Brandveilige zonnegevel voor Brede school De Kikker
Bij de gevelrenovatie van Brede school De Kikker in Amsterdam is de bijzondere aandacht besteed aan de brandveiligheid van de nieuwe zonnegevel.
In een wereld waarin de complexiteit van moderne gebouwen en eisen voor veiligheid en duurzaamheid toenemen, is brandveiligheid cruciaal. In dit dossier vind je relevante kennisartikelen over brandveiligheid. Meer informatie vind je onderaan.
Bij de gevelrenovatie van Brede school De Kikker in Amsterdam is de bijzondere aandacht besteed aan de brandveiligheid van de nieuwe zonnegevel.
Webo en Helwig hebben in opdracht van TNO een prefab gevelsysteem gemaakt met gerecycled hout en andere biobased materialen. Bijzonder is dat dit het eerste gevelsysteem in zijn soort is dat aantoonbaar voldoet aan de Europese brandveiligheidsklasse B.
De aanstaande NTA 6125 “Brandveiligheid massieve houtbouw” is volgens Nico Scholten ongeschikt voor opname in het Besluit bouwwerken leefomgeving, omdat de NTA compleet voorbijgaat aan de basisuitgangspunten van de brandveiligheidsvoorschriften.
Met de invoering van het Besluit bouwwerken leefomgeving op 1 januari 2024 als opvolger van het Bouwbesluit 2012 zijn er rariteiten en lacunes in de bouwregelgeving geslopen. Nico Scholten van het Expertisecentrum Regelgeving Bouw (ERB) stelt deze regelmatig aan de kaak in zijn columns. In deze bijdrage wijst hij op zeven onvolkomenheden omtrent brandveiligheid die hij in de huidige bouwregelgeving aantreft.
Dat kan al vanaf € 7,29 per maand.
Uit de analyse blijkt dat van de 10.000 gebouwbranden slechts 152 (minder dan 2%) plaatsvonden in gebouwen met zonnepanelen. De analyse is een belangrijke eerste stap in het verkrijgen van inzicht in de risico’s die deze systemen kunnen opleveren.
De volautomatische ondergrondse Vijzelgrachtgarage in Amsterdam telt 270 parkeerplaatsen, inclusief plaats voor 84 elektrische auto’s. ANSUL Solutions BV ontwierp een automatisch beheers/blussysteem om de auto’s veilig te kunnen parkeren.
Nico Scholten bespreekt de onverklaarbare veranderingen in de regelgeving door de jaren heen met betrekking tot de wbdbo en toegankelijkheid.
Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe teststrategie om inzicht te krijgen in onder meer het brandgedrag van biobased isolatiematerialen. Harm Leenders, Hoofd Laboratorium voor Brandveiligheid bij Peutz vertelt meer over deze strategie.
In Arnhem heeft Platowood een zusje gekregen, Hestus. Het bedrijf is vernoemd naar de god van het vuur, Hephaestus, en maakt hout brandvertragend door het onder druk te impregneren met Burnblock, een natuurvriendelijk brandvertragend middel.
Groene gevels en wanden zijn per definitie brandbaar en vormen een potentieel risico. In veel situaties is dit risico beperkt, maar er zijn ook situaties denkbaar waar het toepassen van een groene gevel wel leidt tot hogere risico’s. In dit artikel gaan we in op de brandveiligheid van groene gevels en wanden.
In het Bbl is een voorschrift opgenomen die volgens Nico Scholten niet in lijn is met de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de brandveiligheidsvoorschriften. Het gevolg is dat oplossingen zijn toegestaan die niet aan de doelstellingen van de bouwregelgeving voldoen.
In een wereld waarin de complexiteit van moderne gebouwen en eisen voor veiligheid verder toenemen, blijft brandveiligheid cruciaal. Drie aspecten bepalen de brandveiligheid van een gebouw: Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische maatregelen. Brandveiligheid vereist een grondig begrip van brandklassen en wetgeving. Daarnaast is samenwerking tussen verschillende belanghebbenden belangrijk. Alleen door gezamenlijke inspanningen kan de bouwsector mooie en brandveilige gebouwen realiseren.
