Door de stikstofproblematiek en de coronapandemie daalde in 2020 de omzetgroei van veel branches in de bouw en belandde deze zelfs onder het gemiddelde op de lange termijn. Dit jaar herstelt de omzetgroei weer, maar de onzekerheid blijft groot. Dure bouwmaterialen en personeelstekorten gooien roet in het eten. Dat meldt het ABN Amro in het rapport ‘Stand van de Bouw juli 2021’.
In 2020 hadden veel bouwbranches te maken hadden met lagere groei of zelfs krimp van de omzet. Bij ingenieurs, woning- en utiliteitsbouwers, bouwers van wegen, installatiebedrijven, de houtindustrie en sloopbedrijven lag de groei onder het langjarig gemiddelde. Zo steeg de omzet van sloopbedrijven in 2020 met 0,6 procent, terwijl de langetermijngroei 5,4 procent bedraagt. De omzet van bedrijven in de houtindustrie kromp met 0,1 procent, terwijl de deze op de lange termijn op 1,1 procent ligt.
![bouwmaterialen](https://www.bouwwereld.nl/wp-content/uploads/2021/07/abn-bouwbranches.jpg)
Stikstof en corona
De belangrijkste oorzaken van de lagere of zelfs negatieve groei zijn de stikstofproblematiek en de coronacrisis. Beide factoren zorgden voor minder afgegeven vergunningen en uitstel van projecten en investeringen. Overigens hadden niet alle branches in de bouw hier last van. Zo lag de omzetgroei van bouwgroothandels, afwerkingsbedrijven en de bouwmaterialenindustrie een stuk hoger dan het gemiddelde op de lange termijn. Deels zijn dit branches die lager in de bedrijfskolom actief zijn en werken aan projecten die nog voor de stikstofcrisis zijn gestart. Daarnaast profiteerden bouwgroothandels van de renovaties door particulieren. De bouwmaterialenindustrie produceerde minder producten, maar kon die wel tegen een hogere prijs verkopen. Hierdoor steeg hun omzet.
Schaarste bouwmaterialen
De eerste maanden van 2021 brachten voor de meeste branches een positieve verandering. Door het stijgende vertrouwen in de economie en de introductie van de nieuwe stikstofwet kwamen veel projecten weer op gang. Bouwbedrijven zijn daarom ook positief over de toekomst. De meerderheid van de bedrijven verwacht een stijging van de omzet, verkoopprijzen en de personeelsbezetting. De verwachte omzetgroei kan echter teniet worden gedaan door de stijgende materiaalkosten. Dit zorgt voor uitstel van projecten omdat die door de hoge kosten niet meer financieel haalbaar zijn. Zo is de bouw van SAWA – een volledig houten appartementencomplex van 50 meter hoog in Rotterdam – vertraagd door de hoge houtprijzen. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) gaf vorige week aan dat een op de vijf woning- en utiliteitsbouwers last heeft van een tekort aan bouwmaterialen. Daarnaast kunnen de hoge grondstofkosten de toch al lage marges in de bouw verder onder druk zetten.
Personeelstekort
Daarnaast is bij steeds meer bouwbedrijven het tekort aan personeel een probleem. Was dit in het eerste kwartaal van 2021 een zorg bij 6,1 procent van de bedrijven, in het tweede kwartaal liep dit op naar 12,5 procent. Ook architecten en ingenieurs hebben steeds meer moeite om goed personeel aan te trekken. Bedrijven in de hout- en bouwmaterialenindustrie ondervinden ook last van tekort aan personeel, maar voor hen is een tekort aan materiaal een groter probleem.
Structureel onvervulde vacatures
Het aantal openstaande vacatures in de hele sector steeg in het eerste kwartaal van 2021 naar 18.100; een groei van 30,2 procent in vergelijking met een jaar eerder. Dit aantal ligt nog maar net lager dan de piek van 18.900 vacatures in het eerste kwartaal van 2019. In bijvoorbeeld de installatiebranche zijn inmiddels 30 procent van de vacatures onvervulbaar. De krapte is sinds augustus 2020 verdubbeld. Gezien de grote verduurzamingsopgave en de rol van installatiebedrijven hierin, zal deze krapte naar verwachting verder toenemen.
Lees ook: