Mensen die dicht bij het spoor wonen, ondervinden vaak hinder door de trillingen die treinen veroorzaken. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat bijna 270 duizend Nederlanders die binnen 300 meter afstand van het spoor wonen ernstige hinder ervaren. Dit uit zich in gevoelens van irritatie, boosheid, onbehagen en slaapverstoring.
Het is dan ook van belang de trillingen in bouwwerken langs het spoor te beperken. De staatssecretaris heeft beloofd om nog dit jaar met wetgeving te komen. DGMR schreef de whitepaper ‘Trillingsbewust bouwen langs het spoor’, zodat projectontwikkelaars en bouwers nu alvast kunnen voorsorteren op omgaan met trillingen.
Trillingsbelasting
Inzicht geven in de mogelijkheden om trillingen terug te dringen, begint al bij de bouwplannen. Waar nog met de indeling geschoven kan worden, kan zwaardere bebouwing dichterbij het spoor geplaatst en meer gevoelige lichte bouw juist verderaf. De gebouwconstructie zelf heeft ook mogelijkheden, zoals het opnemen van een stijvere vloer of trillingsisolatie.
Belangrijk is de trillingsbelasting van kavels te kennen. Alleen met metingen kan dit in kaart gebracht worden. Op deze manier krijgen bouwers inzicht in de trillingsopwekking van treinen. Deze is nodig om de trillingsgevoeligheid van de gebouwconstructie hierop af te stemmen. Voor dat laatste kan modelvorming in een EEM-rekenpakket van belang zijn. Effecten kennen, is het begin van beheersen.
Onderzoek naar trillingen
Omdat niet elke bodemopbouw in Nederland hetzelfde is, kan trillingshinder per locatie verschillend zijn. En dan gaat het nog niet eens over de type treinen met verschillende rijsnelheden. Onderzoek brengt de verschillende variabelen overzichtelijk in kaart en toont potentiële trillingsrisico’s aan. In de whitepaper gaan de trillingsexperts van DGMR hierop dieper in.
Download de Whitepaper hier