In de loop der jaren heeft de bouwsector een drastische verandering doorgemaakt wat betreft het bewustzijn van brandveiligheid in gebouwen. Wat eens bijzaak was, is nu een fundamentele pijler in de ontwerpfase van elk bouwproject. Deze verschuiving naar een proactieve benadering van brandpreventie is het resultaat van tragische lessen uit het verleden. Rampzalige branden in Nederlandse gebouwen eisten veel levens veroorzaakte immense schade.
Het besef van de noodzaak om gebouwen brandveilig te maken, groeide geleidelijk naarmate de bouwsector meer inzicht kreeg in de verstrekkende gevolgen van onvoldoende veiligheidsmaatregelen. Wat men ooit als voldoende zag voldeed niet langer aan de steeds strengere normen en voorschriften. Die werden ontwikkeld om de veiligheid van bewoners en gebruikers te waarborgen.
Het besef van de ernst van brandveiligheid resulteerde uiteindelijk in de ontwikkeling van wet- en regelgeving om de veiligheid van gebouwen te waarborgen. In Nederland kwam de eerste wetgeving op het gebied van brandveiligheid in de vorm van het Bouwbesluit. De introductie was in 1992. Sindsdien zijn talloze updates en wijzigingen doorgevoerd. Doel daarvan was de normen en voorschriften te verbeteren en aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten op het gebied van brandpreventie.
Het bewustzijn van brandveiligheid in de bouwsector evolueerde van secundaire overweging naar een essentieel aspect van elk bouwproject. Lessen uit het verleden gaven bouwtechnici en architecten het inzicht dat waarborgen van brandveiligheid van gebouwen een morele en professionele verantwoordelijkheid is. Met strenge wet- en regelgeving en voortdurende innovaties op het gebied van brandpreventie streven professionals ernaar om de veiligheid van mensen in gebouwen te allen tijde te waarborgen.
In het afgelopen jaar is het aantal claims na woningbranden aanzienlijk gedaald. Het ging met ruim 56.000 claims. Deze daling is een voortzetting van een neerwaartse trend sinds 2018, waarbij in 2021 het aantal claims daalde tot 60.112. De enige uitzondering op deze trend was in 2020. Mogelijk als gevolg van thuiswerken door corona. Het Verbond van Verzekeraars publiceert jaarlijks de Risicomonitor Woningbranden om brandpreventie onder de aandacht te brengen.
Utiliteitsgebouwen, waaronder kantoren, winkels en industriële complexen, vormen een aparte categorie met betrekking tot brandincidenten. Jaarlijks worden gemiddeld meer dan 1.500 branden in dergelijke gebouwen gemeld. De complexiteit van deze structuren en het gebruik van diverse materialen en apparatuur kunnen bijdragen aan de verspreiding van brand en de uitdagingen bij het bestrijden ervan vergroten.
Stalbranden vormen een ernstig probleem met aanzienlijke materiële schade en een hoog aantal dierlijke slachtoffers. De oorzaken zijn divers. Ze omvatten werkzaamheden aan de stal en kortsluiting door verouderde installaties. Knaagdieren zijn ook een oorzaak. Ondanks toenemende druk om effectieve maatregelen te nemen, blijft oplossingen vinden ingewikkeld voor veel veehouderijen.
Bij brandveiligheid draait het allereerst om mensenlevens. Hoe zorgen de verschillende partijen ervoor dat bij het ontwerpen, (ver)bouwen en gebruiken van nieuwe of bestaande gebouwen en kantoren de brandveiligheid geregeld is? Nederland baseert brandveiligheid op een human-centric benadering. Dit betekent dat het primaire doel van de maatregelen niet ligt bij het behoud van het gebouw, maar bij het beschermen van mensenlevens. Het streven is de verspreiding van brand te beperken. Doel daarvan is mensen voldoende tijd geven het gebouw veilig te verlaten bij brand.
Een van de kernprincipes van brandveiligheid in gebouwen is beperken van brandverspreiding. Dit bereik je door implementeren van verschillende maatregelen. Denk aan gebruik van brandwerende materialen, brandcompartimenten en installeren van brandwerende deuren en wanden. Door de verspreiding van brand te beperken, kan de omvang van de brand worden ingedamd. Dit minimaliseert de schade aan eigendommen en verkleint de kans op slachtoffers.
