Wat maakt een gebouw bijzonder? De bouwprofessional aan het woord over zijn of haar favoriete gebouw of interieur. Voor geveldeskundige Nico Hendriks is de Zilvervloot in Dordrecht een supergaaf gebouw.
Oorspronkelijk opgeleid als civiel ingenieur heeft Nico Hendriks altijd al belangstelling gekoesterd voor de ‘echte’ bouwkunde. En dan met name voor de details. Bouwwereld-lezers zullen deze emeritus hoogleraar Materiaalkunde en Duurzaam Bouwen vooral kennen van ‘Gevels volgens Hendriks’. In deze rubriek, die hij sinds 2004 voert, beschrijft hij aan de hand van concrete voorbeelden wat er allemaal kan misgaan bij het bouwen en renoveren van gevels.
In de rubriek Supergaaf mag hij eindelijk eens vertellen over een gebouwencomplex waarmee het heel verkeerd had kúnnen gaan, maar dat er zeventien jaar na oplevering nog steeds piekfijn bij staat. En waarom? Omdat de architect van dienst aandacht heeft geschonken aan details. Want de groten onder de architecten, zo stelt Nico, die doen dat.
De begin augustus op 95-jarige leeftijd overleden Lucien Kroll is zo’n architect. Samen met Dag Boutsen ontwierp hij De Zilvervloot in Dordrecht, die in 2005 werd opgeleverd. Wijlen vriend en kunstenaar Bouke Ylstra wees Nico op het complex. “Op dat moment waren ze ongeveer twee jaar aan het bouwen. Het leek een warrig geheel te zijn. Maar ik kwam erachter dat het helemaal niet zo chaotisch was, dat er gewoon goed over nagedacht was. Ik dacht eerst ook: dat kan niet goed gaan, dat moet fout gaan. Maar ik kon helemaal niks vinden. En nu ik de gebouwen opnieuw bekeken heb, zie ik dat ze nog net zo strak en fraai zijn als maar kan. Dat is bijzonder. Lucien Kroll was heel precies en lette op details, maar de aannemer heeft ook ontzettend goed werk verricht. Dat kun je nog steeds zien.”
De Zilvervloot staat aan het Admiraalsplein in Wielwijk, een naoorlogse buitenwijk van Dordrecht die te kampen had met een mix aan problemen, waaronder leegstand, vandalisme en criminaliteit. Omdat het tegengaan van verpaupering met renovaties te weinig effect sorteerde, besloot woningcorporatie Woondrecht (nu: Woonbron) het hart van de wijk te vernieuwen met een nieuw winkelcentrum en 130 koopwoningen: van appartement tot penthouse. Woondrecht koos daarbij voor de benaderingswijze van Dag Boutsen en Lucien Kroll van het Belgische atelier voor urbanisme, architectuur en informatica.
Lucien Kroll staat vanaf de jaren zeventig bekend als een eigenzinnig en anarchistisch ontwerper die met grote betrokkenheid bewoners mobiliseert. Ook in Dordrecht organiseerde hij workshops en bewonersavonden. Nico: “Lucien Kroll was typisch iemand die graag samenwerkte, die oog had voor wat mensen belangrijk vinden en die niet met alle geweld zijn eigen ideeën wilde doordrukken. Het moet een bijzonder mens zijn geweest. Tot mijn verdriet heb ik hem nooit persoonlijk ontmoet.”
De Zilvervloot is een overdadig woonwinkelcomplex geworden dat in feite uit negen gebouwen bestaat die als een collage aan elkaar gemonteerd zijn. Er is een veelheid aan materialen, kleuren en vormen toegepast. “Toch passen de gebouwen goed bij elkaar”, vindt Nico. Het complex bestaat in hoofdopzet uit een groot bouwblok rond een verhoogde binnentuin en een openbaar plein. Onder het gehele complex bevindt zich een parkeergarage; de begane grond wordt grotendeels ingenomen door winkelruimtes. Vanaf de collectieve tuin op de eerste verdieping is vrijwel het gehele complex via galerijen, corridors en verticale stijgpunten te bereiken. Plattegronden, buitenruimtes, gevels en materialen zijn bepaald op basis van een beperkt aantal ingrediënten, maar zodanig gecombineerd dat een optimale variatie is ontstaan.
De grote diversiteit aan materialen is kenmerkend voor de architectuur van Lucien Kroll. Nico wordt vooral enthousiast over het houtwerk dat in de gevel is toegepast. “Kroll heeft het gedurfd om houten schaliën – die nog maar zelden gebruikt worden, en zeker niet verticaal – aan te brengen aan een forse uitbouw op het gebouw. De schaliën zijn nog steeds in goede staat, heb ik gezien. Onbegrijpelijk…”
Hoewel, onbegrijpelijk; de schaliën zijn volgens het boekje aan de gevel bevestigd, stelt Nico. “Een houten gevel is een van de meest kwetsbare dingen aan een gebouw. Diverse keren heb ik in Bouwwereld geschreven wat daar allemaal fout kan gaan. Je moet hout bijvoorbeeld niet op twee punten vastmaken, want dan gaat het scheuren. Je moet hout op één punt vastmaken. En dan niet met een platte punt, maar met een bolle kop. En als je het helemaal perfect wilt doen, dan boor je het hout voor. Bij het bevestigen van de schaliën is dit precies zo gebeurd en dat kun je nog steeds zien. Om het zo netjes te krijgen en dat het er na al die jaren nog zo mooi bij staat – dat is vakmanschap geweest.”
Nico betreurt het dat er tegenwoordig nog maar zo weinig aandacht is voor details. “De ontwerpen en maquettes die architectuurstudenten op de universiteit maken, zien er allemaal heel mooi uit, maar hoe zit het met de details? Echt goede architecten, zoals Lucien Kroll, bemoeiden zich daarmee. Maar goed, misschien komt daar wel weer verandering in. Immers: architectuur is een bewegend vakgebied.”
Foto’s: Ruud Dilling