Scheuren in het buitenstucwerk van de gevel ontsieren de vrijstaande woning van de opdrachtgever. Ook na herstelwerkzaamheden. Van een verborgen gebrek is volgens de aannemer geen sprake. Het stucwerk is aangebracht volgens de aanbevelingen van een expert, op een droge muur. Maar is dat wel zo?
De buitenbladen van de muren van een woning zijn opgetrokken uit gebakken, holle snelbouwelementen. De muren zijn aan de buitenzijde vervolgens afgewerkt met stucwerk. Kort nadat de aannemer het werk oplevert, constateert de opdrachtgever scheuren in het buitenstucwerk.
Op advies van een expert is het stucwerk geheel afgebikt, zijn de muren nat gestraald en is een nieuwe stuclaag aangebracht. Na deze herstelwerkzaamheden is het buitenstucwerk opnieuw gaan scheuren. Zowel de aannemer als de opdrachtgever laat daarop een deskundige het probleem beoordelen. De boodschap is eenduidig: vocht is de boosdoener.
De opdrachtgever stelt dat sprake is van een verborgen gebrek, dat de aannemer goed en deugdelijk moet herstellen. De vakman betwist de aantijging: het stucwerk is aangebracht conform de aanbevelingen van de expert, op een droge muur.
Vocht
In een drietal rapportages van experts wordt vocht als belangrijkste oorzaak voor de problemen met het buitenstucwerk aangeduid. De arbiter staat achter die conclusie. De in het werk toegepaste snelbouwstenen kunnen veel water bevatten. Droging van de stenen vindt slechts langzaam plaats, omdat de ventilatie aan de spouwzijde beperkt dan wel afwezig is.
Verdamping van het water aan de buitenzijde wordt bovendien bemoeilijkt door het opgebrachte stucwerk. De arbiter concludeert dan ook dat het van cruciaal belang was dat de gevel droog moest zijn voordat er stucwerk op werd aangebracht, met een droogtijd van enige maanden.
Nog poreuzer
Vast staat, dat de gevel nat is gestraald voordat het buitenstucwerk voor de tweede keer werd aangebracht. De gevel nam daardoor veel water op. De snelbouwstenen namen door het stralen feitelijk nog meer water op, omdat het stralen de bakhuid van de stenen beschadigde en het materiaal op die manier nog poreuzer werd.
Uit de correspondentie tussen aannemer en opdrachtgever maakt de arbiter op dat de tijd voor het noodzakelijke en cruciale drogingsproces te kort is geweest. Op het moment van het aanbrengen van de stuclaag was de gevel onvoldoende droog. Toen de gevel langzaam opdroogde, is het stucwerk opnieuw gaan scheuren en opbollen. Dit is aan te merken als een uitvoeringsfout en een verborgen gebrek, waardoor de aannemer aansprakelijk is.
De aannemer betaalt de arbitragekosten à 8.827,08 euro en de proceskosten van de opdrachtgever à 4.500 euro.
Geschilnummer 29.695
Dit is een veel voorkomend en bekend probleem met holle baksteen. Onder druk van de oplevering door de hoofdaannemer, wordt er bij het stucadoorsbedrijf op aan gedrongen het stucwerker aan te brengen. Niet doen dus, maar eerst een uitgebreide vochtmeting doen.Ook het na het buitenstucwerk aan brengen van het binnenstucwerk en de afdekvloeren ,indien de buitenafwerking al is aangebracht, kan de situatie verergeren. Bovendien is dit laatste in strijd met de regelgeving. Ervaring heeft geleerd ,dat de droging van een dergelijke constructie, wel 4 tot 6 maanden kan duren.