Bij de bouw van zijn nieuwe woning neemt de opdrachtgever de dakbedekking (inclusief dakisolatie) van het platte dak van de uitbouw zelf ter hand. Met de aannemer spreekt hij een dakisolatie van 8 centimeter dikte af. Maar in tegenstelling van hetgeen is afgesproken, past de opdrachtgever isolatie toe van 17 centimeter dikte. Na de oplevering van de woning blijkt, bij de aansluiting van het platte dak met de achtergevel, hemelwater de woning binnen te lopen. Als de opdrachtgever de schade wil afhandelen, confronteert de verzekeraar hem met een eigen risico. Omdat na de oplevering diverse lekkages optreden, gelast de opdrachtgever de aannemer om maatregelen te nemen. Hij wil nog meer problemen voorkomen. Ook het eigen risico van zijn waterschadeverzekering wil de opdrachtgever op de aannemer verhalen. Maar die wijst de vorderingen af.
Niet doorlopende loodslabbe
De opdrachtgever geeft de aannemer de schuld van de lekkages. Doordat hij een niet doorlopende loodslabbe heeft aangebracht, is het bij de aansluiting van het dakterras gaan lekken. De aannemer geeft toe dat dit zijn fout is. Dit betreft een aan hem toerekenbare uitvoeringsfout. Maar dit is volgens hem niet alleen de oorzaak van problemen. De aannemer wijt de lekkages ook aan de opdrachtgever die een te laag opstandje op het platte dak heeft gemaakt. Bij het bezichtigen van de woning bevestigt de arbiter dit. Hij ziet dat bij de aansluiting van het platte dak met de achtergevel een opstandje is gerealiseerd van zo’n 3 centimeter. Conform de eisen van goed en deugdelijk werk moet dit ongeveer 8 centimeter zijn. Geen verschil van mening bestaat er over het feit dat het 3 centimeter hoge opstandje een gevolg is van de door de opdrachtgever zelf aangebrachte dakisolatie. Die is 17 centimeter in plaats van de overeengekomen 8 centimeter. Ook valt het de arbiter op dat het platte dak afschot heeft richting de achtergevel. Hij komt tot het volgende oordeel. Enerzijds worden de lekkages veroorzaakt door de niet doorlopend aangebrachte loodslabbe, hetgeen een fout is van de aannemer. Anderzijds ligt de oorzaak in het te lage opstandje. Zeker in combinatie met het afschot richting de achtergevel kan hierdoor water via de onderzijde van de loodslabbe in de spouw terechtkomen. Water dat zich via de overgang van de DPC-folie en de loodslabbe een weg baant naar de betonvloer die doorloopt in de uitbouw waarboven zich het dakterras bevindt.
Oorzaak lekkages
De eerstgenoemde oorzaak van de lekkages, de niet doorlopend uitgevoerde loodslabbe, betreft een uitvoeringsfout die de aannemer valt toe te rekenen. Zelf heeft hij dit ook toegegeven. De arbiter veroordeelt de aannemer om die reden bij de aansluiting van het dakterras alsnog een doorlopende loodslabbe aan te brengen. Daarbij houdt de arbiter rekening met de aanstaande bouwvakantie. De oorzaak van de lekkages die zich nu voordoen, het te lage opstandje in combinatie met het afschot richting de achtergevel, valt de aannemer echter niet toe te rekenen. Dit komt immers doordat de opdrachtgever de dakisolatie en dakbedekking zelf heeft aangebracht waarbij hij in plaats van een 8 centimeter dikke dakisolatie 17 centimeter heeft toegepast. Dat is in strijd met hetgeen tussen de aannemer en de opdrachtgever is afgesproken. De arbiter wijst de vordering van de opdrachtgever dan ook alleen toe voor het deel dat het alsnog aanbrengen van een doorlopende loodslabbe betreft.
Overige vorderingen
Het bedrag dat de opdrachtgever vordert voor het door hem betaalde eigen risico van zijn verzekering wijst de arbiter voor de helft toe. De aannemer is het hier niet mee eens. Hij vindt dat de arbiter hem niet kan verwijten dat de opdrachtgever een polis heeft afgesloten met een eigen risico. Maar die legt dit argument naast zich neer. De lekkages zijn immers deels door een uitvoeringsfout van de aannemer veroorzaakt. Omdat de aannemer en de opdrachtgever deels in het ongelijk zijn gesteld, betalen ze ieder de helft van de proceskosten. Mede om die reden betalen de aannemer en de opdrachtgever hun eigen kosten van rechtsbijstand.
Geschilnummer: 29.804
Tekst: Paulien Ruitenbeek
Illustratie: Pennestreek