Ook belangrijk is een veilige evacuatie van mensen waarborgen. Evacuatie gaat over gebouwen met voldoende vluchtroutes, nooduitgangen en evacuatietrappen. Daarnaast is implementeren van systemen als rookmelders, noodverlichting en brandalarmsystemen belangrijk. Doel is om mensen voldoende tijd en gelegenheid te geven het gebouw veilig te verlaten bij een noodsituatie. Dit minimaliseert het risico op letsel of overlijden.
De Nederlandse bouwpraktijk telt vijf verschillende brandklassen. Elke klasse kent zijn eigen specifieke kenmerken en uitdagingen. Een goed begrip van deze klassen, is essentieel voor het ontwikkelen van effectieve brandbestrijdingsstrategieën en -maatregelen. Laten we elke klasse nader bekijken:
Brandveiligheid van gebouwgevels krijgt opnieuw aandacht door de Grenfell Tower-brand in 2017. Nederland past bouwregels aan om deze veiligheid te verbeteren. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is vanaf januari 2024 de vervanger van het Bouwbesluit 2012. De wijzigingen zijn gepubliceerd in december 2023.
Deze wijzigingen omvatten strengere brandklassen voor gevelafwerking en gevelspouw. Ook gelden nieuwe eisen voor weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) via geveltrajecten. De regels gelden voor nieuwbouw, ingrijpende renovaties, en hoogbouw op meer dan 30 of 50 meter boven meetniveau. Specifieke ingangsdata volgen. De bouwsector werkt aan een alternatieve methode om de brandveiligheid van gevels te beoordelen. Brandproeven moeten daarbij aantonen dat (moeilijk) brandbare gevels veilig kunnen zijn bij een gevelbrand. De exacte implementatie van deze methode via het Bbl vereist nog verdere ontwikkeling. Dit is inclusief de aanwijzing van de brandproef in een praktijkrichtlijn (NPR).
De brandveiligheid van houten gevels is van cruciaal belang in de bouwsector waarbij de Europese regelgeving eist dat deze voldoen aan de Construction Products Regulation (CPR) en CE-markering dragen volgens de geharmoniseerde productnorm EN 14915. Hoewel deze norm verwijst naar EN 13501-1 voor het bepalen van brandklassen, kunnen fabrikanten een vereenvoudigde procedure volgen. Deze procedure heet Classified Without Further Testing (CWFT).
Behandelde houtsoorten, zoals thermisch behandeld hout, hebben verschillende brandklassen afhankelijk van de behandeling. Dit toont aan dat de mate van behandeling cruciaal is voor brandgedrag. De keuze van brandklasse beïnvloedt de selectie van houtsoorten, samenstelling en toepassing van gevelbekleding. Het is belangrijk op te merken dat onbehandeld hout zelden voldoet aan brandklasse B.
Diverse factoren beïnvloeden het brandgedrag van houten gevels. Denk daarbij aan houtsoort, oppervlakteafwerking en ventilatie. Gladde oppervlakken hebben over het algemeen een beter brandgedrag dan ruwe oppervlakken. Kleur speelt ook een rol speelt door de hoeveelheid organisch pigment en warmteabsorptie.
Naast deze aspecten moet de duurzaamheid van de brandklasse worden overwogen. Je kunt gevelbekleding onderwerpen aan verweringstests. Dit om de duurzaamheid van de brandvertragende prestatie op lange termijn te beoordelen. Dit omvat tests voor snelverwering of natuurlijke verwering waarbij het product na verwering opnieuw moet voldoen aan de vastgestelde brandklasse.
Na de Grenfell Tower-brand groeit de aandacht voor brandveiligheid in gevels, maar er blijft onduidelijkheid in de markt. Belangrijke eisen omvatten brandwerendheid tussen compartimenten en brandklassen. Materialen moet je in samenhang testen om te verzekeren dat ze aan de geldende eisen voldoen.
Levend groen aan de gevels wordt steeds vaker toegepast vanwege de klimaatvoordelen. Maar er is weinig informatie bekend over de brandveiligheid van groene gevels. Dit kan in potentie grote risico’s opleveren. Daarom hebben Fiona Verbrugge en Maaike Diks, beiden HBO-studenten bouwkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, tijdens hun afstuderen onderzoek gedaan naar aspecten die invloed hebben op het risico op branduitbreiding bij groene gevels. Vanuit de wet- en regelgeving zijn er twee hoofdeisen gesteld aan de brandveiligheid van gevels. Zo moet de gevel voldoen aan de brandklasse-eis wat in de praktijk vaak neerkomt op een brandklasse B-eis. Daarnaast geldt er een regel die aangeeft dat de kans op branduitbreiding via de gevel niet groter mag zijn dan de kans op branduitbreiding via een inpandige brandscheiding.
Volgens het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) moet je een gebouw verdelen in brandcompartimenten. Met een brandcompartiment zorg je ervoor dat een brand voor een bepaalde tijd binnen de grenzen van dit compartiment blijft. Daarmee is een brandcompartiment het maximale uitbreidingsgebied van een brand. In het BBL (voorheen Bouwbesluit) staat ook de maximale grootte van brandcompartimenten. Wil je hiervan afwijken? Gebruik dan de regels van NEN 6060 of NEN 6079 speciaal voor grote brandcompartimenten
Het Bouwbesluit vormt de kern van de wetgeving omtrent brandveiligheid in Nederlandse gebouwen. Het beschrijft gedetailleerd de vereisten en richtlijnen met betrekking tot brandpreventie, -detectie en -bestrijding, met als doel de bescherming van mensenlevens en eigendommen. Enkele van de belangrijkste aspecten die het Bouwbesluit behandeld zijn:
Het Bouwbesluit schrijft voor dat je gebouwen moet opdelen in compartimenten. Dit om verspreiding van brand en rook te beperken. Deze compartimenten moeten voldoen aan specifieke brandwerendheidseisen om de veiligheid van mensen te waarborgen en de schade te beperken. Enkele belangrijke aspecten van brandcompartimentering:
Door te voldoen aan de voorschriften voor brandcompartimentering kunnen gebouwen een effectieve bescherming bieden tegen de gevolgen van brand. Dit waarborgt de veiligheid van de gebruikers en beperkt de schade aan het gebouw.
Een ander essentieel aspect van het Bouwbesluit is de regelgeving met betrekking tot vluchtroutes. Gebouwen moeten namelijk goed toegankelijke vluchtroutes hebben. Doel daarvan is mensen in geval van brand snel en veilig kunnen evacueren. Belangrijke aspecten van vluchtroutes zijn:
Door te voldoen aan de voorschriften voor vluchtroutes kunnen gebouwen een veilige omgeving bieden voor hun gebruikers. Zelfs in noodsituaties zoals brand. Dit draagt bij aan het waarborgen van de algemene veiligheid en het welzijn van mensen die zich in het gebouw bevinden.
Het Bouwbesluit bepaalt ook de minimale brandwerendheidseisen voor verschillende constructie-elementen. Denk daarbij aan muren, vloeren en deuren. Deze eisen zijn bedoeld om te voorkomen dat brand zich snel verspreidt door een gebouw. Enkele belangrijke punten van brandwerendheid van constructies zijn:
Voldoen aan de voorschriften voor brandwerendheid van constructies maakt gebouwen beter bestand tegen de effecten van brand. Dit verbetert de veiligheid van mensen die in het gebouw verblijven en beperkt de schade.
Tot slot schrijft het Bouwbesluit voor dat gebouwen verschillende brandveiligheidsinstallaties moeten hebben. Denk aan rookmelders, sprinklerinstallaties en noodverlichting. Deze installaties zijn ontworpen om de detectie van brand te verbeteren. Ander doel is mensen tijdig waarschuwen en verspreiding van brand en rook beperken. Enkele belangrijke aspecten van brandveiligheidsinstallaties zijn:
Weerstand van een constructie tegen brandoverslag en -doorslag oftewel
WBDBO staat voor ‘Waarborging Brandveiligheid Door Opbouw’. Het is een term die de weerstand van een constructie tegen brandoverslag en branddoorslag aangeeft. Met andere woorden, WBDBO geeft aan hoelang een scheidingsconstructie (zoals een muur, vloer of dak) de doorgang van brand en rook kan tegenhouden. Dit tegenhouden beperkt de verspreiding van brand. Daarnaast geeft het mensen de tijd het gebouw veilig te verlaten.
De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) en de weerstand tegen rookdoorgang (WRD) zijn beide essentiële concepten in de bouwveiligheid. Ze richten zich op verschillende aspecten van brandpreventie.
Ook normen zoals NEN 6068 en NEN 6075 gaan er over. WBDBO beperkt de verspreiding van brand tussen ruimten. WRD richt zich specifiek op de verspreiding van rook. Technisch gezien meet je beide concepten met behulp van specifieke tests. Denk daarbij aan brandwerendheid voor WBDBO en rookdoorlatendheid voor WRD. Materialen en componenten aanbrengen volgens het attest van de fabrikant is cruciaal om de gewenste eigenschappen te waarborgen.
Brandveiligheid in gebouwen vereist meer dan alleen het voorkomen van branddoorslag en -overslag (WBDBO). Het beperken van de verspreiding van rook (WRD) is ook van essentieel belang. Hoewel beide concepten gericht zijn op het beheersen van verschillende aspecten van brand, vullen ze elkaar aan om een veilige omgeving te creëren.
WBDBO is gericht op het beperken van de verspreiding van brand tussen verschillende ruimten binnen een gebouw. Het is van vitaal belang omdat het de tijd verlengt die beschikbaar is voor evacuatie en het biedt hulpdiensten de mogelijkheid om de brand effectief te bestrijden. Deze weerstand wordt gemeten via specifieke tests, zoals de brandwerendheidstest, waarbij materialen en componenten worden beoordeeld op hun vermogen om brand tegen te houden gedurende een bepaalde periode.
De weerstand tegen branddoorslag en -overslag wordt gemeten via specifieke tests. De brandwerendheidstest is de meest gebruikte. Tijdens deze test worden materialen en componenten beoordeeld op hun vermogen om brand tegen te houden gedurende een bepaalde periode. Tijdens de test worden verschillende scenario’s gesimuleerd. Dit om de reactie van materialen op brand te evalueren. Dit omvat blootstelling aan extreme hitte, vlammen en rook. De materialen worden vervolgens beoordeeld op criteria zoals stabiliteit, integriteit en isolatie. Stabiliteit verwijst naar de structurele integriteit van het materiaal onder brandomstandigheden, integriteit verwijst naar het vermogen van het materiaal om vlammen en hete gassen te weerstaan, en isolatie verwijst naar de mate waarin het materiaal warmteoverdracht beperkt.
Het naleven van WBDBO-normen is van vitaal belang voor de bescherming van mensenlevens en eigendommen. Door de verspreiding van brand te beperken, wordt de evacuatietijd verlengd. Hierdoor hebben bewoners en gebruikers van gebouwen meer tijd om veilig te ontsnappen. Bovendien stelt het de brandweer in staat om de brand effectief te bestrijden. Dit kan schade beperken en de veiligheid van hulpverleners waarborgen.
Het is belangrijk op te merken dat het bereiken van WBDBO-normen niet alleen afhankelijk is van de kwaliteit van materialen, maar ook van de juiste installatie en onderhoud. Bouwprofessionals moeten nauw samenwerken met fabrikanten en gecertificeerde installateurs om ervoor te zorgen dat alle materialen en componenten correct worden geïmplementeerd.
In een tijd waarin brandveiligheid een steeds belangrijker aspect van bouwvoorschriften wordt, is het begrijpen en naleven van WBDBO-normen van cruciaal belang. Alleen door de juiste maatregelen te nemen kunnen we gebouwen creëren die niet alleen esthetisch aantrekkelijk zijn, maar ook een veilige omgeving bieden voor bewoners, gebruikers en bezoekers.
