaghetti van 60 tot 70 cm breed, keer vier buizen dik.”
Oplossingen
Maar hoe moet het dan wel? “Er zal in een veel vroeger stadium gekeken moeten worden of het echt nodig is om alle leidingen horizontaal te leggen.” Een verlaagd plafond of computervloer kan in utiliteitsgebouwen de oplossing zijn. In woningen, zeker bij een beukmaat van zes meter, biedt een tweede schacht uitkomst. Maar willen bewoners een schacht op een lange rechte wand in de woonkamer?
Nog een paar tips: Leidingen moeten zo snel mogelijk schuin worden weggeleid van schachten en trapgaten. In versterkte stroken mogen geen leidingen komen. In de richtlijnen wordt uitvoerig ingegaan op het afschot van riolering en de consequentie daarvan voor de hoogte van de betonlaag bij lange leidingen. Ook gelden in de richtlijnen strenge eisen voor het afknippen van tralieliggers. Zomaar de slijptol in de bewapening zetten omdat de buis er niet langs kan, kan niet meer.
Richtlijnen voor aanlevering van leidingverloop
De aannemer verstrekt alle informatie met betrekking tot sparingen en het door de installateurs aan te brengen leidingverloop eenduidig en tijdig aan de leverancier van de breedplaat. Zo kan in de controlefase het legplan door de leverancier en de hoofdconstructeur worden beoordeeld. De leverancier voert een globale controle uit op het geheel en geeft de probleemgebieden en -situaties aan, bijvoorbeeld daar waar het leidingverloop afwijkt van de richtlijn. Het aanpassen van de gebieden en het inpassen van de leidingen binnen het ontwerp is de verantwoordelijkheid van de ontwerpende partijen.
Controleprocedure
1. Aanleveren van het verzamelde leidingverloop digitaal op één tekening/model. De aannemer en installateurs dienen eerst het leidingverloop op elkaars informatie af te stemmen, zodat problemen tijdens de uitvoering kunnen worden voorkomen.
2. Digitaal beschikbaar hebben van alle sparingen, verzameld op een layer van de legplantekening of model van de leverancier. Op deze wijze blijft de informatie overzichtelijk en duidelijk en kan deze over elkaar gelegd worden, waardoor alle partijen een goed oordeel kunnen vellen over het geplande leidingverloop.
3. Beschikken over een legenda van de door de installateurs gebruikte symbolen. Omdat het aanleveren van informatie een taak van aannemer en installateur is, kan de leverancier niet aangesproken worden op de gevolgen van niet of onvoldoende geleverde informatie.
De richtlijnen zijn hier te downloaden
Tekst: Richard Mooi
Beeld: Uneto-VNI
Lees ook: