Er is eigenlijk geen goede reden dat er in Nederland relatief weinig huizen en andere gebouwen in hout worden gebouwd. En er zijn wel veel goede redenen om wel aan houtbouw te doen. Dat is de conclusie van het webinar van 14 mei, dat door 1306 mensen live werd bekeken.
Precies 2098 mensen schreven zich vooraf in om het gratis expertwebinar van Het Houtblad, ‘Bouwen met hout, hoe doe je dat?’, live te bekijken. 1306 deden dat daadwerkelijk. Ze stelden meer dan 450 vragen aan het moderatieteam, dat er dan ook de handen aan vol had. Het webinar staat nog steeds online en kan bekeken worden via deze link.
Heel veel kennis is beschikbaar
Als er iets duidelijk bleek in de één uur durende sessie, dan is het dat bouwen met hout gewoon kàn, niet duurder hoeft te zijn dan bouwen met staal, beton of kalkzandsteen en dat er geen nieuwe kennis nodig is. Normen, voorschriften, bouwdetails, sterkteberekeningen, materiaalkennis, het is allemaal beschikbaar. Alleen lijken veel mensen dat niet te weten.
Bijzondere detailleringen in houtbouw
Wat niet wegneemt dat bij bijzondere projecten, zoals het Biosintrum in Oosterwolde, waarover Noud Paes, partner bij Paul de Ruiter Architects als eerste gast vertelt, heel bijzondere dingen met houtbouw zijn gerealiseerd. Dit zoveel mogelijk uit biobased materialen opgetrokken tweelaagse informatie- en congrescentrum won vorig jaar de Nederlandse Bouwprijs, juist om de bijzondere detailleringen.
Het architectenbureau werkt graag en in toenemende mate met hout als constructief element. Uit esthetische en duurzaamheidsoverwegingen. Zo helpt het feit dat hout CO2 opslaat om BREEAM-doelstellingen te halen. Maar hout is ook ideaal voor ‘materiaalminimalisatie’, legt Paes uit: hout is van zichzelf mooi en hoeft niet verder afgewerkt te worden met andere materialen, wat bij staal, beton en kalkzandsteen meestal wel het geval is. En dat draagt bij aan de duurzaamheid van een gebouw.
Lees ook:
Houtskeletbouw tegen het woningtekort
Via een Skype-verbinding licht de tweede spreker, Eric D. de Munck van Centrum Hout, toe dat er geen enkel beletsel is om van de 1500 houtskeletwoningen die op dit moment gerealiseerd worden, zeer snel op te schalen naar 10.000 woningen per jaar. Houtskeletbouw-elementen worden in fabrieken prefab voorbereid en daar kan men de productie eenvoudig opvoeren. Bouwdetails, handboeken, alles is voorhanden en in BIM beschikbaar. Deze manier van bouwen gaat razendsnel, is relatief goedkoop, levert stevige, comfortabele huizen op en zou dus een deel van de oplossing kunnen zijn voor de nijpende woningnood in ons land.
Ook grootschalige houtbouw met CLT
De derde spreker, Vincent Raadschelders, een bouwadviseur met veel ervaring in houtbouw, is het volkomen met De Munck eens: houtskeletbouw is een prima oplossing voor woningen tot circa drie woonlagen, ook in het goedkopere huizensegment en de sociale woningbouw. Ook weet Raadschelders te vertellen dat seriematige bouw meer dan uitstekend met Cross Laminated Timber (CLT, kruislaaghout) te realiseren is. ‘Dan moet je dat wel op het kwaliteitsniveau doen dat je ook met betonbouw en kalkzandsteen normaal vindt’, zegt hij. ‘Bij houtbouw bestaat vaak de neiging om allerlei extra esthetische wensen te formuleren, omdat dat zo mooi is en in hout zo mooi kan. Maar dat zorgt voor kostenstijgingen die je bij de seriematige bouw niet moet willen.’
Voor aannemer gaat een wereld open
Paes en Raadschelders zijn het er over eens dat veel vertraging in het doorzetten van houtbouw komt van de aannemerij. Die is sterk geneigd om te blijven bouwen met ‘traditionele’ materialen. Paes: ‘Terwijl, als ze er eenmaal mee bezig zijn, er een wereld voor ze open gaat. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Villa C, een helemaal uit gelamineerd hout gemaakte villa. Hier kon de aannemer weer echt bouwen, met timmermateriaal omgaan, dingen aanpassen en vervangen, iets dat hij in de ‘gewone’ bouw veel minder had.’ Raadschelders herkent dat: ‘Als bouwers eenmaal een houten gebouw gerealiseerd hebben, worden ze er meestal razend enthousiast over.’