WRD richt zich specifiek op het beperken van de verspreiding van rook tussen compartimenten binnen een gebouw. Rook is een van de meest dodelijke aspecten van brand en kan leiden tot verstikking en ernstige gezondheidsproblemen, zelfs voordat vlammen zich verspreiden. Het verminderen van de rookontwikkeling en -verspreiding is daarom van cruciaal belang voor het beschermen van mensenlevens. Deze weerstand wordt gemeten via tests voor rookdoorlatendheid, waarbij materialen worden beoordeeld op hun vermogen om rookoverdracht te voorkomen.
Het is belangrijk op te merken dat zowel WBDBO als WRD afhankelijk zijn van de correcte installatie van materialen en componenten volgens het attest van de fabrikant. Het gebruik van gecertificeerde producten en het volgen van de voorgeschreven installatieprocedures zijn essentieel om de gewenste eigenschappen te waarborgen.
Voor woningen en woongebouwen geldt doorgaans een minimale WBDBO-eis van 30 minuten tussen verschillende brandcompartimenten. Dit geldt ook voor een besloten ruimte zoals een trappenhuis of een gang. Hier zijn enkele voorbeelden die men in gebouwen kan toepassen:
Voor utiliteitsgebouwen, zoals kantoren, scholen en ziekenhuizen, zijn de WBDBO-eisen over het algemeen strenger. De minimale WBDBO varieert meestal van 60 tot 120 minuten, afhankelijk van de functie en grootte van het gebouw. Hierbij enkele aanbevelingen:
De stijgende trend van hoogbouw in Nederland brengt uitdagingen met zich mee op het gebied van brandveiligheid. Het Bouwbesluit biedt geen specifieke voorschriften voor gebouwen boven de 70 meter. Hierdoor moeten deskundigen een gelijkwaardig veiligheidsniveau aantonen. Met toenemende hoogte neemt het brandrisico exponentieel toe. Dit vanwege de grotere omvang en de moeilijkheden bij het blussen op hoogte. Dit vereist een combinatie van maatregelen zoals sprinklersystemen en brandscheidingen. Maatwerk is daarbij essentieel voor elk project. De Hoogbouwrichtlijn biedt een kader voor het afwegen van risico’s en het implementeren van geschikte maatregelen, hoewel het generiek blijft en niet alle situaties volledig afdekt.
Het optoppen van bestaande woningen biedt kansen voor efficiënt ruimtegebruik en duurzame ontwikkeling. Het brengt ook uitdagingen met zich mee volgens specialisten. Brandveiligheidsspecialist Larson van Dijk waarschuwt voor kwetsbaarheden in de overgang van oud naar nieuw. Denk daarbij aan lagere brandveiligheidseisen voor bestaande daken en het belang van aanvullende maatregelen om brandrisico’s te beheersen.
Voor gebouwen met bijzondere risico’s, zoals parkeergarages chemische opslagruimten, industriële faciliteiten of bedrijfsgebouwen in de, kunnen aangepaste WBDBO-eisen gelden om de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen. Het is belangrijk op te merken dat deze WBDBO-eisen niet alleen betrekking hebben op de scheidingsconstructies tussen ruimten, maar ook op deuren, ramen, ventilatieopeningen en andere openingen die brandoverslag en -doorslag kunnen faciliteren.
Brandveiligheid versus nieuwbouw, renovatie en transformatie
Het onderscheid tussen nieuwbouw, renovatie en transformatieprojecten heeft aanzienlijke implicaties voor de brandveiligheid van gebouwen. Laten we elk van deze situaties nader bekijken:
Nieuwbouw: Bij nieuwbouwprojecten hebben architecten en bouwtechnici de mogelijkheid om brandveiligheidsmaatregelen vanaf het allereerste begin te integreren in het ontwerp. Dit biedt de kans om innovatieve oplossingen te implementeren die voldoen aan de nieuwste normen en technologieën op het gebied van brandpreventie en -bestrijding.
Renovatieprojecten brengen unieke uitdagingen met zich mee op het gebied van brandveiligheid. Dit omdat bestaande gebouwen vaak niet voldoen aan de huidige normen en voorschriften. Het is essentieel om daarbij een grondige evaluatie uit te voeren van het bestaande gebouw. Dit om potentiële brandveiligheidsrisico’s te identificeren en aan te pakken. Het succesvol aanpakken van brandveiligheidsuitdagingen in renovatieprojecten vereist een grondige planning. Daarnaast is een nauwgezette uitvoering en samenwerking tussen alle betrokken partijen zoals architecten, ingenieurs en brandveiligheidsexperts belangrijk.
Enkele aanbevelingen zijn:
Transformatieprojecten vormen een specifieke uitdaging op het gebied van brandveiligheid. Vaak vereisen deze projecten het behoud van historische of architectonische elementen. Dit kan leiden tot compromissen op het gebied van brandveiligheid. Het is essentieel om creatieve oplossingen te vinden die de unieke kenmerken van het gebouw behouden en de brandveiligheid verbeteren. Enkele punten van aandacht zijn:
Investeren in brandveiligheid en verduurzaming is belangrijk. Het draagt bij aan het gevoel van veiligheid en welzijn van bewoners en gebruikers van gebouwen. Een veilige omgeving creëren is van onschatbare waarde. Het draagt bij aan een positieve leef- en werkomgeving. Dit inzicht toont aan dat investeringen in brandveiligheid geen kosten, maar een slimme investeringen zijn. De investering kan economische schade beperken en het welzijn van mensen verbeteren. Als gebouweigenaren economisch rekenen integreren in hun besluitvormingsproces, kunnen ze de potentiële schade bij brand nauwkeurig inschatten. Een cruciaal aspect hierbij is de risicobeoordeling. Dit geeft de kans op een brandincident aan. Een risicobeoordeling die de kans op een brandincident aangeeft, moet verschillende factoren omvatten.
Door deze factoren te analyseren, kan je een risicobeoordeling uitvoeren. Dit geeft de kans op een brandincident in een gebouw nauwkeurig aan. Deze informatie kan je gebruiken om passende maatregelen te nemen. Dit om de brandveiligheid te verbeteren en de risico’s te verminderen.
In de wereld van architectuur en bouwtechniek is brandveiligheid een cruciale factor. Deze mag je niet over het hoofd zien. Helaas zijn er in de praktijk vaak fouten en misvattingen. Deze kunnen leiden tot ernstige brandveiligheidsrisico’s. Hierbij enkele veelvoorkomende fouten en leerpunten.
Het verhaal begint met een architect die een prachtig ontwerp heeft gemaakt voor een nieuw commercieel gebouw. De plannen zijn goedgekeurd. De bouw is begonnen. Tijdens de uitvoering bezuinigd men op brandwerende materialen. Dit om kosten te besparen. Resultaat is een gebouw dat niet voldoet aan de vereiste brandveiligheidsnormen.
Leerpunt: Besparen op brandwerende materialen kan leiden tot ernstige risico’s. Het is essentieel te investeren in hoogwaardige materialen die voldoen aan de brandveiligheidsnormen.
In hetzelfde gebouw zijn de vluchtroutes niet goed ontworpen. Smalle gangen en geblokkeerde uitgangen maken een snelle en veilige evacueren in geval van brand lastig. Bovendien ontbreken duidelijke bewegwijzering en noodverlichting.
Leerpunt: Goed ontworpen en gemakkelijk toegankelijke vluchtroutes zijn essentieel voor een effectieve evacuatie in geval van brand. Zorg voor duidelijke bewegwijzering en noodverlichting om verwarring te voorkomen.
Tot slot ontbreekt het vaak aan bewustzijn en training op het gebied van brandveiligheid bij het personeel dat in het gebouw werkt. Ze zijn mogelijk niet op de hoogte van de juiste procedures voor brandpreventie en evacuatie, waardoor kostbare tijd verloren gaat tijdens een noodsituatie.
Leerpunt: Het is van vitaal belang om het personeel te voorzien van de nodige training en bewustmaking op het gebied van brandveiligheid, zodat ze weten hoe ze moeten handelen in geval van brand.
Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen spelen Nederlandse kennisinstellingen een essentiële rol bij het bevorderen van onderzoek, ontwikkeling en kennisoverdracht op het gebied van brandveiligheid in gebouwen. Enkele van de meest prominente kennisinstellingen die actief zijn op dit gebied zijn:
DGMR is een advies- en ingenieursbureau dat altijd innovatieve oplossingen zoekt én vindt. Een van de specialismes is brandveiligheid van gebouwen. Het team van 250 DGMR-medewerkers daagt zichzelf graag uit. Als oplossingsgerichte adviseurs maken ze het onmogelijke mogelijk en creëren ze waarde. Samen met opdrachtgevers werkt DGMR aan veilig, duurzaam en gezond wonen, werken en leven.
De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) die zicht zich op het opleiden en trainen van brandweerpersoneel, maar biedt ook expertise en ondersteuning op het gebied van brandveiligheid in gebouwen. Met hun uitgebreide kennis en ervaring leveren ze waardevolle inzichten en richtlijnen voor het verbeteren van brandveiligheidspraktijken.
Als vereniging van producenten en leveranciers van brandveilige bouwmaterialen en -systemen speelt BBN een belangrijke rol bij het promoten van brandveiligheid in de bouwindustrie. Ze bieden expertise, richtlijnen en trainingen om de toepassing van brandveilige materialen en systemen te bevorderen.
TNO is een van de grootste onderzoeksorganisaties van Nederland en richt zich onder andere op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor brandveiligheid. Met hun multidisciplinaire benadering leveren ze waardevolle inzichten en technologische innovaties voor het verbeteren van de brandveiligheid van gebouwen.
Hoewel de focus van de Nederlandse Brandwonden Stichting primair ligt op het voorkomen en behandelen van brandwonden, spelen ze ook een belangrijke rol bij het bevorderen van brandveiligheid in gebouwen. Met hun voorlichtingscampagnes en ondersteuning van onderzoek dragen ze bij aan het vergroten van het bewustzijn en de kennis over brandpreventie en -bestrijding.
Als eigenaar of beheerder van een gebouw neem je met brandveiligheid zo weinig mogelijk risico. Antea Group helpt je naar een brandveilig gebruik bij bestaande bouw, nieuwbouw en verbouw. Wij stellen programma’s van eisen (PvE) en uitgangspuntendocumenten (UPD) op voor brandveiligheidsinstallaties.Ook toetsen we ontwerpen aan de wet- en regelgeving: Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) (voorheen: Bouwbesluit 2012). Wij maken brandoverslag- en vuurlastberekeningen. Verder verzorgen wij inspecties, BHV- en noodplannen en controleren we vluchtroutes op veiligheid. Dat doen we vooral voor de industrie, distributie en logistiek, zorg en onderwijs, kantoren en evenementlocaties.
Kiwa wil bedrijven en organisaties vooruit helpen als onpartijdige, onafhankelijke en innovatieve partner onder meer op het gebied van brandveiligheid. U heeft de ambitie, wij de kennis om samen met u vooruitgang te boeken. Onze kernactiviteiten zijn Testing, Inspecties en Certificering (TIC), Training en Consultancy. Op basis van gelijkwaardigheid streven we naar een langdurige relatie met u om u te helpen bij het verbeteren van uw organisatie, producten, diensten, processen, managementsystemen en medewerkers.
De Federatie Veilig Nederland sectie VSI vindt het belangrijk helder en eenduidig te informeren over sprinklers en de toepassingen. Daarom heeft de sectie deze speciale thema website opgezet. Sprinklerinstallaties beschermen mensen, gebouwen en het milieu tegen de gevolgen van een brand.
Normec Fire Safety & Security is een ISO 17020 type A geaccrediteerde inspectie-instelling voor brandveiligheid, gevestigd in ’s-Hertogenbosch. We zijn met ons team actief door heel Nederland. Hoewel Normec FSS nog een jong bedrijf is, hebben we toch al jarenlange ervaring in de brandveiligheidsbranche!
Brandveiligheid blijft een van de meest kritieke aspecten van gebouwontwerp en -constructie. Voor Nederlandse architecten en bouwtechnici is een diepgaand begrip van deze materie essentieel. Denk hierbij aan brandklassen en de vereisten van het Bouwbesluit. Alleen een holistische benadering van brandveiligheid kan gebouwen realiseren die niet alleen esthetisch en functioneel zijn, maar ook een veilige omgeving bieden voor gebruikers.
Heb jij als professional invloed op de realisatie van gebouwen?
Dan mag je onze vakinformatie niet missen!